(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
In 1893 reist een journalist van het Rotterdamsch Nieuwsblad mee met het schip de Spaarndam van de NASM (Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij, later HAL (Holland Amerika Lijn) genoemd). De journalist reist 1e klas, maar hij bezoekt ook de lagere klassen tijdens zijn reis. Een helaas niet kompleet feuilleton...
Het afscheid stemt weemoedig en toch waren blijkbaar de achterblijvenden treuriger gestemd, wat verklaarbaar is, want hoevelen der vertrekkenden stellen zich voor een nieuw leven tegemoet te gaan! Wellicht zullen de meesten dikwerf met een vochtig oog terugdenken aan diens afscheidsgroet der oude wereld, dat indrukwekkende stadsgezicht over de rivier op Rotterdam door een gloed overgoten, alsof de Juli zon in April zijne macht wilde doen gevoelen.
Het beeld van het bedrijvige leven: het stadsgezicht verdween en daarna ook het prachtige, jeugdige groen van het Park, dat mede sprak van nieuw leven, dat noodde tot terugkeeren: hen, wien het oude vaderland nog werk, ja een toekomst bood.
Wij werden gewekt door het muziekkorps, dat opriep 's morgens halfzeven getuige te zijn van de inscheping van nog enkele eerste klasse passagiers, en een 250 Italiaansche, Fransche, Grieksche, zelfs Syrische landverhuizers, die het aantal medevarenden op 1.252 brachten, daaronder begrepen de 106 koppen voor de verschillende diensten door de Maatschappij gesalarieerd.
Alle landverhuizers moeten naar het dek, om tot elf uur den matrozen gelegenheid te geven met een slang op de zeewaterleiding en duchtige bezems zorg te dragen voor algemene reinheid. Bij kalm weder worden 's morgens reeds vroeg de luiken opengegooid en treedt er voldoende frissche lucht toe, doch bij ruw weder laat de atmosfeer der benedenruimten wel wat aan zuiverheid te wenschen over, want al hebben de vrouwen voor hare hulp eene stewardesse gelijk hare lotgenooten in de eerste klasse, de minder aangename geuren blijven evengoed hangen in de meer beperkte ruimte.
Het kan daar buiten bar guur zijn en zoo komt het voor, dat de reinigingsdienst niet bij machte is met goede of harde woorden de verblijven te doen ontruimen.
Schoongemaakt moet er echter worden en helpt niets anders dan moet de brandende zwavel tijdelijk de tusschendekken onbewoonbaar maken; voor zulk een desinfectie vliedt de traagste.
Het laat zich echter hooren, dat zelden tot zulke middelen de toevlucht genomen behoeft te worden.
Iets voor onderweg.....
Met de Nederlanders onder hen waagde ik mij als hooger geplaatst passagier, een redekaveling op te zetten. Vooral ook onder de Friesche en Groningsche landbouwers werden zeer geschikte menschen aangetroffen: met leedwezen ziet men hen naar elders vertrekken, doch met volle vertrouwen dat zij zullen slagen in de Nieuwe Wereld ruimer betaald werk te vinden, kan men hun een vaarwel en welslagen op hun onderneming toewenschen.
Doch de purser wacht ons om voor te gaan naar de laadruimten
waarin de kribben voor de passagiers zijn opgeslagen in getimmerten, ieder met twintig bedden, twee boven elkaar en nadat hij ruimte gemaakt heeft door de wachtenden, dalen wij de trap af, die ons leidt naar de ruimte tusschen de bedden waar langs de tafels, alle derde klasse, staan geschaard om hun deel te ontvangen uit den algemeenen pot.
De eetzaal in de 3e klas
Een paar matrozen hebben met eenige behulpzame handen de groote vertind ijzeren ketels met soep, nu erwtensoep, reeds omlaag gesjouwd en op een gegeven sein begint met onpartijdige hand de uitdeeling: eerst van de soep, die opgevangen wordt in een blikken voorwerp dat als bord uitstekend dienst doet: het heeft den vorm van een groot deksel van een chocoladebus.
Behalve dit huishoudelijk artikel heeft ieder nog een kroes en mes en vork, alle zaken met bed en een deken, door de Maatschappij aan hare klanten in vollen eigendom afgestaan.
