(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Biggenmarkt in Rotterdam omstreeks 1935
Vertelling van auteur Ch.A. Cocheret.
Deze zeer levendige markt wordt gehouden op zondagavond op het Calandplein. Behalve een paar politieagenten en, in strandtenue geklede ijscoventers, ziet men er slechts biggen. Biggen met cloche-hoedjes, beige manteltjes, canailleuze beentjes, vuile nageltjes en schoentjes in alle tinten, biggen met bontjes, bloemetjes, blanke velletjes en ordinaire mondjes; onkuise biggetjes, die vóórover staan, wanneer zij lachkrijsen slaken om de cochonnerie der bengel-biggen. Deze mannetjesbiggen variëren van formaat, dat sportpakjes, blote knieën en blote hoofden heeft, tot simili-heertjes in strakke pakjes met deukhoedjes, lefdoekjes, puistjes en praats. Van beide zijden verlopen de onderhandelingen willig. Men is ook, beiderzijds erg stoeierig, erg ankommerig. De stemming is er mei-zwoel, zelfs in de schrale rillerigheid van deze dagen. Er ziedt in de gemoederen iets, dat het gedrentel van die agenten wettigt.
De romantisch-aangelegde meisjes, maar die tevens zijden kousen aan hebben, zitten op de granieten rand van de Caland-fontein, waar sigarettendoosjes in een handbreed water zwemmen, maar het meest karakteristiek is zo'n tweetal giechel-kinderen, die een ijswafel belikken en waaromheen veel gretige knulletjes lawaaien en troebele taal uitslaan. De handen van drieste opscheppertjes vinden polsen, die zij omdraaien. Dan klinken er kreten, zoals er vroeger uit de kelders van de Gevangenpoort moeten zijn opgestegen. Als zij bevrijd is, grist ze de foeilelijke zakdoek, waar hij zo trots op is, uit z'n borstzak en fladdert er mee heen, dwars door de drukte van deze kermis zonder stoom-carrousel. De vriendin fladdert er maar joelend achteraan, tot beiden, onder veel larievertoon van verzet en ondergoed, zich dankbaar ten offer werpen in de armen van slungelige loopjongens-op-z'n- zondags met een hyena-grijns om 'n groen gebit.
Een brallend jong met bretelletjes over bloesje belaagt een maagdelijn, wier lijn juist niets maagdelijks meer heeft en wier uiterlijke aantrekkelijkheid gering is. Hij danst als een kwelduiveltje om haar heen en treitert: dikke, lelijkerd, dikke, lelijkerd, net zo lang, totdat zij in de volle pracht van haar toorn uitbreekt en tevergeefs poogt hem in haar wraakgierige handen te krijgen. Maar haar zwaarlijvigheid is niet opgewassen tegen de straatjongen, die haar als een lastige vlieg omgonst met z'n dikke, lelijkerd, dikke, lelijkerd, wabbejje lelijk! Dit is niet prettig, als er zo'n halfwas-loodgieter werk van je wil gaan maken en het woord "bieskaup" reeds uitgesproken heeft. Het is nu eenmaal het risico van deze rauwe, rommelige biggenmarkt met z'n stuitende openhartigheid, zal ik het maar noemen. Maar ik heb toch achteraf het gevoel of ik die lieve, naïeve, heuse biggen, dat roze spek-in-spe schromelijk onrecht doe.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|