Een e-mail sturen naar de Engelfrieten? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Deze bijvoorbeeld van Ger van Dam

Wil je terug naar de pagina met de kortere reakties, klik dan op deze link

ITALIAANSE AMBACHTSLUI IN ROTTERDAM

Wie In Rotterdam heeft nog Italiaanse schoorsteen-vegers met hun kinderknechtjes gezien? De ijscoman, een winkel of een venter langs de straat, waren er ook. Er werkten ook beeldenmakers, terrazzowerkers en bouwlieden van Italiaanse afkomst. Het gaat nu niet om de (meestal naoorlogse) gastarbeiders voor de industrie, mijnen of bouwwerken. Het gaat om ambachts-lieden, meestal familiebedrijven met een “padrone” en personeel uit de dorpen van herkomst in Noord-Italië, eind negentiende eeuw en in de jaren tussen de beide wereldoorlogen binnengekomen. Het boek van Frans Bovenkerk c.s. geeft vele verhalen van die mensen uit de Italiaanse bergdalen. Het italiaanssprekende Ticino in Zwitserland nemen de auteurs mee in hun geschiedenissen. Een aparte groep zijn de mensen uit Friuli die een eigen taal spreken naast het veel jongere gemeenschappelijke Italiaans.

Boeiend zijn de beschrijvingen van het veelal zware werk gedurende lange werkdagen. IJscomakers gingen in de winter terug naar vrouw en kinderen. Die bleven immers vaak achter in de bergdorpen, als de mannen naar Duitsland en andere landen gingen om er werk en inkomen te vinden. Vele gingen naar de beide Amerika’s. Nederland was overigens niet het meest gezochte land. Omdat schoolvakanties in Italië lang zijn, konden kinderen soms naar Nederland komen. De reiskosten waren uiteraard een last, lang niet iedereen kon terug. Als er binnen Nederland getrouwd werd, lagen de zaken nog ingewikkelder. Schrijnend is het te lezen hoe die zogenaamde “vakantie” vaak verliep in slaap en verveling. Men was gauw uitgepraat. En op het lapje grond achter het huis was ’s winters ook niets te doen.

Het proefschrift van Margaret Chotkowski verslaat het onderzoek naar de contacten die Italiaanse immigranten hadden, onderling en met Nederlanders. In het laatste geval gaat het vaak om vrouwen, waarmee de immigrerende mannen trouwden. Verder waren de zakelijke contacten van belang. De meer persoonlijke contacten met familieleden en kennissen vragen veel onderscheid, vooral om dat werk en leven zo sterk verbonden waren.

In haar boek vinden we een aantal straatnamen. Vele straten zijn verdwenen door de bombardementen van de meidagen 1940. De Italianen vestigden zich in het centrum: bij de Maas, op de Lange Baanweg, het Weena of de Schiekade. Anderen kwamen op de Kruiskade of de Schiedamsesingel. Rotterdam-West, gebouwd vanaf omstreeks 1930 kwam ook in aanmerking.

In onze tijd gaat het meestal om Italiaanse restaurants. Schoorstenen zijn in de loop van de geschiedenis niet alleen smaller geworden, centrale verwarming en boliers vragen andere kanalen.

Een aardig punt bij Bovenkerk is wat hij schrijft over Zwarte Piet, tegenwoordig zonder blikken of blozen als een negertje uitgedost. De roetzwarte gezichtjes van de (veelal Italiaanse) knechtjes van de schoorsteenvegers zijn overduidelijk het voorbeeld voor Zwarte Piet, de knecht van Sint Nicolaas of Sinterklaas geweest te zijn. Omdat zij klein waren konden zij in fabrieksschoorstenen gelaten werden om met een takkenbos (de roe) het roet te verzamelen. Later brachten zij de zakken met roet naar boeren om het als mest te verkopen. Wat lag meer voor de hand om de sinterklaascadeautjes door de schoorsteen te laten vallen uit de handen zulke zwarte knechten?

Het is begrijpelijk dat in Noord-Amerika raar gekeken werd naar Sinterklaas met een knecht met een “black face”: dat zal dus wel een negertje zijn. En het verwijt van racisme kwam gemakkelijk op tegen die Hollandse kolonisten. Dus afschaffen die zwarte knecht, ging men ook in ons land al roepen. En waar die Nederlanders vaak protestanten waren, moesten zij zelfs ook niets hebben van de als katholieke bisschop uitgedoste Sinterklaas. Uiteindelijk komt er dan die rare kerstman in een rood pakje met een muts met wit bont afgezet. Hij is ooit zelfs in Nederland doorgedrongen, alleen maar element van het consumptiegeweld.

In Nederland is de legende rond Sint Nicolaas en zijn knecht gevormd. Maar zij is verre van de waarheid. De historische bisschop Nicolaas stamde uit de streken die nu het overwegend islamitische Turkije vormen. Daar waren vanaf het begin van het christendom de eerste christelijke gemeenschappen met een bisschop als de voorganger gevormd. Wie weet nog dat er een verscheidenheid van kleine, en eeuwenlang vervolgde christelijke kerken in het Midden-Oosten was? Dan zou men de Brieven van Paulus moeten lezen en de vroegste kerkgeschiedenis moeten lezen. Voor Nederlanders uit de zestiende en zeventiende eeuw was Spanje, het rijk van de Habsburgers, het legendarische Land van Ooit. Sinterklaas kwam uit Spanje, dus zijn zwarte knecht zal een negertje, een Moor uit die streken zijn. Hij wordt ook perfect zwart gesminkt, met een pagepakje gekleed. De zak en de roe doen weinigen nog aan de schoorsteenvegers met hun gezicht vol zwarte vegen denken.

Zijn er nog Rotterdammers, al of niet van Italiaanse afkomst die over de schoorsteenvegers, terrazzowerkers en ijscomannen kunnen verhalen?





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

10 April 2008