(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Dit verhaal hoort bij ons verhaal over Nederlandse zeerovers, kapers en piraten, klik maar vlug HIER.
In WOII verscheen dit kostelijk geschreven verhaal over de Rotterdamse familie Rochussen:
Rochus Rochussen van Rotterdam, vestigde zich in het jaar 1623 te Vlissingen. De oorlog met Spanje was opnieuw ontbrand. Onze staten-regeering had juist met vernieuwde energie groote plannen op touw gezet, om den strijd stelselmatig uit te breiden door blokkade van 's vijands zeehandel en koopvaardij in het Kanaal. De opkomst van Duinkerken als gevreesd kapersnest aan den Spaanschen kant was hieraan ook niet vreemd. Vlissingen moest onzerzijds de voornaamste tegenspeler zijn.
Ook Vlissingen was dus eeuwenlang het kapersnest.
Men mag aannemen, dat Rochus Rochussen, toen 25 jaar oud, in deze richting toekomst heeft gezien. De nauwkeurige bijzonderheden beginnen evenwel eerst met zijnen zoon. Deze was een van drie broers: Abraham, Isaäc en Jacob genoemd. Deze aartsvaderlijke benamingen bieden ook nog een teekenende bijzonderheid van den toenmaligen geest in gindsche wereld. Het was de geest der gereformeerde puriteinen, stoere rondkoppen, die zich in oude testamentische verbetenheid bij de voorouders gelden deed.
Isaäc Rochussen, een der zonen dan, is op zijn beurt weer varensman en succesvol kaper geweest. Op betrekkelijk kleine, en wel uitgeruste schepen werd door hem en zijns gelijken voortdurend de Noordzee op koopvaardersbuit doorkruist. Met de prijsgemaakte handelsschepen liep de schipper Vlissingen binnen, en vorderde voor het admiraliteitshof verklaring tot goeden prijs, en verdeeling der buitgelden onder de equipage en de bevoorrechte autoriteiten. Thans was het niet meer de Spanjaard, maar de Engelschman, die de gelegenheid bood!
Isaäc Rochussen
Vlissingen 1631 - 1710
Isaäc's tijd was de tijd der Engelsche oorlogen. Hét exploit van z'n leven is geweest, dat hij "met commissie van Haar Edel Mogenden" in het oorlogsjaar 1672 bij de Sorlings, dichtbij Engelsch Eindje (Landsend) aan den ingang van 't Kanaal, in een dapper en manlijk gevecht een prachtigen en rijk beladen Engelschen OostIndië-vaarder buitmaakte, en na vele gevaren te Amsterdam opbracht. Het was "The golden Hawk" met een lading op anderhalve ton gouds geschat. Naar sommigen beweren, is trouwens in dat jaar door de Zeeuwsche kapers voor niet minder dan 320 tonnen gouds aan buit binnen en den vijandelijken handel aan schade toegebracht!
Het volgend jaar, toen bij Scheveningen een landing van de Britsche en Fransche vloten dreigde, om Den Haag in verwarring te brengen, werden de commissie-vaarders opgevorderd om zich aan te sluiten bij 's-lands vloten, tot het bieden van tegenweer. Zoo namen zij ook direct aan de defensie deel.
Bij den vrede van Westminster in 1674 werd geconstateerd, dat de Zeeuwsche kapers sinds de openstelling van de kaapvaart, in 1672, een buit van 2863 schepen hadden gemaakt, waarvan 2703 op de Britten. De gouden valk is dus ook voor Isaäc Rochussen geen uil gebleken te zijn! Hij heeft het gebruikelijke percentage aan buitgeld getrokken. Bovendien een gouden gedenkpenning, die nog in het Rijksmuseum wordt bewaard. Het ging blijkbaar zóó goed, dat hij in 1690 te Vlissingen een aanzienlijke reederij voor de kaapvaart stichtte, van meerdere schepen, voor de commissie-nering uitgerust.
Toen was de Negenjarige oorlog uitgebroken, en daarin is onder Nederlandsche vlag geweldig veel tegen de Franschen ter kaap gevaren. Isaäc' s zoon neemt met den vader deel in het bedrijf. In 1691 is hij boekhouder van den commissievaarder "de Eendracht", en later van "de 2 Gebroeders". Gedurende den daaropvolgenden Spaanschen Successie-oorlog is het bedrijf te Vlissingen nog wel het állerdrukst geweest. Genoemde zoon treedt nu ook in de stedelijke politiek. Hij wordt schepen, en vervult enkele lucratieve ambten. Als equipagemeester der Admiraliteit krijgt hij vervolgens van bovenaf deel aan 't beheer der zaken van de zee. En met zijn zoon weer wordt de situatie dan geheel die van den gezeten regent, in den kring der stedelijke machthebbers-zakenlieden. Hij dirigeerde bank- en assurantiezaken; nam in 1736 voor Zeeland zitting in het gewichtige college van de Admiraliteit der Maze te Rotterdam. Diens zoon gaat nu natuurlijk in de rechten studeeren! Men kan er een Forsyth Saga van maken. De familie is naar Rotterdam verhuisd, en heeft in de 19e eeuw aan den lande verder verschillende bekende figuren geleverd, onder de kunstschilders, de bankiers, de diplomaten, eenen staatsraad, eenen gouverneur-generaal. Een tak is geadeld.
