Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De oprichting van de Chr. MMS




Liep Aad tegen een boek op waarin deze foto stond.... wel uit 1951, maar Aad herkende er meteen een aantal van. Uit welk boek ?

Van Zorg en Zegen
1901 - 1951
Gedenkboek 1e Chr. HBS
Rotterdam

gaan we op deze en andere pagina's uit voorlezen op onze site

lerarenhbs

College van leraren der Chr. H.B.S. in 1951

Nieuwgierig hoe al die leraren heetten, klik dan even op deze
Reunie HBS link, misschien even zoeken, maar de bovenstaande foto staat er ook in en daaronder....





mmsessenburgsingel

De Chr. MMS aan de Essenburgsingel

Bij de opening van de eerste christelijke middelbare school en van het Marnix-Gymnasium werd besloten ook vrouwelijke leerlingen toe te laten, al vonden velen de opleiding aan die beide schooltypen niet de meest geschikte voor meisjes en waren sommigen zelfs tegen toelating.

Van de kant onzer leraren is nooit verzet - gerezen tegen de co-educatie, integendeel zouden de meeste leraren het vrouwelijk element om verschillende redenen niet graag in de klasse missen. De geest in een gemengde klasse is anders dan in een klasse van enkel jongens en het gros der leraren zal wel de gemengde klas verkiezen boven de jongensklas.
Met de co-instructie staat het wel even anders. Voor de meisjes, die later de studie aan de Universiteit willen en kunnen voortzetten, levert de jongensschool niet zoveel bezwaar op, daar zij toch aan dezelfde eisen moeten voldoen, al kan op een meisjesschool door verlenging van de cursusduur met één jaar meer rekening gehouden worden met de speciale eisen, die het meisje stelt en met haar physiek uithoudingsvermogen.

Anders staat het evenwel met de meisjes, die zich na de H.B.S. voor een acte Nijverheidsonderwijs bekwamen of een andere opleiding voor specifiek vrouwelijke beroepen volgen of ook direct een plaats in het maatschappelijk leven zoeken. Deze meisjes zouden vaak meer profijt gehad hebben van een opleiding, die meer rekening hield met haar aanleg en bestemming. De voornaamste bestemming van de meisjes zal toch wel het huwelijk zijn en het zou al vreemd zijn, wanneer daar geen rekening mee gehouden werd bij de regeling van het onderwijs voor meisjes.

Het bestuur der schoolvereniging had reeds lange tijd de wens gekoesterd om in deze richting iets te doen, maar de kosten vormden altijd een overwegend bezwaar. Het onderwijs aan de middelbare scholen voor meisjes werd sinds 1886 niet meer gesubsidieerd en wilde men dus een school in stand houden, dan diende men het schoolgeld op het peil van de kostende prijs te stellen. Het bestuur durfde niet aannemen, dat in Rotterdam een voldoend aantal ouders in staat en bereid zou zijn dit hoge schoolgeld te betalen.

Uit de notulen kan men zien, hoe de overtuiging, dat de vereniging een taak had met betrekking tot het onderwijs voor de meisjes, telkens naar voren komt. Toen in 1921 een bouwschema ontworpen werd, moest naar de wens van het bestuur met de mogelijkheid rekening gehouden worden, dat in het gebouw ook een middelbare school voor meisjes moest ondergebracht worden. In 1925 had de directeur der H.B.S. als onderwerp voor de ouderavond gekozen:

Is onze HBS geschikt voor meisjes ?

De studiecommissie, die in October 1930 door het bestuur in het leven geroepen was, besprak als haar eerste punt de vraag, of het op de weg der schoolvereniging lag om een middelbare school voor meisjes te openen. Nadat deze vraag toestemmend was beantwoord, werd het leerplan ener eventuele meisjesschool besproken, de bevoegdheid der docenten en ten slotte de mogelijkheid van uitvoering en een kostenberekening van alle kanten bekeken. De voorzitter, rector en directeur hadden nog een onderhoud met het hoofd van een meisjesschool om zich van die zijde te laten voorlichten.

Voor de ouders der leerlingen van gymnasium en burgerschool hield de voorzitter in 1932 een voordracht over:

Het nut en het doel ener Middelbare Meisjesschool hier ter stede

De beschouwingen en conclusies der studiecommissie werden op verschillende bestuursvergaderingen besproken en algemeen kon men het standpunt der commissie delen, maar verder dan de principiële beslissing kwam de zaak niet. Vooral ook met het oog op de ongunstige tijden, het ontbreken van uitzicht op subsidie in de naaste toekomst en de vrees om te veel hooi op de vork te nemen, terwijl de risico's van de drie bestaande scholen bij een algemene vermindering der inkomens ook niet gebagatelliseerd moesten worden, besloot het bestuur voorlopig van de stichting ener meisjesschool af te zien.

