Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over Jannetje Kleijmeer, mijn betovergrootmoeder

Onderzoek door: Eric Eijgelsheim ( geb. 's-Gravenhage 22-03-1958 )

Jannetje Kleijmeer was mijn betovergrootmoeder. De moeder van mijn vaders oma: Adriana Johanna Koeman, geboren op 2 Oktober 1879 te Alkmaar en overleden op 9 december 1955 te Rotterdam.


Adriana Johanna was, zoals zovele meisjes, naar Den Haag vertrokken om als dienstmeid te gaan werken.


Adrian Johanna Koeman ontmoette daar de opa van mijn vader, Willem Frederik Eijgelsheim ( geb. 10 Augustus 1876 te Den Haag en overleden op 27 Mei 1921 te Rotterdam ).



Willem Frederik was van Rotterdam, waar zijn ouders tussen 1879 en 1882 naar waren verhuisd, teruggekeerd naar Den Haag toen hij oud genoeg was.
Ook zijn oma, Gerritje Pfijffer ( geb. 04-05-1806 te Den Haag ) kwam er vandaan, voordat zij naar Leiden verhuisde.



De ouders van Willem Frederik, Wilhelm Frederik ( 20-04-1844 / overleden 16-12-1931 te Overschie en woonachtig Paralelweg 33 ) en Catherina van der Dooren ( 26-08-1844 / 26-01-1901 ) huwden op
5 April 1882. Zij hadden toen al vier kinderen gekregen. Evenals mijn vader's opa, Willem Frederik, werden allen door dit huwelijk, als hun kinderen, erkend.

Nog voordat Willem Frederik en Adriana Johanna gehuwd waren, raakte Adriana Johanna zwanger van hun eerste zoon, Willem Frederik Eijgelsheim Jnr.
Hij werd geboren op 6 maart 1898 te Den Haag en overleed na bijna 5½ maand op 19 Augustus dat jaar. Hij had anders de oudste broer van mijn opa geweest.
In de tussentijd waren Willem Frederik en Adriana Johanna, op 19-06-1898, in ondertrouw gegaan te Rotterdam en gehuwd op 6 Juli 1898 te Den Haag !

Willem Frederik was, in 1898, net 22 jaar geworden toen beide hun eerste kind verloren op 19 Augustus 1898, genoemde Willem Frederik Jnr.. Zij waren toen bijna 1½ maand gehuwd.
Beide verhuisden drie dagen later naar Rotterdam, op 22 Augustus 1898 naar het Haagscheveer 19, waar hij echter al in 1897 stond geregistreerd, maar in Den Haag werkzaam was.
Aan het Haagscheveer 19 te Rotterdam was zijn vader, W.F. Eijgelsheim ( 1844 - 1931 ) met diens broer H. Eijgelsheim ( 09-07-1845 / 29-08-1915) reeds woonachtig .

Willem Frederik werd van gewoon loswerkman in Den Haag, huisschilder in Rotterdam en leerde het vak van zijn vader en ooms, de broers van zijn vader ( kinderen van Gerritje Pfijffer en Philippus Jacobus Eijgelsheim ).
De ooms, die het beroep schilder, huisschilder of meesterschilder beoefenden waren Christiaan Wilhelm ( 22-02-1843 / 27-11-1916 ); Hendrik ( 09-07-1845 / 29-08-1915 ) en Willem Frederik George Lodewijk ( 06-03-1847 / 02-06-1927 ).

Willem Frederik Sr.'s moeder, Catherina van der Dooren overleed op 26 Januari 1901, 1½ maand voordat het tweede kind van Willem Frederik en Adriana Johanna werd geboren. Zij werd genoemd naar haar oma, Jannetje Kleijmeer; van haar moeder's kant. In totaal kregen Adriana Johanna en Willem Frederik negen kinderen.
Jannetje Eijgelsheim werd geboren op 12-03-1901 in de Raampoortstraat 45 ( ! ) te Rotterdam ( ten NW van het Hofplein ) bij meesteres en vroedvrouw Johanna Muller, zo blijkt uit het adressen- en geboorteregister van de Gemeente Rotterdam en is op 94-jarige leeftijd overleden te Rotterdam op 09-07-1995.


