Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt over  ....

De Ramp in 1953

 

 Ik las in het verhaal van Aad over Delfshaven (klik maar eens op deze link ) de naam Schielandse Hoge Zeedijk en ik herinnerde mij opeens, dat er over die dijk gesproken werd in het boek De Ramp, dat in 1953 ten bate van het Nationaal Rampenfonds, uitgegeven was door De Vereeniging ter Bevordering van de Belangen der Boekhandels. 

Het is niet de bedoeling om die ramp nog eens te gaan beschrijven, maar wel hoe mijn omgeving en ik die dagen beleefden. Toch wil ik enige citaten en feiten uit dat boek naar voren brengen. 

Als eerste deze regels: 

Die nacht, om drie uur, was Rotterdam nog droog. Maar om kwart over drie verliet een weerzinwekkend en gigantisch rattenleger de kelders. 

En dan de regels waarom ik dit stukje schrijf en die de kritieke toestand van die nacht goed weergeeft: Maar de Schielandse Hoge Zeedijk, die het hart van Nederland en drie miljoen mensen beschermde, hield het, op een haastig gedichte bres na, evenals de nieuwe afsluitdijk in de Brielse Maas.

Een gedeelte van de Schielandse Hoge Dijk heet in Kralingen, de Honingerdijk en de Oostzeedijk.

 

Zondagmorgen 1 Februari zette ik als gewoonlijk de radio aan voor het nieuws. Ik was benieuwd naar wat de storm van die afgelopen nacht teweeg had gebracht. Tot mijn verbazing hoorde ik een emotionele verslaggever praten oven een verschrikkelijke overstroming, die in de voorbijgegane nacht had plaatsgevonden in Zeeland en op de Zuid-Hollandse eilanden. 

Ook bleek uit de berichten, dat gevaar voor onze omgeving ook bestond, omdat de dijken langs de Maas en de IJssel nog onder druk stonden en het vooral in de Krimpenerwaard erg kritiek was. 

Het was dus een nerveuze toestand en ik begreep, dat als die dijk doorbrak, er voor een groot gedeelte van Zuid=Holland niet veel meer te redden viel. Denk eens aan de Alexanderpolder, die 7 meter onder A.P. lag. 

Ik vertelde dat allemaal niet aan mijn vrouw, maar ging wel even naar de voorkamer, waar ook mijn vader met een zorgelijk gezicht aan de radio zat. Mijn moeder zou in paniek raken als ze de berichten hoorde, dus we begrepen allebei, dat we ons mond niet moesten voorbij praten. 

Nou, zei ik zo luchtig mogelijk, als het water hier komt gaan we maar bij Cor op het dak zitten, dat is het hoogste punt van de straat. Cor was zoals misschien al bekend is mijn zus, die aan het eind van de Schiebroeksestraat woonde.

Jullie mogen best weten, dat ik hem wel een beetje kneep. Mijn zoon was tenslotte nog geen jaar oud en mijn dochter pas drie geworden.

Die Zondag heb ik doorgebracht aan de radio. Het weer was te slecht om naar buiten te gaan. Het bleef stormen en het regende nog aldoor. Gelukkig kwam in de middag het bericht, dat de dijken rond Rotterdam het gehouden hadden.

 

De volgende dag moest ik weer  gewoon naar mijn werk. Het waaide nog wel flink en het was een erg donkere dag. In alle opzichten. Langzamerhand was iedereen tot de overtuiging gekomen, dat er iets verschrikkelijks gebeurd was. Op de drukkerij aangekomen bleek het al gauw, dat er veel personeel niet aanwezig was. De meeste afwezigen kwamen van Zuid. Er waren er ook, die familie in het rampgebied hadden en enkele mensen, waren aan het helpen met het vullen en sjouwen van de zandzakken, waarmee de gaten gedicht werden of de dijken versterkt. 

Om nog wat werk te verrichten moest er dus wat gehusseld worden, maar de meeste belangstelling was er toch steeds voor de berichten over de radio. Je kunt je wel voorstellen, dat er niet veel productie uitkwam die Maandag.

De overstroming werd tot Nationale Ramp verklaard en het rekeningnummer van het Rampenfonds werd bekend gemaakt, zodat de mensen er geld op konden storten. 

Dat geld storten kon men enkele dagen later ook, toen de actie Beurzen open Dijken dicht werd gestart. Deze nationale actie werd afgesloten met een grote uitzending vanuit de Rivièrahal en de bekende spelleider Johan Bodegraven had die avond de presentatie in handen. Bij die actie kwam voor het eerst Jules de Corte naar voren, die nadien een heel grote bekendheid kreeg.

 

Op de drukkerij werkte in die dagen een stagière. Een jongen, die heel goed tekenen kon. Op een morgen, in de week, die op de ramp volgde, kwam hij met een tekening aandragen, die hij thuis op een zinkplaatje had gemaakt en hij vroeg aan de baas toestemming om er een aantal afdrukken van te mogen maken. Dat werd akkoord bevonden. Het zinkplaatje werd geprepareerd om afgedrukt te worden en die afdrukken verkocht hij voor een gulden per stuk. Het geld was dan voor het Rampenfonds. Ik weet niet meer hoe groot de oplage was,maar hij was snel uitverkocht.

 Ik heb te tekening nog steeds en in plaats van een foto uit het boek De Ramp te scannen, wil ik graag laten zien wat een mooi getroffen plaatje deze jongen gemaakt heeft.

rampomakind

 

 

De nacht van 31 Januari op 1 Februari was een nacht om nooit meer te vergeten en ik wil eindigen met een stukje uit het hiervoor genoemde boek.

Een radioreporter zei tegen één der geredde, die alles verloren had :

Laat het tenminste een troost zijn, dat u niet de enige bent.

Waarop de geredde antwoordde:

Het zou groter troost zijn, wanneer ik de enige was....

 



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

3 December 2001