Het levenskrachtige nest evenwel, waaruit zulk een zwerm uitgevlogen kwam, was - naar wij zagen - het kraaiennest van een wakkeren zeeuwschen kaapvaarder!
Verschillende families als Sautijn, Guépijn, Havelaar, Van Boeye en anderen, allen in de Vlissingsche registers herhaaldelijk met eere genoemd, zullen een dergelijke genealogie ter tafel brengen kunnen. Rochussen was slechts één der genen.
Eén dergenen . . ., dit is wel het kenmerkende van die geheele wereld van de zee uit den ouden tijd, waaraan ons land zooveel kracht en kloekheid te danken heeft! Niet: één enkele verwonderlijk uitstekende spits, in een overigens onbeteekenende woestenij. Doch: een gansche aanplant van flink opgewassen boomen. Zoo werd het ook onder hen zelve gevoeld.Wat een heerlijke tekst, zoo schrijven we dat toch tegenwoordig niet meer....
Geen toeval dus, dat de naam Rochussen ook in de geschiedenis van Nederlands-Indië bekend is geworden, want Aad heeft op het internet immers een unieke pagina samengesteld met portretten en biografieën van alle Gouverneurs-Generaal van Nederlands-Indië: (nieuwsgierig ? Klik dan maar gauw even op deze link)
1845-1851 : Gouverneur Generaal van Nederlands-Indië
Jan Jacob Rochussen
En dan is vooral de laatste alinea interessant:
Voor de zekerheid maak je ook gebruik van onze Search Engine
Heeft zich belachelijk gemaakt door in alles Willem II te imiteren, door altijd in militair uniform te lopen, wat eigenlijk niet mocht......
Koning Willem II
LINK
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rochussen en klik op ENTER
En toeval of niet, ook deze favoriete baardheren van onze site blijken familie van de familie Rochussen:
Citaat uit dit verhaal:En zoo kom je weer van het een in het ander, dankzij de familie Rochussen....
Want Aad heeft op het internet een unieke pagina samengesteld met portretten en biografieën van alle Gouverneurs-Generaal van Nederlands-Indië, met als boegbeeld de onderstaande baard: (nieuwsgierig ? Klik dan maar gauw even op deze link)
1881-1884 : Gouverneur Generaal van Nederlands-Indië Vader Frederik 's Jacob
In dat boek van Aline de zoon van deze man, ooit blijkbaar burgemeester geweest van Rotterdam :
Zoonlief 's Jacob, burgemeester van Rotterdam van 1893-1906
Nou die twee lijken toch sprekend, hè ?
Uit mijn Gouverneurs-Generaal pagina de carriere van Pa :
geboren 23- Februari 1822 te 's/Gravenhage als zoon van Mr F B sJacob, secretaris van den Raad van State, en van vrouwe M P Rochussen, werd opgeleid aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Medemblik en kreeg in September 1839 zijn benoeming tot adelborst ie klasse.
In dezen rang maakte hij o a een reis naar de Middellandsche en de Zwarte Zee aan boord van het fregat De Rijn, dat onder commando stond van Prins Hendrik der Nederlanden
Nadat hij in Januari 1844 bevorderd was tot luitenant ter zee 2de klasse, vertrok hij den 2den Juni 1843- naar Indie op Z Ms fregat Jason, dat zijn oom, den G G Rochussen, derwaarts overbracht
Slechts kort was hij werkzaam op het topografisch bureau te Weltevreden, toen hij 15 November 1843- ordonnance officier werd van Rochussen
Als zoodanig vervulde hij een zending naar Bandjermasim, in verband met de ontginning van kolenmijnen aldaar, nam in 1846 deel aan de Bali expeditie, waar hij de Militaire Willemsorde verwierf en trok nog in datzelfde jaar naar Singapore, naar aanleiding van intriges van den sultan van Riouw
Het jaar daarop nam hij ontslag uit den zeedienst en werd suikerfabnkant op de onder zijn leiding gebouwde fabriek Kremboeng bij Soerabaja
Met onderbreking van een jaar, dat hij wegens ziekte in Holland doorbracht, was hij hier werkzaam van 1847 tot Januari 1837, toen keerde hij naar Holland terug
Daar nam hij in 1863 deel aan de oprichting der Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoorwegen Vaii dit lichaam was hij van 1 Juni 1869 tot 1 Juli 1879 directeurgeneraal
Den 25sten November 1880 tekende de koning zijn benoeming tot Gouverneur Generaal hij aanvaardde het bestuur den 2den April 1881 en legde het, door een conflict met de Tweede Kamer, reeds 20 Januari 1884 weer neer, zoodat hij maar goed 2,5 jaar landvoogd is geweest
Niettemin was deze korte periode in vele opzichten belangrijk .Op de Buitenbezittingen was gewapend optreden noodig op Zuid Celebes, Benkoelen, Palembang, Indragiri en Borneo. Maar ook maakte hij er een begin met de regeling van het rechtswezenen stelde er een aantal havens, waaronder Olehleh op Atjeh, voor den algemeenen handel open. Hij verleende een groot aantal concessies voor den aanleg van stoomtramwegen op Java, voor den Deli spoorweg en. voor tal van mijnbouwontginningen De residentie Banjoewangi hief hij op, waartegenover Bali en Lombok tot afzonderlijke residenties werden verheven
Herhaaldelijk werd Indie onder 'sJacob getroffen door epidemieën en natuurrampen, het hevigst was de groote uitbarsting van de Krakatau op 27 Augustus 1883, waarbij ruim 36000 menschen het leven lieten
Op Atjeh bleek het door zijn voorganger ingevoerde burgerlijk bestuur een mislukking en openbaarde zich een oplevend verzet.