Mijn vader noemde haar Tante Jans. Zij huwde op 21-07-1926 te Rotterdam met Willem Johannes Marie Teurlings ( geb. 15-08-1904 te Breda / ov.: 29-01-1976 te Rotterdam ).


Ik kan me haar nog herinneren, hoewel ik haar, als kind, misschien twee of drie keer heb gezien. Het was een vriendelijke vrouw vond ik, met een vriendelijk gezicht. Ik zal acht tot tien jaar zij geweest.
Jannetje Eijgelsheim was de oudste zus van mijn opa, genoemd naar zijn vader: Willem Frederik Eijgelsheim ( geboren 17-01-1906 en overleden op 03-03-1968; ik was toen bijna tien jaar ).


Willem Frederik en Adriana Johanna woonden alweer ruim 2½ jaar in Rotterdam, toen Jannetje Eijgelsheim geboren werd.

Kort na hun vertrek naar Rotterdam in 1898 bezocht Jannetje Kleijmeer () de grote stad Rotterdam, om haar dochter bij te staan, na het overlijden van hun eerste kind. Het was uiteindelijk haar kleinkind en haar dochter had het al moeilijk genoeg met de verhuizing naar Rotterdam gehad.
Jannetje Kleijmeer was gehuwd op 31 Oktober 1875 te Alkmaar - nr. 90 GenLias - met Jan Koeman, geb. 1847 / 1848 te Zuid-en Noord Schermer.


Jannetje Kleijmeer was de dochter van Pieter Gerritzn. Kleijmeer ( geboren 1813 / 1814 te Noord-Schermer ), boerenknecht, voerman en Jannetje Furstenberg. Zij kregen minstens drie kinderen.
Haar man, Jan Koeman, was de zoon en enig kind van Jan Koeman ( geboren 1822) en Aafje ( Heijnis ) Heinis ( geboren 1823 ), met wie hij op 5 December 1847 huwde te Zuid en Noord Schermer.

Zuid en Noord Schermer is een aloude naam voor het huidige ( vanaf 01-08-1970 ): Schermer.

Jannetje Kleijmeer zou maar liefs veertien (half-)broers en ( half-)zusters hebben, terwijl er haar maar twee bekend zijn: één half zus ( Bregje Kleimeer: geboren 1837 te Alkmaar en overleden voor 1881 ) uit het eerste huwelijk van haar vader op 1 maart 1835 met Geesje Pietersd. Glijnes ( geboren 1808 / 1809 te Akersloot, van beroep dienstbode ) en één halfbroer ( Gerrit Kleijmeer: geboren 1843 / 1844 te Alkmaar ) uit zijn tweede huwelijk op 30 Januari 1842 te Alkmaar met Dieuwertje Blom ( geboren 1813 ).

De enige en volle ( oudste ) broer van Jannetje Kleijmeer ( voorzover bekend ) was Adrianus Kleijmeer, geboren op 15-12-1845 te Alkmaar en Nederlands Hervormd. Deze was kantoorloper, incasseerder.
Een ( het ) ''volle'' zusje van Jannetje Kleijmeer heette Grietje Kleijmeer, geboren 1861 / 1862 te Alkmaar.
Tevens is er nog een andere volle broer - in sommige archieven - bekend: Cornelis Kleijmeer ( geboren ca. 1850 te Alkmaar ), gehuwd met Barendina Johanna van Berschot ( geboren 5 April 1857 te Delft ).

Jannetje Kleijmeer nam haar tijd om de zaken eens goed op een rijtje te zetten voor haar dochter en was in weer en wind, 's Ochtends vroeg vanaf station Alkmaar richting Rotterdam, Station D.P. ( Delftsche Poort ) vertrokken. Ze was alleen gekomen. Jan Koeman moest bij een molenaar werken. Dat deed hij zes dagen per week, vijftien uur per dag voor nog geen zeven gulden per week.