Alles doet slechts een reis dienst.
In de soep krijgt ieder voor de hand een stuk spek. Na het spek volgen de aardappelen, die niet naar den Hollandschen smaak worden bereid, want deze gaan ongeschild in den pot en komen er dus onbewerkt weder uit.
De Duitschers en anderen zijn gewoon die veldvrucht zoo te eten, zij beweren zelfs dat de smaak dan beter behouden blijft, doch de Hollanders kunnen zich er maar niet mede vereenigen.
De luid herhaalde uitnoodiging 'Wie mot er nou nog wat snert?', waaraan maar spaarzaam werd gehoor gegeven, gaf aan dat er voldoende eten verstrekt werd en de qualiteit was goed, want een belangstellende vraag aan een flinken Frieschen boer Wel hoe heeft het gesmaakt?, werd beantwoord met Wel man het smaakt nog en de lepel, dien hij een een oogenblik had laten rusten, werd weder ter hand genomen.
Het menu op gewone dagen krachtig maar eenvoudig, is op zondag meer uitgebreid. Zoodat dan de pot schaft bijv. rijstsoep, versch rundvleesch, aardappelen en rijst met krenten,
's Morgens vroeg krijgt ieder bij zijn koffie twee zware sneden wittebrood met boter, 's avonds thee met brood met boter en kaas of siroop, ook wel een haring.
Zware twisten komen aan boord onder de landverhuizers zelden voor, wegens het verbod sterken drank mede te mogen brengen en de verstandige maatregel geen drank verkrijgbaar te stellen. Enkel is voor geld te bekomen: chocolade, eieren, sinaasappelen en eenige neutrale dranken. Bouillon, die in de andere klassen op aanvrage wordt verstrekt, wordt hier slechts op voorschrift van den dokter toegediend.
De bevolking van zulk een schip, grooter dan van menig dorp, staat onder nauwlettend toezicht van een medicus: op deze booten een gediplomeerde volgens de Amerikaansche wet, opdat hij bij de quarantaine met kracht van woorden alle reizigers gezond kan verklaren. Hij hield daarvoor bij het aan boord komen een generale inspectie en neemt de voorzorg alle derde klassers onderweg nog maar eens tegen de pokken in te enten.
Bij de Hollanders vindt dit zoo nu en dan wel eens tegenstand en gemoedsbezwaren, doch de verklaring dat zij anders in Amerika niet mogen landen, doet de eisch van het materieele leven zoo sterk spreken, dat tenslotte allen zich onderwerpen. Voor ernstige gevallen is er in de derde klasse een hospitaal ingericht, bestaande uit zes ruime kooien.
Het toilet der heeren en dames laat wat zindelijkheid betreft, wel iets te wenschen over. De Friezen zitten het best in hun plunje, dan volgen de Duitschers, de Franschen, de schilderachtig morsige Italianen, de smerige Poolsche joden, de Arabieren en de Syriers. In deze volgorde worden de landslui door de maatschappij ook geladen: de Hollanders krijgen de beste en luchtigste plaatsen, terwijl achter in het donkere ruim de Arabieren en Poolsche joden leven. Behalve de rangschikking naar de natiën worden de reizigers verdeeld naar hun burgerlijken staat: gehuwden blijven met hunne kinderen in de atdeelingen voor familien, ongehuwde heeren wonen afzonderlijk en geheeI vooraan in het schip verblijven de maagden.
Ieder oogenblik krijgt men in den eerste klasse een schoon bord en dan staat er dadelijk weer een kerel met een of andere groente of vleesch of zoo iets naast je. Dat gaat zoo ongeveer een uur door. Vleesch-aardappelen (1 ot 2) - schoon bord - taart - schoon bord - aardappeltje-Vleesch enz.
De ontspanningszaal in de 1e klas
Af en toe trekt het psalmgezang der boerenlandverhuizers, dat herinnerde aan een zwoelen zomer-zondagmorgen dwalend nabij een dorp, de aandacht.
Het was acht uur in de avond geworden, doch de quarantaine-dokter was zoo beleefd, langszij te stoomen en de scheepspapieren in te zien. De landverhuizers defileerden daarna met ongedekte hoofden voor hem en den scheepsdokter. En na afloop dezer inspectie gaf hij verlof zonder buitengewone quarantaine de haven van New York te bezoeken.
