Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Verdere belevenissen van een SenS-drukker.

 

Er is natuurlijk heel veel te vertellen uit mijn tijd bij de Firma Stadler en Sauerbier,

maar over druktechnische zaken zal ik me zoveel mogelijk inhouden.Toch wil ik eerst nog even een schema van een offsetpers laten zien, dan zal alles wat ik voorheen vertelde, een beetje duidelijker worden.

schemaoffsetpers

 

Je ziet boven, de drukcilinder, daar wordt de zinkplaat op gespannen. Deze word ingevocht en ingeïnkt en het beeld afgedrukt op de rubbercilinder. Tussen de tegendruk- en de rubbercilinder wordt het papier doorgevoerd en  het beeld afgedrukt. Tussen haakjes. De rubbercilinder is natuurlijk gewoon van metaal, maar hij wordt bespannen met een rubberdoek.

Ik heb het over de zinkplaat, maar die wordt nu de beelddrager genoemd, omdat er ander materiaal voor gebruikt wordt dan in mijn tijd.  In deze techniek worden tegenwoordig de krant en andere week- of maandbladen gedrukt. Maar dat is weer iets voor later.

Op een gegeven dag moest ik mee naar Drukkerij Plantijn in Rotterdam om een nieuwe pers af te stellen. De Nijs, die al een keer mee geweest was, was ziek of had een vrije dag gehad. Ik weet het niet meer 

Bloednerveus ging ik naar de West-Kruiskade, waar vlak voor de Arena-bioscoop, deze drukkerij gevestigd was. Hier op deze foto zie je  het hek waar ik door moest.

scalakruiskadefijn

Plantijn was een gerenommeerde boekdrukkerij, die schijnbaar over wilde gaan naar de offsetdruk. Het waren daar eersteklas drukkers en zeer kritisch over de afdrukken, die ik moest gaan maken. Volgens hen haalde de kwaliteit het niet bij een afdruk in de boekdruktechniek. Eerlijk gezegd, was dat in die tijd nog zo, maar de snelheid waarmee ingesteld kon worden en de hogere productie, moesten in de toekomst toch de doorslag geven. 

Om kort te gaan, ik kreeg het voor elkaar een goede afdruk te krijgen en ging opgelucht naar huis. Voor een verdere begeleiding zouden nog afspraken gemaakt worden.

 

De volgende dag echter kreeg ik een heel koude douche. Mijn vroegere leermeester, maakte me uit voor alles, dat hij maar kon verzinnen en ik kreeg de schrik van mijn leven.

Inplaats van wat complimenten, kreeg ik te horen, wat ik wel dacht te kunnen uithalen om bij de baas in een goed blaadje te komen, en dat ik niet moest vergeten, dat, alles wat ik kon, van hem geleerd had.

Dat was natuurlijk ten dele waar, maar aan de offsetpers, moest ik zelf alles leren en ervaren. Het viel me zwaar tegen en erg rauw op mijn dak. Afijn, ik nam het allemaal niet en zodoende werd het een ordinaire ruzie.

Ik moest die ochtend ook nog een verslag uitbrengen over de wederwaardigheden bij Plantijn en zodoende kon ik meneer Karel met klem verzoeken mij niet meer dit werk op te dragen. Ik kreeg als antwoord, dat hij dat wel zou uitmaken. Punt uit!

Later op de dag maakte De Nijs wel een beetje zijn excuus en ik begreep toen wel een beetje, waarom hij zo was uitgebarsten. Hij moest tenslotte ook wennen aan het feit, dat een jongetje, dat hij eens aan de pers kreeg als hulpje, nu op een niveau was gekomen, dat op zijn minst gelijkwaardig was aan het zijne.

Toen ik een hele tijd later van de baas opdracht kreeg om een SenS in Weesp te gaan plaatsen, moest De Nijs in de montageafdeling helpen om de laatst gebouwde pers af te stellen. Zo loste meneer Karel een probleem op. En zowaar, ik kreeg van de Nijs nog enkele goede raadgevingen en dat ging vooral over de kosten, die ik zou moeten maken. Toen begreep ik weer iets meer van zijn eerdere houding, maar daar hoef ik nu niet meer op in te gaan. Het waren hele legale kosten, maar in de hoogte ervan, zou wel eens een groot verschil kunnen zitten. Tenslotte was je ook nog een soort vertegenwoordiger van de firma.

Een groot verschil was, dat ik iedere avond naar huis kwam en niet in Weesp bleef overnachten. Bovendien kreeg ik iedere dag een lunch aangeboden bij één van de personeelsleden van de drukkerij, waar ik de pers moest helpen plaatsen. Ik had 's avonds nog teveel te doen en ik zag het ook niet zo zitten om mijn avonden en nachten in Weesp door te brengen.

Al doende moest ik zelf ook wel wennen aan mijn nieuwe status. Ik werd om zo te zeggen voor vol aangezien, zoals ze dat in Rotterdam zeggen.

Dat bleek ook weer, toen ik mijn eerste leerling kreeg toegewezen en daarmee kom ik weer in een volgend verhaal terecht.

 



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

5 April 2002