Station Alkmaar werd in gebruik genomen op 20 december 1865 met de opening van de spoorlijk Den Helder - Alkmaar. Dit was de tweede door de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij ( HSM ) in gebruik genomen spoorlijn, na de Oude Lijn: Haarlem - Amsterdam ( op 20 September 1839 ) en later verder naar Den Haag - Rotterdam.


Zij wist van aanpakken en haar schoonzoon, Willem Frederik Eijgelsheim had weinig te zeggen als zij bij hun op bezoek was. Jannetje kookte. Iedere dag kwam er gortepap of stamppot op tafel, zoals ze thuis gewoon was.



Jannetje Kleijmeer was in de begindagen een grote steun voor Adriana Johanna geweest en om niet teveel heimwee naar haar te krijgen, wanneer ze weer vertrokken was, besloten zij eens diep in de buidel te tasten en Jannetje Kleimeer naar de hofleverancier, zoals hij zichzelf noemde, foto Wm. Ganter in de Jonker Fransstraat 120 - 124a te Rotterdam te sturen. Deze fotograaf zat er al sinds 1875.

En dit is er van geworden ( zie onder ). Jannetje Kleimeer was toen 51 a 52 jaar:


Jannetje vertelde dat ze wel eens eerder zo'n prentje had willen laten maken, maar dat vader toen geen goede Adamsrok meer had en het portret voor later was. '' Voor als we er niet meer zijn '', had Jan Koeman gezegd. Pas jaren later, na het portretje in Rotterdam ( ca. 1898 ) kwam het ervan. Jannetje Kleijmeer overleed 30 Juli 1903.

De Photograaf kwam oorspronkelijk uit de omgeving St. Jansteen in Zeeland. Hij was in West-Friesland op bezoek en had prenten van zichzelf afgedrukt voor toekomstige clientèlé.

En … nu nog eentje van dichtbij …

Jannetje verbleef enkele dagen in Rotterdam aan het Haagscheveer 19 te Rotterdam. Ze vond het ujitzicht op de Delftschevaart maar wat prachtig. Willem Frederik vertelde haar de familie-verhalen van Rijshouwer, van van Vollenhoven, over de Goud- en Zilversmid Hellegers, het geschonken schip 'de Groningen ' en over het Gereformeerd Burger Weeshuis aan de Goudsche Wagenstraat.

Op haar beurt vertelde Jannetje ook iets over haar familie-geschiedenis. Ze vertelde, voor de zoveelste keer in haar leven, dat de naam Kleijmeer ook wel voorkwam als Kleymeer, Kleimeer en Cleijmeer en nog wel 7 varianten meer.

Haar oudst bekende voorvader van de familie was ene Dirk, die in de 1e helft van de 17e eeuw werd geboren en getrouwd moet zijn geweest.

Willem Frederik onderbrak haar door te zeggen dat zijn oudst bekende voorvader Philip Jacob Eichelsheimer was, die in 1740 werd geboren.

Deze Dirk trouwde op 15 november 1671 met Aaf Cornelisdr. ( geboren ca. 1645 te Broek op Langendijk ) en kreeg ca. 1645 een zoon, Symon, vertelde Jannetje een beetje geïrriteerd verder, omdat Willem haar onderbroken had in haar familieverhaal.

De kleinzoon van deze Dirk, de zoon van Symon en naamgenoot van zijn grootvader Dirk wordt in 1733 met de naam Cleijmeer aangeduid, die hij voor het eerst officieel in 1748 gebruikt. Hij heette dus voluit Dirk Symonszn. Cleijmeer (geboren in 1684).