Ik moest eens opletten, hoe die derde klassers, die nu niet met een tang zouden zijn aan te raken, te New York voor den dag komen. Komen wij daar tegen den avond aan, dan kleeden allen zich als heeren voor de inspectie van den quarantaine-dokter, die aan boord komt. En even kranig stappen zij den volgenden morgen in de loods aan de kade van Hoboken, om zich tot nadere visitatie naar Sandy Hook (Ellis Island) te begeven.
Die naar Amerika heentrekt wete, dat hij moet verzwijgen, dat hij met een vriend of bloedverwant reeds in correspondentie is geweest en deze hem beloofde voor werk te zorgen.
Zonder vooruitzicht op werk is het gewaagd naar het Westen heen te trekken, want de veertig dollars, die ieder bij zich moet hebben, voordat hem vrij verkeer in de Vereenigde Staten wordt toegestaan, zijn spoedig uitgegeven.
Vertrouw niemand in Amerika en allerminst uwe eigen landgenooten. Daar wordt meer dan elders geëerd de man, die den dollar bezit, minder dan ergens gevraagd hoe hij tot dat bezit is geraakt.
Zoo'n 125 jaar later ging Arnoud, de zoon van de webmaster, ook een keer naar Amerika, klik HIER voor zijn schitterende verslag en waar ging hij toen ook op bezoek :Voor meer landverhuizers verhalen klik je even HIER
Zoals gepland (en wie mij kent weet dat gepland=gebeurt, heb je die Rotterdamse gennen weer...) ben ik afgelopen zaterdag naar Ellis Island gegaan.
Ik had ook nog naar het Vrijheidsbeeld kunnen gaan, maar alleen de mensen die om acht uur 's ochtends voor de kassa in de rij staan en met de eerste boot mee kunnen mogen er in, dus dat leek me weinig zinvol.
Bovendien, de boot naar Ellis Island komt op 50 meter van Liberty Island, ligt vijf minuten stil op de meest fotogenieke locatie, en vaart dan pas door.
Achterom gekeken vanaf de bootHet Vrijheidsbeeld is overigens inderdaad echt veel kleiner dan op TV. Niet zo gek als je bedenkt dat het door dezelfde man is ontworpen als de Eiffeltoren. Een Fransman zal er eens voor zorgen dat een ander land een hoger object heeft dan La France tenslotte...
Ellis Island is erg indrukwekkend. Tussen 1850 en 1904 zijn hier miljoenen mensen aangekomen in de hoop een nieuw leven op te bouwen in de United States of America.
Je kunt de route die ze moesten nemen precies volgen, met informatieve bordjes overal.
De bordjes zijn -echt Amerikaans- kort en oppervlakkig, maar enig zoeken geeft uitgebreidere informatie.
Kort gezegd: iedereen mocht er in, tenzij je waarschijnlijk een belasting voor de samenleving zou vormen. Mensen die:
- niet tenminste $25 bij zich hadden
- vrouwen die niet getrouwd waren
- besmettelijk zieken
konden dus per kerende boot retour.
De maatschappij moest dan overigens opdraaien voor het kaartje.
Overigens was er op het eiland altijd wel een pastoor of dominee aanwezig die tegen geringe vergoeding mensen in de echt verbond.
Leuk was ook de lobby van de Amerikaanse dagloners, die er voor zorgden dat het wettelijk verboden werd om contractarbeiders te importeren uit Polen.
Een nieuw aangekomene moest dus aantonen dat hij zich zelf kon redden, maar mocht niet zeggen dat hij al een baan had.
Je kon in de computer daar opzoeken of een voorvader of -moeder ooit via Ellis Island geimmigreerd was.
Tip: probeert u ook eens de Amerikaanse spelling van uw naam, niet alle immigratieambtenaren konden even goed Gryczwkyk spellen.
Geen Engelfrieten, wel een aantal Engelfrieden, waaronder zowaar een Richard uit Stuttgart, 1923. Oude spelling? We zullen het eens aan Oma Alie vragen.......
Op http://www.ellisisland.org/ kun je alles nazoeken.
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|