Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

De Zwartjanstraat, Rotterdam

Herinneringen aan het laatste oorlogsjaar van een toen achtjarige.

Op 10 maart 1944 kwamen wij in Rotterdam aan. Die dag was er dertien keer luchtalarm. Dat waren we niet gewend.
Ik ben in mei '36 geboren in de Delfgauwstraat en was nog net geen vier toen de oorlog uitbrak. Ons gezin, mijn moeder, mijn oudere broer en ik, week in '41 uit naar Barneveld waar we liefdevol zijn opgevangen op de Dertienhoeve. Mijn zusje is daar in '43 geboren. Mijn vader, die bij de Manufacturenhandel De Kroon werkte, bleef bij familie in Rotterdam achter en kwam om de veertien dagen een weekend bij ons. Waarom we voorjaar '44 weer terug gingen naar Rotterdam is me nooit duidelijk geworden. Feit is dat we terugkwamen en daardoor het laatste oorlogsjaar in Rotterdam doorbrachten met alle zegeningen van dien.

We kwamen terecht in de Zwartjanstraat 134b, boven de chocolaterie van de familie Van Velzen, in het gedeelte vlakbij de Bergweg. Tegenover ons had je o.a. de kaaszaak van Van de Kamp, de bloemenzaak van Corbeau, de woninginrichting van Van de Kuip en de melk-en-eierenwinkel van Van Es (?). Direct links van ons zat de speelgoedzaak van de heer Mens en even verderop de banketbakkerij van Winkelman die de prachtige spreuk aan de etalageruit had hangen: "Doe wat je wilt, de mensen kletsen toch!" Later was hij bij ons in de buurt de eerste met een Solex.

Mijn broer en ik gingen naar de Gaspard de Colignyschool aan de Nobelstraat in Blijdorp. Veel licht en lucht en ruimte. Dat betekende wel vier keer per dag een stevige wandeling. Aanvankelijk ging dat rimpelloos en als jonge dromer genoot ik onderweg van het kijken naar alle trams die ik in Barneveld zo node had moeten missen; van lijn 11, 14 en 22, op het drukke kruispunt van de Bergweg met de Noord- en Bergsingel, en van lijn 3 en 5 op de Schieweg en Bergselaan. Die reden in '44 kennelijk nog. Op een keer toen ik via de Schieweg en de Bergweg naar huis liep zag ik tijdens een luchtalarm tot mijn stomme verbazing twee trams naast elkaar van de voormalige Heulbrug op de Bergweg richting Hillegersberg rijden. Toen ik verder liep zag ik dat een lange rij trams was opgesteld op de Bergsingel ter hoogte van het vroegere politiebureau naast Café du Nord. Was het de gewoonte om in die omstandigheden daar trams neer te zetten?

Op een Zondagmorgen - we lagen nog op bed - hoorden we plotseling een angstaanjagend gierend geluid dat vrijlang aanhield, gevolgd door een zwaar dreunende ontploffing. Pa zei het gelijk, een V1. In de loop van de dag hoorden we dat er in Blijdorp een V1 was neergestort maar wat dat echt betekende ervoer ik pas de volgende dag. Toen ik naar school liep zag ik wat er gebeurd was. Op de Schieweg (!) hingen matrassen in de bovenleiding en er was allerlei huisraad op straat terechtgekomen. Het was een verschrikkelijk gezicht. Verderop in de Bergselaan kon je een beetje in de Treubstraat kijken. De hoek met de Kerkdijkstraat was één grote puinhoop. Op school in Blijdorp was dat natuurlijk het gesprek van de dag. Een van de meisjes uit onze klas is toen, met vele anderen, omgekomen.
Ook op een zondag, in september, hoorden en zagen we vanuit het zolderraam veel vliegtuigen overkomen. Market Garden was begonnen, weet ik nu.

In het najaar werden de grote razzia's gehouden. Op 11 november moesten alle mannen buiten gaan staan om voor tewerkstelling in Duitsland te worden afgevoerd.
Enkele dagen tevoren was mijn vader verdwenen. Op Zwartjanstraat nummer 14 tegenover de Eerste Pijnackerstraat had je een winkel van De Kroon. Hij was daar met drie andere mannen in de kelder ondergedoken. Een van zijn lotgenoten was de zoon van Van Velzen die beneden ons woonde, een andere de zoon van de cafébaas op de hoek van de Eerste Pijnackerstraat en de Zwartjanstraat. De ingang van de winkel was toen afgesloten met een rolluik. De vaste timmerman van De Kroon had er zogenaamd werkzaamheden te verrichten en kwam dagelijks met zijn gereedschapskist op de schouder om de onderduikers van eten en drinken te voorzien. Deze moesten als het donker was achter de toonbanken langs naar achteren kruipen om naar het toilet te kunnen.