Op 13 Juni 1734 wordt in de Geref. kerk te Koedijk gedoopt Jan Dirksz. ( overleden op 5 December 1791 te Heiloo ) als 13e en laatste kind van Dirk Symonsz. en zijn derde vrouw Trijntje Jansd., ( geboren ca. 1690, overleden 1 December 1758 te Koedijk op 68 jarige leeftijd ), waarmee hij op 24 Januari 1723 te Koedijk was getrouwd in de gereformeerde kerk van Koedijk.
Jan Dirkszn. was eerder getrouwd geweest met resp. Johanna van Till in 1766 ( 1734 - 1777) en met Grietje Jacobs Mooij in 1778 ( 1752 - 1795 ).

Zijn vader, de eerder genoemde Dirk, was molenaar op de watermolen van het poldertje Cleijmeer, gelegen in het Geestmerambacht achter de Noord-Koedijk. Het was daar hard ploeteren voor Dirk, die door zijn beroep meestal werd aangeduid als Dirk Symonszn. Molenaar. Hij bezat verder nog wat riet- en zaadland in de Cleijmeer, waarop hij o.a. mierikswortelen verbouwde.
Naarmate de jaren verstrijken komt vader Dirk in financiële problemen, zodat hij tenslotte in 1748 een stuk rietland moet verkopen. Bij deze verkoop wordt voor het eerst de poldernaam als familienaam gebruikt; hij noemt zich dan Dirk Symonsz. Cleijmeer.
Financieel gaat het echter geheel mis, zodat tenslotte in 1757 voor het gerecht van Koedijk een stuk zaadland door het gerecht van Koedijk wordt verkocht wegens achterstallige lasten.
Zoon Jan Dirkzn. Cleymeer koopt dit stuk land voor 2 Carolingische guldens

note: Gulden betekent gouden en de eerste gulden werd florijn genoemd, naar de Florentijnse lelie uit het wapen van de stad Florence, waar in 1252 de eerste belangrijke gouden munt sinds de Karolingische tijd werd geslagen, vandaar het f teken en de fl. aanduiding.
Carolingische gulden ( Carolus gulden, sinds 1521 en genoemd naar Keizer Karel V ); de eerste Nederlandse munteenheid die ook in een groot deel van Europa circuleert.

Een half jaar later, op 1 December 1758, overlijdt Trijntje Jansd. en nog geen twee maanden later, op 25 Januari 1759 gevolgd door haar man Dirk Symonszn.

Een jaar later wordt de zoon Jan ( Dirkzn. ) Cleymeer teruggevonden in de Bergermeer. Hij verkoopt dan een huis en erf aan het Noordeinde te Koedijk aan Pieter Ariszn. en Theunis Claasz. Ook verkoopt hij dan het stuk zaadland, dat hij destijds voor 2 guldens had gekocht, voor 107 guldens en 10 stuyvers aan Yff Bouwens te Koedijk.
Zes jaar later duikt Jan Dirkszn. weer op te Heiloo, als hij op 16 Februari 1766 voor Schout en Schepenen van de heerlijkheid Heijloo en Oesdom de huwelijkse voorwaarden laat vastleggen voor zijn huwelijk met Johanna van Till, die hij wel in Heiloo zal hebben leren kennen, omdat haar ouders, broers en zusters in Heiloo hebben gewoond voor dat zij naar Egmond-binnen verhuisden. Uit het huwelijkscontract blijkt dat de getaxeerde waarde van de inbreng van Johanna van till, waaronder meubilair, goud, zilver en juwelen, f 600,- bedroeg.

Jan Dirkszn. brengt in '' sijn kleederen alsmeede linne en wollen ''. De waarde wordt niet ingevuld. Het geld komt dus duidelijk van Johanna. Om dit in haar familie te kunnen houden, bepaalt zij dan ook, dat bij haar overlijden haar kleren, goud en zilver naar haar zuster Cornelia van Til gaan, die in 1755 te Amsterdam gehuwd was met Jan Egeling.

De acte wordt tenslotte ondertekend door Jan met een kruis en door Johanna met haar volledige naam.

