Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De Eerste Maatschappij van Burgerwoningen bouwt huizen in Crooswijk

Alleen de samenstelling van het bestuur van de

Eerste Maatschappij van Burgerwoningen

heeft iets democratisch: een bankier, een fabrikant, een behanger en een notaris.

Deze maatschappij sticht in 1867 een woningcomplex in de polder Rubroek, tussen de Crooswijkseweg en de Boezem, net buiten het eigenlijke Rotterdam.
Het beginkapitaal bedraagt f 60 000,- en een bank verstrekt een eerste hypotheek van f 140 000,-. Dat komt doordat de bankier in het bestuur Marten Mees heet en Mees is een naam in de Maasstad.

meesportret

Marten Mees

uit ons Pincoffs verhaal
(LINK)


De woningen zijn niet royaal. Regouts mensenpakhuis in Maastricht is hierbij vergeleken een redelijk bewoonbaar appartementencomplex, al tellen de Crooswijkse woningen maar twee verdiepingen.

De huizen zijn met de achterzijden tegen elkaar aan gebouwd. Alle benedenwoningen aan een (lange) straat hebben één gezamenlijke toegang. Alle bovenwoningen hebben samen één trap en een gemeenschappelijke gang. De allereerste huizen van de maatschappij hebben ook nog één gemeenschappelijke slaapzolder, maar bij de volgende rij ziet men daar van af vanwege de zedelijkheid, ingefluisterd door een dominee.

Eigenlijk levert de Maatschappij de bewoners slechts de muren en een dak. De riolering is primitief en open, het water is slecht en komt uit putten, de verlichting ontbreekt, omdat men er van uitgaat dat de ongeletterde bewoners daar niet zo veel behoefte aan hebben en toch naar bed gaan als het donker wordt. (....)

Die voorziene huurders komen in eerste aanleg uit de polderkrotten in de naaste omgeving van de stad. Deze optrekjes zijn meestal door de bewoners zelf vervaardigd uit gevonden, gekregen of geroofde materialen. Ze zijn op het oog onbewoonbaar, maar bieden wel frisse lucht en vrijheid.

Naarmate aan de uitvalswegen van Rotterdam in de wijde ruimte en her vrije veld buitenhuizen voor de welgestelden verrijzen, moeten de tuinkrotten wijken.

Ook de immigranten, die juist in deze tijd van toenemende bedrijvigheid in havens en fabrieken naar Rotterdam komen, moeten in de Rubroek-polder een onderkomen vinden.
Zij komen gedeeltelijk uit het rooms-katholieke West-Brabant en gedeeltelijk van de protestantse Zuidhollandse eilanden.
Geheel verschillende werelden ontmoeten elkaar in de nauwe trapportalen van Crooswijk en niet altijd in harmonie, in de Van Reijnstraat, de Frederikstraat, de Isaac Hubertssraat en de Boezemstraat, respectievelijk genoemd naar een locale geschiedschrijver, een overleden familielid van de aannemer, de vroegere grondeigenaar en het plaatselijke afwateringskanaal.

Tegen de tijd dat deze laatste straat is volgebouwd schrijft men al 1881 en is de kwaliteit van de huizen enigszins verbeterd.
Men komt namelijk, niet zonder verbazing, tot de ontdekking dar de oudste woningen onverhuurbaar zijn.

In 1870, na drie jaar dus, is er een leegstand van 12%.
Er is trouwens ook nog een huurschade van 13,5% wegens wanbetaling. Want alleen de allerarmsten willen in deze inferieure nieuwbouw wonen.


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

19 Juni 2002