Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

dit verhaal is een exakte kopie van het verhaal van Alex den Ouden, klik maar even op deze link
Kleine Rotterdammertjes op vakantie (kamp), jaren 1930 tot 1960
jullie zullen begrijpen dat we het belangrijk vonden om dit verhaal ook op onze eigen site te hebben


Kleine Rotterdammertjes op vakantie (kamp), jaren 1930 tot 1960

Soms brengen onze pagina's mensen op de meest merkwaardige associaties. We hadden nog maar kort een pagina met sfeerbeelden uit de Maashaven op de website staan, komt er een mailtje binnen:

Jullie schrijven daar over het G.G.D.-gebouw aan de Maashaven, dat daar Rotterdamse kinderen werden gekeurd voor de deelname aan de vakantiekampen. Nou dat klopt wel .... ik heb namelijk verschillende jaren zelf deel mogen nemen aan de Rotterdamse Vakantie kampen in Gilze-Rijen.

Verder lezend in het mailtje, wordt duidelijk dat die vakantiekampen diepe indruk hebben gemaakt. We zullen dat dadelijk laten zien. Want, aan het eind van het mailtje, daar luidt het:

P.S. Hebben jullie misschien ....

Marianne - de vrouw van Alex - leest toevallig over zijn schouder mee terwijl hij dit typt en ze roept: "Hé, Gilze-Rijen, daar ben ik ook naar toe geweest!" Reden te meer dus om weer es lekker te gaan grasduinen. Jan en Alex, maar dit terzijde, behoorden niet tot de geprivilegieerden, die naar zulke fijne kampen mochten. Die moesten zichzelf maar amuseren in de schoolvakanties. Niet dat ze daar ook maar de minste moeite mee hadden, hoor.

Ach, en nou wil je weten of we iets boven water konden krijgen? Tuurlijk, kijk maar hieronder!

Kleine Rotterdammertjes op vakantie (kamp), en nu echt ....

Goed, we gaan dus op zoek naar informatie over de Rotterdamse Vakantiekampen. Gilze-Rijen; Hoek van Holland; Oostvoorne ....

Voor de oorlog

Dit soort vakantie activiteiten voor kinderen dateren al van voor de Eerste Wereldoorlog. Peter J. Troost geeft in z'n boek "Kinderen van Oud-Rotterdam", in 1984 uitgegeven bij Ad. Donker te Rotterdam, een overzichtje, gebaseerd op materiaal dat hij bijeen wist te spitten uit Jaarverslagen en dergelijke.

De eerste activiteiten waren een-daags, later werd dit drie-daags. De organisatie lag in handen van de "Rotterdamsche Vacantieschool" (R.V.S.) en zoals zo vaak met dit soort activiteiten, de financiering gaf de grootste problemen. Zeker in de Crisistijd. Subsidies werden verminderd of vervielen; de goedgeefsheid van de burgerij nam af; ouders konden de vrijwillig verplichte bijdrage niet meer betalen. Over wat voor bedragen ging het? Stel, je stuurde je zoon of dochtertje van 11 jaar (de minimum-leeftijd) naar Hoek-van-Holland met de R.V.S. Het gelukkig slachtoffer reisde dan twee weken lang zes dagen op en neer, 's ochtends heen en 's avonds terug. De zevende dag - zondag - bleef hij of zij thuis. Die twee weken kostten dan 16 guldens. Konden de ouders het geld niet opbrengen, dan kwam het er meestal op neer dat zij enige administratiekosten betaalden en het kind verder gratis deelnam. De ontvangst was er geen cent anders om.

Peter vond een verslag in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 13 juli 1932:

Vanochtend bewogen zich ontzaglijk lange kinderstoeten door de stad, met vlag en wimpel, en uitgespannen doeken. Twee stoeten op het Overmaasche en twee door de dreven van de Rechter Maasoever. Het was het begin van het vacantiekinderfeest. Om 7 uur verzamelden zich twee Oostvoornsche groepen van schoolkinderen op Afrikaander- en Stieltjesplein, en twee Hoeksche groepen op Vredenoord- en Heemraadsplein. Alle groepen rijk voorzien van onderwijzers en onderwijzeressen, die dit er graag voor over hadden om het Rotterdamsche kind ook buiten de school iets te kunnen geven. Vandaag gingen meer dan twee duizend kinderen naar zee, morgen gaan er weer twee duizend en vrijdag is de beurt aan de laatste twee duizend, waarna de penningmeester met een deficit van ƒ 4.000 zal rondlopen, tenzij de giro nog wat van die bekende biljetjes in behandeling heeft onder nummer 25466 ten name van J. Vink, Bilderdijkstraat 2.

