Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Wat ben je toch veranderd in die jaren......... 

 

Ik kreeg via een e-mail van een huidige medewerker bij SenS, tegenwoordig Royal Sens, een webadres en dat is dit

www.sens.nl 

Een heel mooie site maar alleen gericht op het zakelijke en geheel in het Engels. Toch heb ik deze overzichtsfoto kunnen downloaden en jullie moeten hem maar eens vergelijken met die foto's van de Showroom in de jaren '49-50.

royalsensoverzicht

 

Ik zag dat verschil en moest ineens denken aan een succeslied van Tante Leen, Wat ben je toch veranderd in die jaren, mijn mooie Amstelstad. 

Wat een verbouwingen hebben er plaats gehad. Het begon al in mijn tijd, dat er naast de SenS offsetpersen, ook een waterrollenwasmachine werd gefabriceerd en verkocht. 

De lithografie werd verplaats naar een zolder, die boven de showroom gebouwd werd, dus boven mijn hoofd. Vanuit de vernisafdeling werd een grote band gemaakt, die naar diezelfde zolder leidde, dus over alle persen en andere machines heen. Boven die band werden ook nog, en dat boven de snij-afdeling, lampen aangebracht, om de geverniste vellen, droog aan de andere kant van de hal te krijgen. Daar zat meestal een meisje, die de droge vellen van de band haalde en opstapelde. Het verdere gedeelte was voor de lithografen, zoals wij ze nog altijd noemden. 

Na de uitleg van de persen werd een transportband gemaakt, waardoor de vellen rechtstreeks in de bronsmachine gingen. Ik ga me nu realiseren, dat er over sommige werkzaamheden een apart verhaal te vertellen is, dus vertel ik nu maar kort, dat de drukvellen, met een goudkleurig. voorgedrukte inkt, door de bronskar werden gevoerd, waardoor je van die mooie gouden teksten op het etiket kreeg. Menig  bonbondoos was met zulke gouden teksten voorzien. Over het bronzen dus in een ander verhaal. 

Door al dat sjouwen en bouwen gebeurde wel eens het één en ander en het was niet altijd prettig voor de betrokkenen. Ik was nog inlegger aan de steendruk, dus in ieder geval voor 1950, toen er door een blikseminslag brand was uitgebroken. Dit heeft natuurlijk niks met de verbouwingen te maken, maar het was wel de aanleiding, dat sommige ruimten opnieuw opgebouwd moesten worden. De bliksem sloeg op een zaterdagavond in, tijdens een hevig onweer, in het machinekamertje, tevens elektriciteitscentrale. De brand, die er daarna uitbrak breidde zich uit naar het verfmagazijn, waar allerlei drukinkten en andere brandbare vloeistoffen waren opgeslagen. Zoals peterolie en verfverdunners. Toen de brand echter de drukkerij bereikte, werd de vuurzee minder. Waarom? Nou de stapels papier en bedrukte vellen, waren mooi en stevig gestapeld en waar geen lucht bij kan komen kan het ook niet branden. Gevolg er waren wat schroeiplekken aan de randen. 

De brandweer kon de brand dus beperken tot het magazijn en het kantoortje van de chef. Maar s maandagsochtends, toen we binnenkwamen, kregen we al gelijk de waarschuwing om de persen geen millimeter te laten draaien, want het roet had zich overal verspreid. Dat werd eerst grondig schoonmaken en er moest hoog worden begonnen. De  ijzeren dakspanten en de ramen zaten vol met roet en dat moest eerst weg,.Daarna volgde een minutieuze schoonmaak van de persen en dagen later konden we pas weer gaan drukken. 

 

Een andere brand was erger. Terwijl de monteurs aan het snijden en het lassen waren om de zolder klaar te krijgen, was Jan van der Wal, onze timmerman en alleskunner, net klaar met het betegelen van onze nieuwe wasruimte en W.C. Dat zag er piekfijn vond ieder. 

De volgende dag spatte er een vonk van een snijapparaat in een bus met gebruikte waslappen. Omdat die lappen doordrenkt waren met vuile inkt en wasmiddelen, vatte deze snel vlam. De monteur pakte de brandende bus op en zette hem in de nieuwe wasbak. Ongelukkigerwijs zag Jan dat en hij schoot er op af om zijn mooie werk niet te laten verknoeien. Hij pakte de brandende bus weer op en gleed tegelijkertijd uit, zodat de brandende olie en lappen op zijn lichaam terecht kwamen. Als een brandende fakkel rende hij de drukkerij binnen. Waarnaartoe wist niemand. 

Gelukkig stond de drukker aan de Crabtree net langs het middenpad. Hij liet Jan struikelen en gooide toen alles wat hij aan papier kon pakken over hem heen, zodat de vlammen doofden. Jan was ernstig verbrand, maar je kon wel zeggen dat Jo Rolandus, zo heette die drukker, zijn leven gered had..Hoewel Jan lelijke littekens op zijn borst had, kon hij na een lange poos, weer gewoon aan het werk.

Ik meen, enkele dagen voor dit ongeluk, had een andere werknemer Bram Barendswaard een vliegwiel, dat hij buiten aan het verrollen was, op zijn been gekregen en daardoor een ernstige beenfractuur opgelopen. Naar het zielenhuis dus.

Ik zie nog meneer Karel terugkomen van het bezoek aan Bram. Hij ging net de deur naar het kantoor door, toen er een hulp met de steekwagen een bak papier weg wilde rijden. Die vergat echter de haak goed op de hendel te doen en bij het kracht zetten, om de bak omhoog te krijgen, had hij  geen weerstand en sloeg met zijn achterhoofd op de grond. Dus naar het ziekenhuis. Daar werd een hersenschudding geconstateerd. Dat waren wel wat ongelukkige dagen tijdens het begin van al die verbouwingen.

Na 1956 heb ik de verdere ontwikkelingen en verbouwingen niet meer meegemaakt, maar als je de overzichtsfoto in het begin van dit stukje ziet, kun je, met een kleine variant, alleen maar zingen:


Wat ben je toch veranderd in die jaren, mijn ouwe drukkerij.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

10 April 2002