Niet zonder invloed op dit besluit was ook de teleurstellende loop van zaken op wetgevend gebied bij het onderwijs. Geleidelijk aan vormden de wetsontwerpen voor het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs, die door de opeenvolgende ministers van onderwijs werden ingediend, een vrij hoge stapel, maar zolang een ontwerp het niet bracht tot de verschijning in het staatsblad, had geen schoolbestuur iets aan de schone perspectieven, die hierin geopend werden voor het bijzonder middelbaar onderwijs voor meisjes.
Geen wonder, dat zo vaak de Middelbare Meisjesschool opnieuw ter sprake kwam, het eindbesluit steeds weer was: wachten.

Het bestuur achtte het niet verantwoord zich door de opening van een meisjesschool in een avontuur te storten, waarvan de gevolgen niet overzien konden worden, terwijl de reeds bestaande scholen nog bijzondere inspanning vereisten. In de stiefmoederlijke behandeling van het middelbaar onderwijs voor meisjes van Overheidswege kwam geen verandering. De middelbaar-onderwijswet had dit onderwijs geheel vrij gelaten in zijn ontwikkeling, maar het schijnt, dat deze vrijheid weinig baat, als de middelen om zich vrij te ontwikkelen niet aanwezig zijn. Juist nu alle andere schooltypen wel steun ontvingen, was de strijd voor de middelbare meisjesschool geen eerlijke en houdbare strijd.

Pas na de bevrijding begon het ook hier te dagen en niet omdat er een nieuwe wet op het middelbaar onderwijs verscheen, maar omdat een eenvoudige partiële wijziging verstrekkende gevolgen had voor een bepaalde tak van onderwijs. De ervaring van de laatste halve eeuw heeft geleerd, dat het gemakkelijker is een concreet punt, dat om urgente behandeling vraagt, tot een goede oplossing te brengen dan het geheel op een andere leest te schoeien.

De middelbare meisjesschool heeft geprofiteerd van de dynamiek der na-oorlogse jaren. Vroeger remde de lege of tenminste gesloten schatkist de bloei van dit schooltype, terwijl ook haar einddiploma geen enkele bescherming genoot. Het geld speelt ook na de oorlog een rol, al is men soms geneigd er aan te twijfelen, maar het middelbaar onderwijs voor meisjes is nu niet langer van subsidie uitgesloten, terwijl bovendien de waarde van het einddiploma door de bemoeiingen van de Overheid verhoogd is.

Sinds de invoering van de wet op het middelbaar onderwijs is de positie der vrouw en haar plaats in het maatschappelijk leven sterk gewijzigd en die verandering stelt ook andere eisen aan het onderwijs voor meisjes. Terwijl het vroeger voor veel meisjes voldoende was, dat ze een onderwijs ontvingen, waardoor zij algemene vorming verkregen, is het in deze tijd noodzakelijk, dat die vorming gedekt wordt door een diploma, dat zekere rechten biedt, met name ook in geval er sprake is van voortzetting der studie.

Een diploma kan echter alleen rechten verwachten, als het de nodige waarborgen biedt. Uit dat oogpunt was de ministeriële beschikking van 22 Febr. 1935 een stap in de goede richting, terwijl de positie van de middelbare school voor meisjes wederom is verbeterd door de beschikking van 15 Jan. 1947, waarin de voorwaarden zijn vastgesteld, waaraan de MMS toen moest voldoen om bepaalde rechten te verkrijgen.
Deze voorwaarden hebben betrekking op de toelating, de cursusduur, het leerplan, de bevoegdheid der docenten en het einddiploma. De beschikking van 1935 werd op 12 Maart 1936 gevolgd door de beschikking, waarin de rechten van het einddiploma ener erkende middelbare meisjesschool werden opgenoemd. Hoewel door deze rechten de levensvatbaarheid der middelbare scholen voor meisjes aan kracht had gewonnen, durfde het bestuur toch niet tot opening ener school overgaan, voordat er mogelijkheid van subsidie was.

Minister Jos. J. Gielen heeft eindelijk de knoop doorgehakt en de wetsvoorstellen ingediend, waardoor de middelbare school voor meisjes op voet van gelijkheid zou behandeld worden met de hogere burgerschool. Ook voor de bijzondere MMS werd de mogelijkheid geopend om subsidie te ontvangen.