Mijn moeder had dus niemand voor de deur maar werd in de loop van de morgen opgeschrikt door de komst van Cor van Dordrecht, de boekhandelaar uit de Benthuizerstraat, een goede kennis van mijn ouders, met het verzoek of hij voor de razzia bij ons kon onderduiken. Zij verstopte hem in een grote zolderkast. Inmiddels waren mijn broer en ik naar buiten gestuurd om te spelen. Stel je de situatie voor, op straat gewapende Duitsers bezig met de razzia, en wij buiten spelen! Alle partijen vonden dat kennelijk normaal.

Mijn moeder was toch niet gerust op de situatie en sprak met de buurman. Deze waarschuwde haar met klem haar gast weg te sturen, zo van ze schieten ons neer en steken het huis in brand. Mijn moeder naar boven, Cor, wil je alsjeblieft weggaan want iedereen loopt gevaar. En zo is Van Dordrecht opgestapt, naar beneden gegaan, de straat op, tussen de Duitsers door, die gedacht moeten hebben dat hij daar met een speciaal bewijs van vrijstelling liep, naar de Derde Pijnackerstraat en de Benthuizerstraat, waar de Duitsers hun werk al gedaan hadden, en veilig tuis gekomen. Een wonder dat ook bij ons de ziel moet hebben verlicht. De oudere Duitser die ons huis inspecteerde heeft de zolderkast grondig doorzocht. Op de vraag waar haar man was antwoordde mijn moeder dat die al opgepakt was op de Schiedamseweg. Ma vroeg hem niet in de tussenkamer te kijken waar mijn kleine zusje sliep. De schouders ophalende en verzuchtende "Ach, Dienst ist Dienst", deed hij dat ook niet zodat mijn moeder later vaststelde dat ze wel tien onderduikers had kunnen herbergen.
Tegen de avond kwamen de rijen met slachtoffers de straat door onderweg naar Kralingen en verder. In een van de colonnes ontdekte ik mijn oom Ben Hoving van de Statenweg; ik ben toen een eind met hem meegelopen. Na de oorlog is hij uit Essen teruggekeerd.
Ongeveer tien dagen na deze gebeurtenissen, naar mijn gevoel in elk geval veel te snel, was mijn vader weer thuis. Toen we de zondag erop tijdens een wandeling via de Straatweg voorbij de Duitse politiepost schuin tegenover Lommerrijk kwamen heb ik doodsangsten uitgestaan dat hij niet alsnog gepakt zou worden, maar hij schatte de situatie blijkbaar beter in dan ik.
Op zolder hing een grote kaart van Europa, met Rusland, waarop met gekleurde spelden de vorderingen aan de fronten werden bijgewerkt. De kaart zelf deed door het felle rood en groen pijn aan de ogen, de letters sprongen bijna van het papier.

De voedselsituatie werd nijpend. Als bijvoeding kregen we op school een soort limonade. Dat zat in flesjes, had een onbestemde geelgrijze kleur en was niet door je keel te krijgen zo smerig. De flesjes stonden klaar bij het raam, in de zon, waardoor de doppen er afvlogen en tegen het plafond kletsten. Zo had je er toch nog plezier van. Doordat er later niet meer gestookt kon worden werd onze school ondergebracht in de katholieke lagere school bij de kerk aan de Provenierssingel. Of ook die school dichtging of omdat mijn broer en ik ziek waren weet ik niet meer, in elk geval gingen we in de hongerwinter enige tijd niet naar school. In die periode kwam het hoofd van onze school de heer Aug. Weiss - in een later leven inspecteur van het onderwijs in Rotterdam - bij ons thuis om mijn broer en mij bijlessen te geven. Na een van die middagsessies vroeg mijn moeder of hij bij ons wilde blijven eten; een gewone vraag met een toen een bijzondere lading. Hij ging gretig op de uitnodiging in. De maaltijd bestond uit een restant bruine bonen, niet meer en niet minder. Voor ieder was er een zuinig deel beschikbaar. Toen onze gast zag wat hij kreeg was hij zichtbaar onder de indruk. Na enige aarzeling vroeg hij of hij zijn portie mee naar huis mocht nemen om samen met zijn vrouw op te eten. En zo vertrok ons hoofd der school met een emaillen schaaltje met bruine bonen naar Blijdorp. Dit voorval is voor mij een symbool van de hongerwinter geworden.

