Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

M ij n   R e v u e s 

 

Nadat we bij Stadler en Sauerbier het 50-jarig bestaan gevierd hadden met het gelegenheidsrevuetje Hoera 't is Feest werd het plan geopperd om een Personeelsvereniging op te richten. Dat gebeurde ook en toen kwamen we natuurlijk met het probleem te zitten, wat voor activiteiten gaan we doen of verzorgen? Eén van de vele ideeën was om een toneelvereniging op te zetten en van daaruit werd aan mij weer gevraagd om iets voor een feestavond te schrijven. Dat verzoek heb ik na veel vijven en zessen ingewilligd. 

Ik had nog wel in het achterhoofd de sof van mijn revue in de oorlog, maar ik zou nu geen last van de censuur hebben en er stond een veel grotere groep en een meewerkende baas achter. De titel had ik al gauw en de revue heette Een Lente, het Park en nog wat. 

Bij het schrijven waren niet alleen de teksten en de liedjes hele opgaven voor me, maar ik moest ook met de lengte van de revue rekening houden. Tenslotte moest hij op een redelijke tijd afgelopen zijn, zodat men aan het Bal na kon beginnen. Ook moest ik de spelers en de grimeur de tijd geven om zich na een scène weer om te kleden en zich een beetje bij te laten werken. Soms werden er twee jurken of blouses over elkaar heengetrokken. Maar toch gebeurde het, dat iemand op het laatste moment het toneel op kwam duikelen. Of er werd, al bijna op toneel, gezien, dat er iemand nog een snor had, die in het volgende rolletje niet paste. Die werd dan met geweld afgerukt, wat de grimeur weer niet zo leuk vond.

Hoe lang duurt een liedje? Hoelang duurt een sketch of een conference? Je moest werken met het

proscenium, dat is het voortoneel. Daarachter was het doek. zoals we dat noemden en voor dat doek moest er ook weer iets gedaan worden, terwijl achter dat doek het toneel opgebouwd werd voor de grote scènes. 

Iedereen had zijn taak en iedereen moest goed weten waar, hoe, en wanneer op te komen. En als dat in kannen en kruiken was, dan was het geraamte van de revue klaar. Dit moest allemaal gedaan worden door pure amateurs. 

Alleen de toneelknecht van Palace of Lommerrijk was een ervaren persoon. Dus moest voor die man een draaiboek gemaakt worden. Voor belichting, het open doen van de gordijnen en het sluiten ervan. Alles moest precies op tijd. Het was non-stop.

 

Dan moest er een repetitielokaal gevonden worden en dat vonden we in de Raampoortstraat, onder het viaductbij het Hofplein. Dat was echter nog niet alles. 

Door ervaring rijker, moest ik ook nog een goede begeleider hebben. Ook voor op de uitvoering zelf. Die werd gevonden in de persoon van Cor de Graaf een beroepspianist en, naar later bleek een beste. Zo konden de echte repetities van start gaan. Bij de rolverdeling wist ik al wie de komische scènes moesten gaan spelen, maar wat bleek, iedereen wilde in dat soort stukjes een rolletje hebben.

 Ik was toen alleen nog schrijver en maar voor een gedeelte regisseur en zag dat niet zo zitten. De tweede regisseur had wel oren naar dit plan van de leden. Ik moest dus gaan roeien met de riemen, die ik had. Het lukte wel, maar sommige scènes kwamen er toch niet zo goed uit als ik wel wou. Twee kapiteins op één schip, dat werkt nooit!

De zalen waar we onze revues speelden waren Palace in de Zomerhofstraat en Lommerrijk aan de Straatweg in Hillegersberg Vanuit Lommerrijk zorgde de RET 's nachts altijd voor vervoer. Dat konden we op ons programmaboekje vermelden. Hier kunnen jullie de binnenkant van het programmaboekje zien.

revuelentepark

 

Een ander probleem was. Ik kon geen noot muziek en zeker geen muziek schrijven. Ik componeerde mijn liedjes wel bij de ukelele, maar hoe moest de pianist dit overkrijgen. De oplossing kwam van de baas, na overleg met de voorzitter, ik mocht een hele dag naar Cor de Graaf toe, die dan alle noten op papier zette en ook de nummers arrangeerde. Dat was een hele mooie oplossing. En dat was nu de medewerking van de directie van SenS.  

