Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt over de Romeinen ....

Nee, ik ga niet over Julius Ceasar of Nero praten, maar als jullie mijn verhalen een beetje gevolgd hebben, ga ik vertellen over de Handboogschietvereniging De Romeinen. Eigenlijk zou ik moeten verwijzen naar de website van De Romeinen, maar die is saai en teveel op het heden gericht. Ik vertel liever mijn eigen verhaal.  

In April 1918 werd de vereniging opgericht, door o.a. mijn vader en zijn drie broers Frits, Harrie en Giem, waarbij de heer van der Linden voorzitter werd. Mede-oprichters waren ook nog de heren Vial en van Doorne, en als ik het goed heb, Janus van Herwaarden, een huisschilder.

Door de toenmalige en later Koninklijke Batavieren, werd dit clubje ook wel het Bakkertjesclubje genoemd. Feit was, dat alle Martensen bakker van beroep waren. Meneer van der Linden, zoals die altijd genoemd werd, had een maatschoenmakerij op de Pompenburgsingel en werd later ook nog wethouder in Rotterdam. 

Vanaf mijn vroege jeugd, zie mijn verhaal Het Sluisje, tot aan 1956, mijn vertrek naar Weert, ben ik betrokken geweest bij De Romeinen, Eerst als pijlenjongen. Daarna als schutter, redacteur van het Maandblad De Romein, schrijver van schuttersliedjes, het clublied bijvoorbeeld, en mede-organisator van feestavonden en andere gelegenheden. Mijn hele jeugd dus, en nog iets meer.

Daar is dan als eerste de Pijlenjongen. 

Wanneer er een competitiewedstrijd verschoten werd, kon iedere schutter, die niet met zijn zestal de wedstrijdbaan op moest, meedoen aan de vrije baan. Voor een klein bedrag,  mocht je vijf schoten schieten, zoveel keren als je maar wou en bij de prijsuitreiking werden dan aan de hoogste vrije schutters van de dag de prijzen in geld uitbetaald. 

Op die vrije baan kon je maar in  één richting schieten en dus moesten de pijlen naar de schutters teruggebracht worden. Dat deden dan de pijlenjongens. Het was wel een baantje met een klein beetje verantwoording, want je mocht onderweg niet vallen en een pijl breken. Als er een roos geschoten was, hielden we die pijl apart, want iedere roos kostte, de schutter daarvan, een cent. Afspraak was, contante betaling bij inleveren van de pijl. 

Zodoende kwamen er, over de hele dag gerekend, heel wat centjes binnen, die we dan onder elkaar verdeelden. Natuurlijk werd het werk goed verdeeld, zodat we niet de gehele dag hoefden te lopen. Lekkere aanvulling op ons zakgeldje, wat voor mij toen vijf cent in de week was. 

Dan de schutter! 

Nou ik ben nooit schutterskoning geworden, dus ook geen keizer. Maar ik was wel vaak de tweede of derde. We schoten toen nog in vooraf samengestelde zestallen en mijn eerste wedstrijd, die ik schoot was in de derde afdeling en ik werd gelijk eerste. Een mooie verzilverde sigarettenkoker. 

Dat ik ook nog wel eens meer eerste werd, bewijst deze foto uit Gouda, waar we in de eerste jaren na de oorlog een demonstratiewedstrijd gaven.

op de schouders in Gouda


Ik zit hier op de schouders van onze toenmalige keizer Willem van Hattem, een schoonzoon van mijn Oom Harrie. Op de rug gezien mijn vrouw en het glunderende gezicht van mijn zus Cor spreekt voor zichzelf. De pijlenjongen, die een goeie dag had, vooral aan mij, kijkt net even om.

Over de rest heb ik zo hier en daar al wat verteld. Behalve over het maandblad De Romein. Dit maandblaadje was het initiatief van drie neven, t.w. Frits Aad en ik. Het allereerste blaadje telde 4 pagina's en werd door onszelf betaald. We wilden het blad bij de andere leden en het bestuur introduceren. Oh ja, mijn broer Aad betaalde ook mee.

Het was 1946 en in de volgende ledenvergadering moest er flink gediscussieerd worden, maar voor een duppie per maand, werden alle leden abonnee van De Romein. Het heeft tot ik meen vorig jaar geduurd voordat dit maandblad werd opgeheven. Niet te begrijpen. Mensen, die zo makkelijk de computer kunnen bedienen, terwijl wij met de pen en een oude typemachine, iedere maand ons best deden om het blaadje vol te krijgen. Geloof me het kostte veel energie en fantasie in die eerste jaren, maar De Romein werd in.de provincie en landelijk zeer gewaardeerd. Ik ben er nog steeds een beetje pissig om. Maar ja, ik heb in die vereniging niets meer te zeggen.

De Romeinen was vooral een club uit het Noorden van Rotterdam, maar er kwamen ook heel veel schutters uit Crooswijk. De vereniging had een uitstraling. Deze club leefde. Het clublied begon dan ook met Fris bloed doet leven. Een ander devies was stilstand is achteruitgang.

We waren betrokken bij Ahoy met de organisatie van Nederland-België. Jaren daarna gaven we demonstraties op E55. We lieten ons overal zien en er waren veel vriendschappelijke contacten met Brabantse verenigingen. En ik moet toegeven, dat mijn broer Aad (what's in a name) de grote initiatiefnemer was.

Hij had door zijn bestuursbaantjes, en als voorzitter van De Romeinen heel veel contacten, die er mede voor zorgden dat de plannen verwezenlijkt werden. Later was hij nog Voorzitter van de Zuid-Hollandse Bond en de Nederlandse Bond van Handboogschutterijen. In het kort gezegd, De Romeinen waren in die jaren een begrip in Rotterdam en ver daar buiten.

Toen De Romeinen dertig jaar bestond werd deze foto gemaakt

Clubfoto


Er staan zowaar zeven Martensen op. Dat zijn. Op de bovenste rij, links van W.v.Hattem de keizer, mijn vader en daarnaast Ome Giem.

Op de tweede rij geheel links, Ome Harrie, vlak achter de ere voorzitter Giem jr. rechts naast van der Linden mijn broer en voorzitter Aad en naast de hoed op de tweede rij, de drie neven Frits, met bril, Aad, in uniform en dan ikzelf.

Nu nog schiet mijn neef Ftits, inmiddels 80 jaar, bij de veteranen en zijn zoon Frits behoort weer tot de betere schutters van de vereniging. De vereniging De Romeinen zit me dus in het bloed.

Er zijn nog veel anekdotes te vertellen, maar voorlopig genoeg over de mooie club. Er is veel veranderd in de handboogsport. Het materiaal zoals een boog, stabilisators, vizier enz enz. kost zo tussen de 2000 en 4000 gulden en wij....

Nou laat ik eindigen met een couplet uit één van mijn schuttersliedjes

Een boog is een stok met een touwtje eraan,

 die dikwijls heel strak en gespannen moet staan.

Je moet eraan trekken en dat kost je kracht,

 maar dat geeft de pijl juist zijn jacht.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

25 Juli 2001