In de volgende jaren blijkt duidelijk dat Jan Cleijmeer nu over meer geld kan beschikken. In 1769 koopt hij twee stukjes land in de Oosterpolder voor 400 gulden, in twee termijnen te voldoen. Verder een huis en erf van 250 roeden ( 1 hondsbosse roede = 11,72 m2 ) aan de Heereweg bij de meelmolen voor 215,15 gulden.
Erg lang woont hij daar niet, want in mei 1771 verkoopt hij het weer voor 220 gulden aan ene Abraham Corneliszn., die dit bedrag in 4 jaar zal betalen. Blijft hij in gebreken dan vervalt het huis weer aan Jan Kleijmeer ( in een nieuwe schrijfwijze ! ).
Om toch onderdak te hebben koopt Jan op dezelfde datum een ander, kleiner huis en erf van de armenvoogden van Heijloo voor 275 gulden. Dit huis staat in de kerkbuurt tussen de Heereweg en het Hollewegje. Er was een voorwaarde aan deze koop verbonden, namelijk '' dat er niet in mag worden gebacken ''.
Jan Kleijmeer's eerste vrouw: Johanna van Til overlijdt op 16 Oktober 1777. Ingevolge het huwelijkscontract werden de nagelaten goederen getaxeerd. Zij hadden geen kinderen.
Eerder had Johanna bepaald dat, bij haar overlijden, haar bezittingen als goud, zilver en kleren naar haar zuster Cornelia zouden gaan. Hierover werd in het taxatierapport niet gerept.
Over de rest moet Jan als erfgenaam successie betalen. het huis is dan geschat op 200 gulden en de grond op 600 gulden. Het overlijden van Johanna wordt tenslotte aangetekend in de classis ( een regionale vergadering binnen een protestants kerkgenootschap ) van 3 gulden, waaruit een zekere welstand blijkt.

Lang heeft Jan niet getreurd, want binnen drie maanden, op 10 Januari 1778 doet hij in de Gereformeerde kerk te Heiloo al aangifte van zijn voorgenomen huwelijk met zijn nichtje Grietje Mooy. Zij is bijna 18 jaar jonger en geboren te Egmond-Binnen en aldaar gedoopt op 13 Februari 1752 als dochter van Jacob Corneliszn. Mooy en Geertruy van Til, een zuster van Jan's eerste vrouw. De impost ( doorverwijspagina) kost Jan drie guldens.

In Februari 1778 verkoopt hij zijn land in de Oosterpolder aan ene Jan Albertszn. Groot voor 850 gulden. Iets anders komt er niet voor terug. Wel verschijnen nu zijn kinderen, zegt Jannetje Kleijmeer tegen Adriana en Willem, die aandachtig luisteren, waaronder mijn opa, zei Jannetje Kleijmeer, Gerrit Janszn. Kleijmeer, gedoopt op 21 mei 1786 in de Hervormde kerk te Heiloo en te Alkmaar is overleden in 1837.
Hij huwde mijn grootmoeder, zei Jannetje Klijmeer, Jansje (Jantje of Jannetje ) Houtkooper, geboren 12-10-1782 te Groot ( Zuid ) Schermer ( overleden 1854 ).

Uit dit huwelijk zouden zeker acht kinderen voort gekomen zijn ( ene Jan, ene Jacoba geboren te Omval onder Alkmaar in ca. 1826 en overleden na 1877 en zo nog vier ), hoewel andere bronnen maar vier kinderen vermelden ( o.a. zonder deze Jan en Jacoba ), waaronder mijn oom Jacob ( Jakob ) Kleijmeer en Pieter Gerritszn. Kleijmeer, mijn vader, zei Jannetje Kleijmeer.
Dus hoeveel ooms en tantes ik van die kant heb, weet ik niet precies, zei ze tegen Adriana en Willem.

'' Ook mijn oom Jacob heeft voor een uitgebreid nageslacht gezorgd, evenals mijn vader die driemaal huwde en totaal 15 kinderen kreeg, zoals ik al heb verteld '', zei Jannetje, en zoals men het mij ooit eens verteld heeft. Ik weet alleen van een halfbroer en een halfzus en een volle broer, Adrianus en een volle zus, Grietje.

