Schoolfeest en het Grand Theater
Ik heb nog niet verteld, dat ik op de U.L.O. in de Oostervantstraat gezeten heb, en wel van 1935 tot1938. Deze U.L.O. was een katholieke school en omdat ik van de St. Janschool in de Hammerstraat kwam, was het logisch, tenminste in de ogen van anderen, dat ik verder op een katholieke school, de St. Petrusschool, ging. De school kostte een kwartje per week en de boeken werden door de school geleverd. Ik denk, dat dit één van de doorslaggevende redenen was om mij op die school te plaatsen.
Eén van de moeilijkste lessen was de Godsdienstles. Niet omdat ik dat niet leren wou, maar kapelaan Berneveld gaf ons les en wel op Maandagmorgen. Deze kapelaan was jeugdleider van een katholieke voetbalvereniging op Duivestein, een sportpark in Hillegersberg en ik voetbalde in R.F.C. en dat was geen katholieke vereniging.
Telkens als hij op maandagmorgen les gaf, was ik degene, die altijd een beurt kreeg bij het beantwoorden van de vragen en als ik dan een antwoord gaf, dat niet naar de zin was van de kapelaan, kreeg ik steevast de opmerking te horen: zeker zaterdag moeten voetballen hè?Verder was ik een redelijk goede leerling en gelukkig waren de andere leraren niet zo kinderachtig, zodat ik maar aan één vak een hekel kreeg, raad maar aan welk.
In het laatste leerjaar was
de directeur, mijnheer Treijtel, 25 jaar directeur en dat werd natuurlijk
gevierd. Op een dag kregen we een film aangeboden in het Grand Theater aan de
Pompenburgsingel. Hier een foto met Abraham Tuschinsky. Natuurlijk
bij Alex vandaan.
De paaltjes stonden er om het publiek in bedwang te houden als
het druk was. Natuurlijk werden er dan touwen tussen gespannen. De film, die we
zouden krijgen heette Laïla, het Eskimomeisje.
's Morgens was er feest op school, maar en daar kwam het, we moesten eerst allemaal naar de St. Josephkerk op de Kruiskade en dan ook nog te communie. Niet-kerkganger, die ik was, kwam er een groot probleem opdagen. Zonder kerkgang geen feest en zonder feest geen film! Slechterik, die ik was, besloot ik tot een list. Ik zorgde, dat ik bij de uitgang van de kerk stond en toen de klas naar buiten kwam, schoof ik snel in de rij en zo gingen we naar de Oostervantstraat. Gelukt, dacht ik. Maar, éénmaal in de klas, vroeg onze klassenleraar de heer Zundert.
Martens ik heb je niet gezien in de kerk?
Klopt meneer, loog ik, ik was te laat en heb achteraan gezeten.
O, zei hij, en jij Dorpmans? vroeg hij aan een klasgenoot, waar was jij?
Ik heb naast Martens gezeten, was het verrassende antwoord van Dorpmans en ik kon niet anders dan enthousiast ja knikken.
Zo bleven we bij het feest en gingen we ook mee naar de film in het Grand. Het was alleen erg, dat je de boel moest bedonderen om mee te mogen doen aan een feest. Was dit nou liegen of een smoes verzinnen? Ik kan er nu alleen maar om lachen en ik heb, ondanks kapelaan Berneveld, geen hekel aan kapelaans gehad.
Ik heb ook nog mijn diploma gehaald met...een 6 voor Godsdienst.