Inmiddels is gebleken, dat Alie Engelfriet-Boogaard in 1929 op zo'n R.V.S.-kamp is geweest en ze vond het heerlijk, om ons daarover zogezegd uit eerste hand te vertellen:

Mijn ouders zagen wel wat in de R.V.S., want zeelucht was volgens hen erg goed voor kindertjes. En dus mocht ik mee, als negenjarige. Dat kostte geld. We gingen 3 weken lang, vijf dagen van de week. Dat kostte ƒ 15,= maar dan kreeg je wel elke dag een flesje melk met een rietje. Dat vond ik toch zo fijn, (die melk met) dat rietje! En we voeren met een stoomboot naar Hoek van Holland.

Om die grote som gelds bij elkaar te brengen, moesten we 's maandags op school allemaal die meegingen, geld meebrengen. Zo leerde je als kind gelijk sparen! Ik kreeg per keer 2 kwartjes mee van Moe, met de ernstige woorden: "Niet verliezen hoor, want het is voor je vacantie." Zo nu en dan vertelde de meester hoeveel je al gespaard had. En dat vertelde ik dan trots thuis - kreeg ik een pluim, dat ik zo goed op het geld had gepast.

Eindelijk brak de vacantie aan. Eerst had het geleken of 't er nooit van zou komen, en toen, ineens: vacantie! Dus: 3 weken lang van maandag t/m vrijdag met de R.V.S. mee. 's Zaterdags ging je niet, want dan moest immers thuis in bad worden gedaan en trouwens, het was hoog tijd om uit te rusten ook.

Elke dag kreeg ik van Moe 2 krentenbollen mee en 2 krop-boterhammen met kaas, heerlijk, en OOK nog twee snoepjes! Krop, da's bruin brood op z'n Rotterdams. Om 7 uur 's morgens moesten we in de Rembrandtstraat verzamelen, dat was bij de Jacob Catsstraat. De eerste dag bracht je Moeder je er heen, maar de volgende dagen moest je mooi in je eentje. Als iedereen er dan zo ongeveer was, werd de groep geteld en dan in de rij, lopend naar de Boompjes. Daar lag de boot, met bovenop een groot bord waarop stond "Rotterdamsche Vacantie School". Onderweg zwaaiden de mensen naar ons, en wij maar terugzwaaiden natuurlijk. Onderweg zongen we ook liedjes, volgens de leidsters schoten we dan harder op ....

rvsboot

De stoomboot deed er wel 2 uur over om in Hoek van Holland te komen, maar dat was niet erg hoor, want we werden aan boord hard bezig gehouden met spelletjes en zo. Ons brood (je naam moest er op staan) werd in een grote kist gedaan, want dat moest bewaard worden, tot half 1. Anders zou je het te vroeg opeten. Dus tot die tijd moest ik m'n honger stillen met de snoepjes die ik gelukkig NIET in hoefde leveren. Heel veel hielpen die niet tegen de honger, herinner ik mij.

Als we aan het strand gekomen waren, stonden daar grote tenten en in die tenten tafels op schragen en hele rijen krukjes. Iedereen kreeg dan zijn eigen brood uitgereikt en natuurlijk het lekkere flesje melk, met rietje, en dan was het: "Eet smakelijk" en iedereen aan het schransen. We vielen allemaal van de graat van de honger, na al die frisse lucht aan boord.

rvsafwas

Met mooi weer mochten je schoenen uit, dan je kousen in de schoenen en het geheel met de veters aan mekaar geknoopt om je nek gehangen. Zo kon je ze niet verliezen. Zeiden ze, bij mij is het in ieder geval altijd goed gegaan. En dan naar de zee en met je voeten door het water plassen, dat werd "pootje baaien" genoemd. Ik heb op een van die dagen een hele grote schelp gevonden, de juffrouw zei: "Hou hem maar tegen je oor, dan hoor je de zee ruischen". En dat was ook zo! Ik heb de schelp mee naar huis genomen en hij heeft nog heel lang thuis op de schoorsteen gestaan. Kon ik soms even luisteren, was het net of ik weer aan het strand was.