zwartjan134

Zwartjanstraat 134 Rotterdam

AD 2001

Soms werd er aan de deur gebeld. Dat waren kinderen met een briefje waarop gevraagd werd "ons kind iets te eten te geven". Het was hartverscheurend. Gelukkig gingen ze niet altijd met lege handen verder. De ongeveer twaalfjarige dochter van eerdergenoemde timmerman kwam twee keer in de week bij ons "warm eten" wat dat ook mocht inhouden. Op een bepaald moment kon je op de hoek van de Bergweg en de Noordsingel bij de bakker voor je zinken dubbeltje een zak slagroom kopen maar het was echt niet meer dan lucht.

Het zal in april geweest zijn dat de stemming in de straat duidelijk veranderde. 's Avonds in spertijd kwamen er mannen en oudere jongens te voorschijn die bij ons voor de deur midden op straat gingen voetballen. Last van auto's hadden ze niet, in de hele straat was geen auto te bekennen. We probeerden naar buiten te kijken maar mijn moeder probeerde dat te verhinderen. Het was echt spannend. Heel wat keren hebben we toch iets gezien van dit uitdagende gedrag.
De ondergrondse kranten kwamen nu meer beschikbaar. Ook gingen zeker bij de jeugd vouwblaadjes van hand tot hand. Daarop stonden b.v. vier varkens getekend en als je dat blaadje opvouwde vormde zich het gezicht van Hitler. Dat de tijden veranderd waren bleek wel dat zelfs ik - held op sokken - het aandurfde om zo'n blaadje op de chauffeursstoel van een in de Zwartjanstraat geparkeerde Duitse militaire auto te leggen. Dat zoiets onbezonnen was bleek wel toen ik hoorde dat er die dag bij de Statentunnel een verkoper van Trouw door de Duitsers was neergeschoten.

Op zekere dag werd er gebeld en ik trok met het touw langs de trapleuning de deur open. Mam, een meneer beneden. Mam kijkt de trap af. Joh, dat is je vader! Ik had 'm in zijn blauwe BS uniform met zwarte helm niet herkend. Hoe dat precies zat met die BS, en wanneer, weet ik echt niet meer. Hij was ergens in Hillegersberg gelegerd. Ook weet ik dat hij iets van doen had bij de voedseldroppings - vanuit het zolderraam kon je de vliegtuigen goed zien - die in de laatste dagen plaatsvonden. Op een avond, toen wij kinderen al op bed lagen, kwam hij thuis met een reep chocola. Daar werd je wel voor uit bed gehaald …

In het schemergebied tussen bezetting en bevrijding liep ik bij de Ambachtsschool op de Gordelweg. Uit de richting Schieweg reed een groep BS-ers terwijl van de andere kant een eenheid Duitse soldaten hen tegemoet fietste. Beide partijen bewapend. Ik stond als aan de grond genageld. Ondanks de grote spanning die naar mijn gevoel zich ook van betrokkenen had meester gemaakt, overwon de wijsheid. De twee groepen reden, elkaar nauwlettend aankijkend, voorbij.

Eten, elektriciteit, gas, fietsen en zo veel andere zaken waren natuurlijk niet direct beschikbaar. Maar iedereen had nog een vlag in huis. De straat was één rood-wit-blauwe zee. Dat de fiets van Pa die om bekende redenen lange tijd op zolder had doorgebracht op 7 mei alsnog gestolen werd kon de pret niet bederven. Heel veel straten waren uitbundig versierd, met erebogen en slingers. De bogen van het viaduct van de Hofpleintrein waren feestelijk beschilderd. Het leek wel of de stad maandenlang in een roes leefde. Ik heb genoten van de grote Canadese militaire parade die ik met mijn grootouders, die in de Joost van Geelstraat woonden, op het Middellandplein bij het pompstation heb meebeleefd.

Maar dat zijn weer heel andere verhalen die strikt genomen niet meer behoren tot de herinneringen aan het laatste oorlogsjaar in de Zwartjanstraat, van de toen achtjarige

Tom van Bokhoven

Op onze site kun je heel veel straatnamen en andere onderwerpen terugvinden n.a.v. dit zeer bijzondere verhaal van Tom van Bokhoven:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Razzia of Zwartjanstraat en klik op ENTER






Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

6 September 2005