De wet van 2 April (S.J. 127) bracht eindelijk voor de M.M.S. de regelingen, waarom reeds gevraagd was bij de behandeling van de wet van 1920, maar Minister de Visser vond destijds, dat deze regeling niet thuis behoorde in het ontwerp, dat in 1920 aan de orde was, maar moest wachten op de reorganisatie van het gehele middelbaar onderwijs. Het is maar goed, dat deze reorganisatie niet langer gebruikt is als een kapstok, waaraan de belangen van het meisjesonderwijs veerden opgehangen. Het zal niemand verwonderen, dat nu ook in het schoolbestuur met nieuwe kracht de wens naar een christelijke middelbare meisjesschool naar voren kwam. Aan de hoofden der scholen werd opgedragen om rapport uit te brengen over de mogelijkheid daartoe.
Samensprekingen werden gehouden met de inspecteur Dr. de Boer, die als oud-rector van een meisjeslyceum, waaraan ook een afdeling M.M.S. verbonden was, alle theoretische en practische inlichtingen kon geven.
Met de directrice van een Gemeenteschool voor meisjes werd overleg gepleegd over leerplan enz. en toen kon aan het bestuur geadviseerd worden.

Nadat het bestuur aan het Departement de toezegging had gekregen, dat de subsidiëring ener opgerichte meisjesschool zou bevorderd worden, besloot het bestuur Sept. 1949 een middelbare school voor meisjes te openen. De school zou om te beginnen onder leiding van de rector van het Marnix-Gymnasium komen te staan en ook in de lokalen van het gymnasium ondergebracht worden.
Het lag aanvankelijk in de bedoeling met een derde klasse te beginnen, waarin leerlingen toegelaten werden, die de laagste twee klassen van het gymnasium of van de HBS hadden doorlopen of geslaagd waren voor een toelatingsexamen. Het bleek echter wenselijk ook een tweede klasse aan de nieuwe school in te richten.

hbshenegouwerpleinwaneer


Gebouwd in 1927

Voor dfl 350.000,= uit Den Haag

Wat een mooi gebouw eigenlijk.....

wytzes1951

1951

Dr. J. Wytzes

Rector van het Marnix Gymnasium sinds 1948

Op 6 Sept. 1949 had in de aula van het schoolgebouw aan het Henegouwerplein de plechtige opening der nieuwe school plaats, waarbij Dr. Hekman de openingsrede hield en de rector Dr. Wytzes in zijn nieuwe functie installeerde. Nadat de rector zijn ambt aanvaard had, sprak Dr. De Boer als vertegenwoordiger van de Minister van O., K. en W. terwijl hij tevens uiting gaf aan zijn persoonlijke gevoelens.

De nieuwe school begon met 23 leerlingen in de 2de klasse en 21 in de 3de klasse. Behalve de rector werden de volgende docenten aan de school verbonden: Drs. A. de Groot voor Nederlands, Mej. Dra. E. M. Bavinck voor Frans, Mej. H. J. Boot voor Engels, Drs. L. van Roeven voor Duits, R. Hagtingius voor Aardrijkskunde, Dr. J. Verseput voor Geschiedenis, J. A. M. van de Vring voor Biologie, J. A. van Riet voor Handtekenen, Mej. M. Smit voor Handwerken, L. van Wingerden voor Muziek, J. C. van Asch voor Lichamelijke Oefening en Ds. G. J. Adema voor Godsdienstonderwijs.

Het bestuur benoemde als leden der commissie van toezicht der M.M.S.: Mevr. J. C. Klüsener-Paap, Mevr. C. H. E. van der Most-Grootjans, Mevr. C. A. P. Veen-Hekman en de Heren H. Buesink en Mr. E. Diemer.

Nadat de meisjesschool in het genot van subsidie gesteld was en ook uit de aangiften voor het tweede cursusjaar bleek, dat de school voldoende levensvatbaarheid had, besloot het bestuur de rector van het gymnasium te ontslaan van de zorg voor de leiding der meisjesschool en benoemde het met ingang van de tweede cursus der school Mej. Dra. E. M. Bavinck tot directrice van de christelijke middelbare school voor meisjes.
In een samenkomst met genodigden had de officiële installatie van Mej. Bavinck op 21 Sept. 1950 in de aula van het schoolgebouw aan het Henegouwerplein plaats, in welk gebouw de school ook voor het tweede jaar gevestigd bleef.

bavinck1951

1951

Dra. E.M. Bavinck

Directrice van de Chr. MMS sinds 1950

vanaf 1968, na de invoering van de Mammoetwet, de eerste rector van de Scholengemeenschap Marnix Atheneum Havo Mavo
met ook de Willem de Zwijger Mavo, de A.R. Rutgers Mavo en de Oranje Nassau Mavo
inkl. de dependance in Capelle a.d. IJssel
totaal 1429 leerlingen

Helemaal bovenaan deze pagina mag je zelf ontdekken wie nu ook al weer Kruyswijk (1945 - 1961) en Notenboom (1961 - 1968) waren, de opeenvolgende directeuren van de HBS....





Klik hier voor de overige HBS Henegouwerplein verhalen





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

18 December 2002