 

Voordat ik nu wat foto's laat zien van scènes uit de revues, moet ik even er op wijzen, dat deze foto's tussen de 50 en 55 jaar oud zijn en gemaakt door een amateur-fotograaf, vanuit de zaal. De foto die je hier gaat zien is er één van de Luctorgirls.

luctorgirls

Luctor was een uitgeverij van spellen en prentenboeken en dit was ook de reden, dat er meisjes bij SenS kwamen werken. Ik dacht in 1941. 

De dozen, die zij aan hebben zijn door personeelsleden zelf vervaardigd en het decor dat u ziet is ook van eigen mensen. De twee, die voor de decors, ook van alle volgende revues, zorgden, waren Jan v.d.Wal, de timmerman van ons bedrijf en Willem Sleeuwenhoek, een lithograaf, die nog visitekaartjes op steen, met de hand geschreven, maakte. Stel je voor, dat moest in spiegelschrift. Twee vakmensen, die de mooiste decors voor ons maakten. Te mooi voor een éénmalig decor zeiden sommige mensen.

 

Een  sketch, waarvan de volgende foto, berust op een waar verhaal, tenminste wat de kraamverpleegster betreft. Een nicht van me, een kraamzuster dus, moest op een gegeven dag naar Beverwijk om haar schoonzus te gaan helpen. Zeven weken later was ze pas terug. En maar wachten, wachten, wachten.

De kogeluitpikkerateur kwam voor het doek vertellen, dat hij naar een adres moest, waar hij een kogel uit de muur moest halen, die er sinds de oorlog inzat. Dat was zijn vak zei hij, Kogeluitpikkerateur. Je kunt je voorstellen wat een hilariteit er in de zaal was, toen hij begon met: Zo ik kommum d'r effe uithale.....En kijk naar de grote roestige tang in zijn hand!

kogeluitpikkerateur

 

In totaal heb ik zeven revues geschreven. T.W.

Hoera 't is Feest,

Een lente het Park en nog wat,

Hoera, we leven nog,

We draaien weer,

't Is weer Kermis,

Daar gaat-ie dan 

Waar gaat dat heen?

Uit verschillende revues kan ik wat foto's tonen, maar niet één van onze zangeres Tiny Seegers, mijn latere vrouw. Zij was de Leading Lady in de revues en het mooiste was ze zong in het Frans en had nog nooit een woord Frans gesproken. 

Ik zette voor haar de tekst fonetisch op papier, lag haar een beetje uit wat de tekst betekende en voor de rest was het oefenen en maar oefenen. Perfectioniste als ze was, was haar eerste opmerking, toen ik haar de tekst voorlegde Ga jij maar met je pies naar Bijsterveld! Maar na een beetje proberen en veel geduld mijnerzijds, werd ze toch enthousiaster en toen kwam er ook een perfecte tekst uit. Ze zong die eerste avond Tango Poème en die begon zo. 

Et rien ne plus de pas effacer 

Tous le bonheur des beaux jours passé.... 

 

Ga d'r maar is aanstaan, zeggen we dan bij ons thuis. De volgende dag kwam mijn baas me complimenteren, maar vooral gaf hij een compliment aan Tiny. Wat kan die perfect Frans zei hij. Hij wilde bijna niet geloven, dat ze geen woord Frans kon. 

Waarom de fotograaf geen plaatje van haar gemaakt heeft? Of zijn rolletje was op. Of zijn flitser weigerde. Of..... Hij was zo weg van haar zang, dat hij vergat om af te drukken. Laten we het hier maar op houden. 

Hier een foto van de proloog uit Hoera we leven nog. Vanaf links, mijn zwager Huub, Jaap van Grieken, Antoon Oosthoek en mijn persoontje.

revuehoerawelevennog

 

Ook uit de revue We draaien weer is een leuke anekdote te vertellen. 

De finale speelde zich af op Broadway en het decor was in één woord schitterend. Het leuke was op een der wolkenkrabbers was een lichtreclame, die aan- en uitging. SenS Offset was daarop te zien. 

In die finale zong mijn zwager Sonny Boy, dat beroemde lied van Al Jolson uit de eerste sprekende film. 

