Een e-mail sturen naar Hans? Zijn e-mail adres is hans@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Een biografie geschreven in 1951 :

Zijne Excellentie de Generaal

Prachtige OCR verhalen uit een van onze boeken, Aad vindt het heerlijk om ze te lezen, hopelijk jullie ook ....enne let niet op kleine OCR foutjes

Uitsluitend vertellen over de straattypen, die vroeger door de verdwenen binnenstad doolden. Dat was mijn opdracht. Nu, er zijn er heel wat geweest. Meer dan ik voor uw verbeelding kan doen herleven. In twee catagorieën behoren zij echter gescheiden te blijven. Zij, die tot de werkelijk aanstoot en spot opwekkende gedegenereerde leden van het vagebondengilde behoorden, en zij, die gerekend moeten worden tot de kleine nijvere negotianten, de rustige fatsoenlijke mensen, die er iedere dag opnieuw op uit trokken om hun schamele boterham op te scharrelen, doch die door hun eigenaardigheden de publieke aandacht trokken. Beide groepen mogen dus niet vereenzelvigd worden.



Op een avond heb ik tegenover hem gezeten in de rokerige gelagkamer van zijn logement in de Halve Maanstraat. Zijn eerste wantrouwen, dat mij toevonkte uit zijn felle donkere ogen, was verdwenen door mijn rijksdaalder, die hij direct in een vuil zakje achter zijn half geopende hemdspleet had weg gestopt. Zoals hij daar voor me zat, spaarzaam in zijn rossig-grijs hoofdhaar, de broek met een touw gesjord om zijn mager middel, zijn zieke linkerbeen rechtuit gestoken onder de wankele tafel, was hij mij als vagebond niet zo karakteristiek, als ik hem van de straat kende. Zijn huiselijk négligé maakte hem voor mij minder interessant.

Maar als hij over straat wegstrompelde op zijn grove soldatenschoenen, steunend op zijn ruwe stok, een platte pet op zijn verschooierde kop, een rode doek om zijn nek geknoopt, waarover dan zijn sik puntte, de fanatieke tronie hooghartig vooruit gestoken, zijn te lange schansloper slobbe-rend om zijn mager karkas en een paar potloden - als camouflage voor zijn bedelarij - vooruit gestoken met zijn groezel-vuile rechterhand, dan eerst was hij het oer-vagebondentype.

Dan was hij "Zijne Excellentie de Generaal", zoals hij in de onderwereld spottend werd genoemd.

Hijzelf noemde zich Racier. Maar zo heette hij evenmin. De baas achter het kleine buffet, waaraan in bosjes gedroogde scharren de flauwhartigen in de verleiding brachten, had twee glazen jenever op tafel geschoven. Raciers* glas was direct leeg en toen hij dat verlies een wijl be-peinsd had, verwisselde hij dat ongemerkt tegen mijn gevuld glas. En na nog enig zwijgen onder het wrijven van de pijnlijke plek aan zijn been, begon hij weer te praten.

"En nou zal 'k je nog vertellen van mijn rol, die ik eens speelde in het leven van de beeldschone Clementine, die hier ook "op 't lozzement" sliep. Het was haar bekend, dat ik de laatste telg ben van dat roemrijke Franse mar-kiezengeslacht, van de heldhaftige stamvader markies Etiènne de Chantilly de la Bretagne, die.... en zo kabbelde zijn fantasie maar voort.... Ik ben opgestaan en heb hem de hand gereikt, 't Was het juiste moment. Hij stond moeilijk op en drukte de hem aangeboden hand, terwijl hij mij met omfloerste ogen aanzag.

-Racier, sprak ik. Hou je taai. We zien elkander weer.

-Gaaaaaa, sprak hij theatraal. Au revoir! Tot op de Noordsingel....!



Van al deze straattypen neem ik in gedachten afscheid, 'k Laat hun gestalten weer verdwijnen achter de coulissen van het verleden. De revue is geëindigd! Het scherm zakt.





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

7 Juni 2002