Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De evacuatie van het kustgebied en wat daar aan vooraf ging




En toen dook Aad een boek op van zijn Geschiedenis leraar (
link)

verseputfoto

Dr. J. Verseput

Kamer van Koophandel en Fabrieken van Rotterdam, 1928 - 1953
Gedenkboek in opdracht van de Kamer, geschreven door Dr. J. Verseput
voor de Kamer uitgegeven door W.L. & J. Brusse N.V., Rotterdam, 1955

en daar maak je natuurlijk wat samenvattingen uit, bijvoorbeeld het onderstaande verhaal, want geschiedenis blijft Aad's afwijking.





Scheen in de herfst 1942 in verband met de grote successen van Duitsland, Italië en Japan de kans op een spoedige bevrijding gering, in de wintermaanden van dat jaar ging er iets veranderen.
Langer dan twee maanden (14 September-19 November 1942) had de Duitse aanval op Stalingrad geduurd, maar de verdedigers wisten van geen wijken en nadat op 19 November 1942 het Russische offensief was losgebarsten, bleek dit een volledig succes te worden. De Duitsers moesten terug en op 2 Februari 1943 was het leger bij Stalingrad genoodzaakt zich aan de Russen over te geven.

In de loop van dat jaar werden de Duitsers steeds verder teruggedrongen, zodat in September 1944 het Russische grondgebied in feite was ontruimd.

Op 8 November 1942 begonnen de geallieerde landingen in Noord-Afrika en in Mei 1943 waren Italianen en Duitsers uit dit deel der wereld verdreven.

Op 10 Juli 1943 werd de landing op Sicilië uitgevoerd en op 3 September d.a.v. staken de Geallieerden over naar het vasteland van Italië. De omwenteling, die in dat land werd teweeg gebracht, betekende niet, dat de Geallieerden het door de toegesnelde Duitsers gevormde front konden doorbreken. In de winter 1943 was de toestand aan dit front weer gestabiliseerd.

Gedurende deze belangrijke gebeurtenissen was een begin gemaakt met de geweldige luchtaanvallen op Duitsland en waren de Geallieerden ook in het gebied van de Pacific met hun succesvolle aanvallen begonnen.
Alles scheen te wijzen op een naderende bevrijding en de duizenden die daaraan niet twijfelden groeiden in 1943 aan tot millioenen. De berichten van de B.B.C, en het geronk der vliegtuigen versterkten dezen dag en nacht in hun zekerheid.

In het diepste geheim werden sedert de herfst van 1943 de voorbereidingen getroffen voor een geallieerde landing in Frankrijk.
Op 6 Juni 1944 brak de dag der invasie aan, de dag, waarnaar de bevolking van West-Europa reeds lang reikhalzend had uitgezien. Langzaam maar zeker drongen de Geallieerden de Duitsers terug en op 4 September d.a.v. stonden zij bij de Nederlandse grens.

Ook in ons land had men met verlangen die grote dag tegemoet gezien, want de Duitse terreur was steeds toegenomen. Van alle kanten hadden de bezetters hun aanvallen op de mannelijke bevolking ingezet. De arbeidsinzet nam steeds grotere omvang aan, de razzia's tegen de Joden bereikten een ongekende uitbreiding. Zo werd o.a. het lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken M. van der Veen naar Polen gevoerd om nimmer terug te keren en eenzelfde lot trof de heer M. Maas, die sedert 1921 als ambtenaar van de Kamer werkzaam was geweest.

Het verzet tegen de onderdrukkers was feller geworden, maar dit had aanleiding gegeven tot represailles. Vele Nederlanders vonden de dood voor de Duitse executiepeletons. Eén van hen was het zeer geziene lid der Kamer W. Ruys Bzn., die in de vroege morgen van 15 Augustus 1942 op een Brabants heideveld met vier anderen als gijzelaar werd gefusilleerd, diep betreurd door zijn vrienden.

De verdediging van West-Europa tegen een mogelijke invasie had echter ook de nodige moeilijkheden voor de Nederlandse bevolking met zich meegebracht. Zo was eind 1942 de evacuatie van het kustgebied bevolen.

Op 26 October 1942 had de heer Van der Mandele het belangrijke besluit tot het instellen van een Evacuatiehulpdienst genomen. Deze dienst, welke onder leiding kwam te staan van Dr C. Visser, de secretaris van het Kantoor Delft, bijgestaan door de heren C. H. Hagedorn en Mr Jac. G. Wittkampf, secretarissen respectievelijk van het Kantoor Gouda en het Kantoor Vlaar-dingen der Kamer, stelde zich het verlenen van alle mogelijke hulp aan ondernemingen die bij de ontruiming waren betrokken, ten doel.

De Centrale Post was te 's-Gravenhage gevestigd en er waren voorbereidingen getroffen om, zodra dit nodig zou blijken, te Katwijk, Noordwijk, Brielle en Middelharnis locale hulpposten in te richten.

In het begin van 1943 was er in verband met de evacuatie van Scheveningen veel werk aan de winkel, maar toen deze reeds in Februari werd stopgezet, kwam er een tijdelijke rustperiode.

De voortgezette evacuatie van Scheveningen in September 1943 en de daarop aansluitende ontruiming van grote delen van 's-Gravenhage veroorzaakten weer een sterke uitbreiding van de werkzaamheden.

Van de "buitendienst" werkte toen slechts de Hulppost Katwijk, als gevolg van de ontruimingen van Oegstgeest, Rijnsburg, Valkenburg en Voorschoten, op volle toeren. In 1944 werd deze arbeid zeer sterk uitgebreid, doordat in Februari van dat jaar een begin werd gemaakt met de inundatie van grote gedeelten van IJsselmonde, de Hoeksche Waard, Voorne en Putten, Goeree-Overflakkee, Noord-Brabant, Tholen, St. Philipsland en Schouwen en Duiveland.

Het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart riep voor de evacuatie van bedrijven de hulp in van de Kamer van Koophandel. Op 14 Februari 1944 werd besloten hulpposten in te richten in Brielle, Oud-Beijerland, Middelharnis, Zierikzee en Tholen. Bij deze posten, die op 21 Februari met hun werkzaamheden begonnen, konden de évacué's inlichtingen krijgen over vervoer, opslag, emballage, huisvesting en financiële vergoedingen.

Toen in Maart 1944 bekend werd gemaakt, dat ook bepaalde stroken in Zuid-Holland buiten de eilanden zouden worden geïnundeerd en de ontruiming werd bevolen van het vestinggebied Hoek van Holland, waaronder de gemeenten 's-Gravenzande en Naaldwijk ressorteerden en derhalve wederom vele bedrijven dienden te worden geëvacueerd, werd op 23 Maart ook te 's-Gravenzande een hulppost ingericht.

Ter illustratie van de hulp, die werd verleend door de Evacuatiehulp-dienst, diene, dat aan inventarissen van 1.685 bedrijven werden vervoerd 60.051 m3 met een gewicht van ongeveer 10.171.000 kg en dat 440 partijen werden opgeslagen, die een waarde vertegenwoordigden van f 2.715.360,- en een oppervlakte van 9.504 m2 innamen.





Klik hier voor de overige verhalen van Dr. J. Verseput





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

10 Januari 2003