Nou ja, … '' Ik was bij Jan Dirkszn. gebleven, die zijn land voor 850 hele guldens in de Oosterpolder had verkocht en vertelde over zijn kinderen, waaronder mijn grootvader, Gerrit Janszn., ging Jannetje Kleijmeer verder tegen haar dochter Adriana en Willem, haar schoonzoon, die af en toe langzaam de ogen sloot.

Op 26 November 1788 koopt Jan Dirkszn. Kleijmeer een klein stukje '' geestland '' van de gevolmagtigden van de erven Jonkheer Willem van Cats, op een veiling voor 11 gulden. Dit stukje grond, dat de naam droeg '' de Droone van Oudorp '' ( een kroft land in de Nieuwpoort afkomstig van ene Adam Diricxsz Hinderduyn 27 Juli 1609 ), bevatte ook nog een slipje bosland en lag aan het St. Willebrortswegje en het Hollewegje.

Op 17 Januari 1792, precies 13 jaar na zijn eerste kind, wordt het laatste kind gedoopt. Het wordt naar zijn vader Jan genoemd, omdat onze stamvader Jan Dirkszn. anderhalve maand ervoor, op 5 December 1791, is overleden, ruim 57 jaar oud. Zijn vrouw, Grietje Jacobsdr. Mooy, heeft het overlijden van haar man aangegeven. En dat gebeurde pro deo, evenals de overlijdensaangifte van zijn naamgenootje, die 5 maanden na de doop, op 17 mei 1792, is overleden.

Grietje Mooy blijft dan met een aantal kleine kinderen achter. De zekere welstand van vroeger is verdwenen, gezien de pro deo aangiften. Verder blijkt dit ook uit een hypotheekbrief, opgesteld op 16 Januari 1794, waarbij de weduwe van Jan Dirkszn. Kleijmeer 200 gulden leent van de Diaconie te Heiloo met als onderpand haar huis en erf, haar persoon en al haar goederen, niets uitgezonderd. De rente bedraagt 2½ % en de aflossing zal geschieden in 4 jaarlijkse termijnen, gerekend vanaf 1 September 1793.
Zij zal de schuls echter niet geheel af kunnen lossen, want op 12 Augustus 1795 doet de Diaconie aangifte, pro deo, van haar overlijden. En hierdoor komen alle nagelaten goederen in handen van de Diaconie.

Deze laat dan ook in het kerkeraadsboek op 10 September 1795 aantekenen, dat is '' goedgevonden om de boedel aan te slaan, de goederen tot geld gemaakt, de kinderen voor onze rekening genomen om een te besteden & onder ons toezicht te nemen. Terwijl de somma van de verkochte goederen in onze diakoniënkas is geborgen en verantwoord. Petrus Spoors. ''

Het huisje in de Kerkbuurt, waar Jan Dirkszn. eerst met Johanna en later met Grietje, bijna 25 jaar heeft gewoond, wordt op 3 November 1795 door de Diaconie verkocht voor 300 gulden aan ene Arie Barentszn., terwijl het stukje grond op 31 December 1796 van de hand wordt gedaan voor 10 gulden aan ene Jan Scheffers.

De naam Kleijmeer, zei Jannetje, is dus afkomstig van de Cleymeer-polders in de banne van Koedijk ten noordoosten van Koedijk in het gebied van de Geestmerambacht. De Cleymeer werd in 1567 drooggemalen. Op 25 augustus 1567 namelijk ondertekende Philips II van Spanje het octrooi om te mogen bedijcken zeeckere meeren genaempt die Cleymeeren.
Deze Cleymeeren lagen in de banne koedijk, zoals gezegd. Dit Geestmerambacht vormde een waterschap met een eigen boezem, de Raaksmaatboezem. In het westen beschermd tegen de Rekere door de Coedijk, tegenwoordig Noordrekerdijk geheten en in het oosten door de Oosterdijk, waarop de Langedijker dorpen.