Voor je het wist was het alweer tijd om naar de boot terug te gaan. Daar moesten we om 3 uur zijn, om weer om 5 uur in Rotterdam terug zijn. Van de Boompjes weer naar de Rembrandtstraat lopen. Inmiddels waren we wel moe en dus een heel stuk rustiger dan 's ochtends. Aan zingen kwamen we niet meer toe. In de Rembrandstraat stond mijn Vader al op mij te wachten en dan aan zijn hand snel naar huis wandelen. Eten en dan gauw ! naar bed en maar slapen als een roos. De volgende dag weer precies hetzelfde, alles lopend, naar de Rembrandtstraat, naar de Boompjes, naar de zee - en alles weer terug. Je had 's avonds geen benen meer over, joh.

De laatste dag van de R.V.S. werden we bij de Boompjes opgewacht door het orkest van de Politie en die speelden dan mooie muziek en wij dan allemaal om het luidst meezingen en op de maat meelopen. Gut, wat hadden we een fijne tijd gehad!

Uit onze buurt deden er bij elkaar wel een 200 kinderen mee. En alles was zo goed geregeld. Natuurlijk was er wel eens een valpartij, of had er iemand een kapotte knie, maar dat was alles. Op de foto hieronder zie je ons groepje: jongens en meisjes waren apart, natuurlijk! Op deze foto ben ik 9 jaar, en je herkent me aan blauwe kruisje dat ik op mijn been heb gezet. Op de foto staat onze leiding, ze dragen allebei een hoed. Zeker tegen de zon - nou, wij vonden de zon helemaal niet erg hoor. Wij hadden allemaal bruine armen en gezichten gekregen!


Na de oorlog

Na de Tweede Wereldoorlog gingen de activiteiten gewoon door, en hiervoor kan er ook weer uit de persoonlijke herinneringen worden geput. Eerst maar eens het verhaal van onze correspondent:

.... ik heb verschillende jaren zelf deel mogen nemen aan de Rotterdamse Vakantie kampen in Gilze-Rijen .... Daar konden wij op school voor sparen .... en dan in de zomervakantie moesten alle deelnemende bleekscheten zich verzamelen onder de spoorbrug achter het Haagseveer .... Daar was het een drukte van belang .... en als iedereen er dan eindelijk was vertrokken er wel 50 of meer bussen van Gebr. Maat (onder politiebegeleiding) richting Brabant. Aangekomen werden wij in grote verzameltenten gedropt. Er stonden net zoveel tenten als dat er bussen waren vertrokken. Ik denk dat wij met 20 of 30 man in zo'n tent sliepen, op echte strobalen ..... er stond om de twee grote tenten één klein tweepersoons tentje voor de leiding .... op de plek van dit vakantie-tentendorp is nu een camping .... maar de "Duiventil" (zoals wij de vreetschuur noemden) staat er nog steeds .... daar zit nu het campingkantoor in ....  de eerste twee weken van de vakantie gingen de jongens en de volgende twee weken de meiden (meisjes) .... nu begrijp ik pas waarom wij gescheiden werden .... het geheel werd verzorgd door de "Rotterdamse Bond voor Lichamelijke Opvoeding" (R.B.v.L.O.) .... van tijd tot tijd zing ik nog wel eens het kamplied .... tot grote ergernis van mijn kinderen ....

En dan Marianne, de vrouw van Alex, die eveneens het genoegen mocht smaken aan dergelijke kampen deel te nemen:

In 1954 mocht ik met de R.B.v.L.O. naar Hoek van Holland. Gedurende twee weken in de zomervakantie; vijf dagen in de week elke dag op en neer naar de Hoek. We verzamelen ons op het Afrikaanderplein en marcheerden per groep strikt in de rij naar Station Zuid. Van daar in een trein met houten banken naar Hoek van Holland.