Op de laatste repetities waren er al traantjes gevloeid bij verschillende dames, maar op die avond zong hij het nog eens zo mooi. Mooier dan Al zeiden vele. De lichtreclame werd echter bediend door Antoon Oosthoek, die, bij gebrek aan beters, om de zeven tellen een stekker in het stopcontact stopte en er weer uithaalde. Zodoende zag het publiek die lichtreclame werken. Deze knul was zo onder de indruk van de zang, dat hij op een gegeven moment de stekker vergat uit het stopcontact te halen. Niemand had wat in de gaten...Dachten we..Alleen weer mijn baas  die zeer in zijn nopjes was met de gratis reclame. Waarom bleef de lichtreclame nou stilstaan? vroeg hij de volgende dag. Toen moest ik het hem wel uitleggen. Hier Huub als zwarte zanger.

De foto is niet uit die revue maar uit een optreden op een andere avond.

revuesonnyboy

 

Een vaste figuur in al de revues was de Hollandse Zwerver. Dat was een vriend van me, Gerard Stolk en hij was ook jaren lang mijn partner bij De Gerco's. De naam is makkelijk verklaard. 

Hij had een stem als een klok, maar zoals alle zangers en zangeressen in ons gezelschap, ongeschoold. Mooi waren zijn nummers, die uit het repertoire van Frans van Schaijk kwamen, maar heel mooi was zijn vertolking van En altijd komen er schepen. Zie mijn 100ste verhaal. Hier staat hij in vol ornaat.

revuestolk

 

 Omdat ik nu toch met foto's bezig ben, zijn hier de Gerco's. De fotograaf kon ons schijnbaar maar net in zijn zoeker krijgen, maar we schuiven nog net niet het beeld uit. 

revuegercos

De combinatie is ontstaan aan de steendrukpers. Gerard Stolk was inlegger en als de machine lekker liep, dan konden we samen nog wel eens in gezang uitbarsten. Pollie môs gaan perrel toe, was een leuk Zuid-Afrikaans liedje, dat we dan tweestemmig zongen. Achter ons stond een handpersdrukker te werken en die genoot schijnbaar van onze zang. Hij adviseerde ons om samen door te gaan. 

En zo is het gekome.....

 

We kwamen ook wel eens in het Wilde Westen. U ziet een foto van een halve finale, d.w.z. het laatste nummer voor de pauze. In deze scène was zelfs onze pianist op het toneel gekomen, Hier zie je hem met zijn accordeon en de gitaarspeler was een personeelslid, Steef v.d. Kooren, die speciaal voor deze gelegenheid kwam opdraven. 

revuewestern

 

We draaien weer was een heel leuke revue. In deze revue ging het over de drukkerij zelf en werden bazen, chefs en personeel op de hak genomen. Er was een scène, waarin we een gesprek tussen de beide directeuren, Karel en Hans Sauerbier, lieten zien en horen. Echt zoals ze soms konden discussiëren. De bazen kwaad? Nee veel te sportief. Ze zaten te schudden van de lach en konden alleen maar naar elkaar wijzen en zeggen, Dat ben jij! 

Over de juffrouw in de kantine werd ook een liedje gemaakt en dat begon zo: 

Als ik jou zie in je ki, in je ka, in je koffietentje, 

dan denk ik steeds was ik mi, was ik maar jouw liefste ventje...

 

Een topper was ook de Samba S en S Het refrein was:

 De Chef, met lef, 

danst heel alleen de samba, 

de baas, heel dwaas, 

die vuurt hem aan, caramba, 

de juf, met bluf, 

die heeft het meest succes

en heel de zaak, die danst voortaan 

de Samba S en S!

 

Tot slot nog een aardige foto uit de revue Daar gaat-ie dan Het is de proloog en het was de revue, die op Een lente, het Park...volgde. Ik kreeg mijn zin om de komische rollen zelf in te delen en hier ziet u mij met Piet van Nek. 

revueproloog

 

Hij heeft een koffer bij zich, want we gaan een reis om de wereld maken en de tekst van het openingslied was. 

Daar gaat-ie dan 

Met een lach en een aardig melodietje. 

Daar gaat-ie dan 

Zet vanavond de zorgen maar opzij. 

Van dit, van dat,

een beetje van alles wat. 

Toon de wereld, dat je lachen kan. 

Daar gaat-ie dan

 



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

22 November 2001