Jannetje keek Adriana Johanna eens aan, of dat ze zeggen wilde: '' die ken jij ook nog wel ''.

Het gehele gebied bestond uit plassen, sloten en moerassige gronden, waarop hoofdzakelijk riet groeide. Om de waterhuishouding te kunnen regelen en in de hand te houden was al in 1544 door Karel V het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende sluizen in Kennemerland en West-Friesland ingesteld. Met behulp van watermolens werden de meren en plassen drooggemalen en in cultuur gebracht.
Rijke kooplieden belegden hun gelden in grond. Dat deze eerst nog boven water gebracht moest worden was geen bezwaar. Men financierde de inpolderingen, waardoor men recht had op een deel van de nieuwe poldergronden.
In 1564 was een octrooi verleend aan de Antwerpse koopman Arnoult Barnard om de Groote en Cleyne Cleymeeren, bijna 70 morgen groot op zijn kosten te bedijken en tot land te maken. Hij moest dit binnen drie jaar realiseren. Aangezien hem dat niet lukte binnen de gestelde termijn kreeg de Amsterdamse koopman en poorter Jan Michel Louffszn. in 1567 de kans om tot bedijking over te gaan.
Jan Louffszn. slaagde er met zijn medebedijkers wel in de beide meertjes met een molen droog te krijgen. Er ontstonden 3 poldertjes: de Kleine-, de Noorder- en de Zuider Kleimeer.
Door het bezwijken van de Hondsbossche zeewiering in 1570 liep de Geestmerambacht onder water. Ze zijn weer drooggekomen.
Anno 2008 is het een natuurgebied. De naam is dus een typisch geografische naam, die in de loop van 250 jaren op allerlei manieren werd geschreven. '' Ik weet er alles van '', zei Willem Frederik. Bij ons precies hetzelfde.

Na enkele dagen en tot genoegen van Willem Frederik, vertrok Jannetje Kleijmeer terug naar Noord-Holland. Ze vertrok per trein vanaf het station D.P. ( Delftsche Poort ).
De stoomtrein vertrok zuchtend en kreunend naar West-Friesland, richting Alkmaar. Onderweg, tijdens een stop op een perron, wist een stoker van de trein Jannetje te vertellen dat de trein per 100 km. wel 400 Kg cokes verbruikte of 450 Kg. Steenkolen, 2½ liter olie en zes ons vet. Hij kreeg een premie wanneer hij bespaarde, maar als door verkeerde zuinigheid oponthoud ontstond kreeg hij een boete


Op 11 december 1868 werd het nieuwe "eerste" Rotterdamsche treinstation van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, 400 meter naar het noordwesten van de Delftschepoort gepland, onder de naam " Station D.P. ( Delftschepoort ) ", waar het op zaterdag 28 april 1877 werd geopend, tezamen met het viaduct en de nieuwe spoorbrug.



'' Lief kind, Bedankt voor de fijne dagen. De reis is goed verlopen, hoewel ik uit een diepe slaap pas in Egmond aan Zee pas ontwaakte op het stoomtramstation aldaar.
Ik kon de 37 meter hoge vuurtoren van J.C.J. van Speijk, uit 1833 zien staan en moest de nacht bij kennissen doorbrengen. Vader was in alle staten de volgende dag. Pas goed op jezelf en nogmaals hartelijk dank voor het portret. Vader is er ook erg blij mee ''. De hartelijke groeten van ons ook aan Jannetje en Willem. Je liefhebbende Moeder ''.


Haar dochter, Adriana Johanna Koeman overlijd op 9 december 1955 te Rotterdam. W.F. Eijgelsheim op 27 mei 1921 in Terbregge.






Klik hier als je meer info zoekt over iets wat Eric noemt over een straat of een naam:
ga naar Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in,
bijvoorbeeld Eijgelsheim (of iets anders) en klik op ENTER





Klik hier voor de overige verhalen van Eric Eijgelsheim op onze site





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 Mei 2008