Van het station liep je met de groep naar het strand, waar je dan eindelijk vrij mocht spelen en - voorzichtig, hoor kinderen! - pootjebaden. Ook wel zwemmen, maar dat was echt een kriem. Niet zozeer het zwemmen, maar het uit- en aankleden, want niemand mocht natuurlijk je blootje zien. En bovendien was het ook nog een gemengde groep. In mijn herinnering was het ook immer steenkoud. Omdat je je zo gewrongen moest aankleden, nam je niet genoeg tijd om je goed af te drogen. En omdat het nogal waaide was je binnen de kortste keren helemaal versteven en op je klamme huid kleefde overal zand ....

Je bracht je eigen brood mee. Maar dat mocht je niet al op het strand opeten. Gunst nee! Dat gebeurde tussen de middag in halfopen barakken. Aan lange tafels met van die banken waar de middelste alleen maar weg kon, als alle anderen al waren opgestaan. Je kreeg ook een flesje van die smerige schoolmelk.

's Middags werd er vaak gewandeld: in de duinen, in het Staalduinse bos. Ik had twee weken lang ruzie met een meisje, dat ik verder helemaal niet kende. De hele groep bestond overigens uit vreemden.

Drie jaar later, in 1957, toen ik tien was geworden, mocht ik naar een echt kamp, helemaal in Gilze-Rijen. Mijn oudere zus was daar enkele jaren eerder met een aantal klasgenoten naar toe geweest en ze had het er - zei ze - heel verschrikkelijk erg naar haar zin gehad. Zó gezellig!

Ik keek dus al jaren uit naar die vakantie. Nou dat viel mooi tegen. Ik zat wéér in een groep met allemaal vreemden, op een na. Namelijk dat meisje waar ik vier jaar eerder steeds ruzie mee had gehad.

Gelukkig waren er ook wel een paar meisjes die wél leuk waren, zodat het kamp me toch wel beviel. Ook hier weer veel spelen, nu in het bos.

Een of twee keer naar het zwembad (Bosbad Surae), een flink eind lopen. Op dinsdagmiddag ging je naar het dorp. Ik had me daar flink op verheugd, want dat zou een goede gelegenheid zijn om de snoepvoorraad aan te vullen. Dat was dus vóórdat ik wist, dat in Brabant de winkels op dinsdagmiddag sloten en niet zoals thuis op woensdagmiddag.

Slapen deden we in tenten, met zijn 26-en in een grote legertent. Als ik het goed heb, had je je eigen lakens en deken meegebracht. Je lag op een strozak, en je kussensloop had je in de strotent met stro gevuld. Met regenweer werd alles in de tent klam. Kleren, bedden, beddegoed, kinderen ....

Het eten gebeurde in een hele grote zaal. Voldoende en redelijk smakelijk. Tijdens het eten kon je het beste zien, dat het hele gebeuren veel minder gedisciplineerd was dan in Hoek van Holland. Gelukkig maar.

Er was een ziekenboeg in het kampgebouw. Die was dat jaar hard nodig, want er woedde tijdens mijn kamptijd een griepepidemie. Eén meisje uit mijn klas (dat in een andere groep zat), is zelfs daar aan de griep overleden. Dat hebben de kinderen daar niet geweten. Voor de leiding moet zoiets vreselijk geweest zijn.

Hoewel we nog niemand kennen, die op kamp was in Oostvoorne - hallo daar, zijn er nog mensen die hierover iets zouden willen vertellen? - willen we nevenstaande foto wel even tonen. Het oorspronkelijk onderschrift luidde:

Aankomst van de R.T.M. Kindertram uit Oostvoorne, getrokken door stoomloc Nummer 57, bij de Halte Hillesluis te Rotterdam.

Ziet u het opgeluchte gelaat van moeder, die samen met de broers en zusjes Grote Zus, die helemaal in Oostvoorne is geweest - met tas - op komt halen?



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

29 Augustus 2001