Op Java zijn verder van belang de uitbreiding van het spoorwegnet en de invoering van den Gouvernements-telefoondienst 'sJacob maakte reizen naar Soerabaja (1882), naar Atjeh en naar de geteisterde streken aan Straat Soenda (beide in 1883)
Toen hij in December 1881 de concessie van de Billiton Maatschappij verlengde tot 1927, oordeelde de Tweede Kamer, dat hij daarmee zijn bevoegdheid was te buiten gegaan en dat die concessie te niet gedaan moest worden Het was naar aanleiding hiervan, dat hij zijn ontslag aanvroeg
Na aankomst in Nederland leefde hij als rustig burger op zijn buitengoed Nieuweroord bij Utrecht, waar hij 3 April! 1901 overleed
Uit Aline's boek iets over zoonlief:
Een stoere, breede figuur, met een grooten, vollen baard.
Als jongen wist ik al, dat hij onze Burgemeester was en maakte hij, wanneer hij, altijd hoog-gehoed, door de straten kuierde, een geweldigen indruk op me.
's Jacob wandelde veel, en als de dag van gisteren herinner ik mij, dat ik, wanneer ik hem in Rotterdam tegenkwam, vaak een poosje achter hem bleef loopen, omdat ik het zoo fijn vond te zien dat alle agenten voor hem salueerden en vele heeren voor hem den hoed afnamen, 's Jacob was veel meer een Rotterdamsche Burgemeester dan Meinesz ; deze laatste zou overal op zijn plaats zijn geweest, doch 's Jacob was het eigenlijk alleen, althans bovenal, in Rotterdam.
Toen in later jaren baard en haar vergrijsden, kreeg zijn prachtige kop een patriarchaal uiterlijk, waarlijk aristocratisch.
Nooit vergeet ik, hoe mijn blik aan hem bleef hangen, wanneer ik op de tribune van de Raadszaal zat en het was altijd een gebeurtenis voor me, wanneer hij begon te spreken, soms wat hakkelend, maar vol bedwongen temperament. Het krioelde toen nog van deftigheden in den Raad - ik zie b.v. nog den monumentalen, breeden kop van wethouder Jan Hudig - en ik ben overtuigd dat er destijds in de garderobe 's winters vrijwel niets dan pelsjassen hingen, doch in den loop van 's Jacobs tijd deden volksfiguren als Dirk de Klerk en later Hendrik Spiekman toch hun intrede in den Raad. Maar 's Jacob bleef vol op de baas, de leider, bezield met een brandende liefde voor zijn stad, al begon de opkomende democratische strooming hem tegen te staan.
Toen hij in het voorjaar van 1906 heenging, en zijn prachtig kasteel Staverden op de Veluwe ging bewonen, nam een jonge, kwieke figuur op zijn zetel plaats. Burgemeester Zimmerman, maar, al was hij pas midden in de dertig, toch toonde hij zich even zelfbewust .....
Vooral deze twee volgende zinnen intrigeren mij:
Bij Pa oordeelde de Tweede Kamer, dat hij daarmee zijn bevoegdheid was te buiten gegaan en leefde hij als rustig burger op zijn buitengoed Nieuweroord
Bij zoonlief iets soortgelijks:
al begon de opkomende democratische strooming hem tegen te staan en ook hij had een prachtig kasteel Staverden op de Veluwe
Zoo vader zoo zoon heet dat dan.
En inderdaad, zou de Rochussenstraat in Rotterdam, waar vroeger de bussen naar Zuid vertrokken, er iets mee te maken hebben ???
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|