Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Het Rotterdamse Gemeentebestuur in de 2e Wereldoorlog

Een bijdrage van Ger van Dam

Voor lezers en kijkers van Engelfriets site met teksten en beelden over Rotterdam is het boek van Hans van der Pauw Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog boeiend. Uit zijn fraai uitgegeven en goed gedocumenteerd boek een paar grepen. Die gaan over de oud-burgemeester mr. P.J. Oud, de wethouder De Zeeuw en over de Duitsgezinde burgemeester F. Müller en diens kompaan Dijkhuis. De Duitse dr. Carl Völckers en diens baas Reichskommissar Seyss-Inquart komen ter sprake én de beruchte verraders Gerrit van Burink en Anton van der Waals.

De Duitse dr. Carl Völckers was door Seyss-Inquart in het begin van de bezetting aangesteld als Beauftragte om toezicht te houden op het gemeentebestuur. Hun relaties met mr. Oud en de zijnen was aanvankelijk betrekkelijk gunstig voor de stad. De Reichskommissaris voerde in de eerste oorlogsjaren een omzichtig beleid. Het aan gezag en gehoorzaamheid gewende Nederlandse volk zou zich als Germaans broedervolk wel willen voegen naar het Duitse Rijk. Antidemocratische krachten of minstens neigingen daartoe waren er al. Ook instanties als de Nederlandse politie en spoorwegen werkten mee met Duitse acties als razzia’s, het wegvoeren van joden en het arresteren van neergestorte Britse vliegers. Beide Duitsers verhinderden soms felle represailles, als er sabotage was gepleegd.

Vooral Völckers was de havenstad Rotterdam welgezind. Hij was zelf uit Bremen afkomstig, waar hij belast was geweest met de leiding over de haven. Voor zijn Duitse bazen kwam Rotterdam op de eerste, tweede en derde plaats, Bremen op de vierde en dan pas op de vijfde plaats het Duitse belang.

Gerrit van Burink was onderwijzer in Nederlands-Oostindië geweest, een man die fysiek geweld niet schuwde. Hij was in Rotterdam als communist in actie geweest voor de havenarbeiders, maar na de Duitse inval was hij overgestapt naar de NSB. Als gemeenteraadslid stoorde hij meermalen de vergadering. Eens kwam hij met 150 zwartgeüniformeerde NSB-ers en WA-mannen opdagen. Burgemeester Oud had hem al meermalen tot de orde geroepen. Hij aarzelde niet om de voorzitters-hamer uit diens handen te rukken. Hij bevuilde daarbij wel zijn eigen lichte zomer-kostuum door een inktpot om te stoten. De Beauftragte Völckers en Seyss-Inquart keurden het optreden van Van B. af en zeggen toe, dat hij niet verder zou storen.

Van B. nam wraak. Hij overviel met een groepje trawanten het stadhuis, zij knevelden burgemeester Oud en hielden hem het schortje van de vrijmetselaarsloge voor. Daarop stond ook nog eens de vijfpuntige ster, gemakkelijk te zien als de joodse davidsster. De loge behoorde ook nog eens tot de verboden verenigingen. Völckers en “Seyss” keurden nogmaals het optreden van Van B. af. Publicatie van de voor mr. Oud beschamende foto werd verboden en voor de vorm zaten de de overvallers enkele weken in kamp Ommen.

Uiteindelijk kon Oud zich niet handhaven als burgemeester. De Reichskommissar raadde hem aan over drie maanden zijn ontslag aan te vragen om de NSB niet de indruk te gunnen, dat zij succes had gehad.

Anton van der Waals, infiltreerde in opdracht van de Sicherheitspolizei (Sipo) als Vertrauwensman verzetsgroepen. Tientallen slachtoffers zijn er door hem gemaakt. Ooit besloten de Duitsers een aanslag op “Anton van de Wilde” te ensceneren om te voorkomen, dat het verzet hem zou doden. Na enige tijd begreep men in de kringen van het verzet, dat “baron Van Lynden” onder weer nieuwe naam actief was als verrader.

Ook Mr. Oud was zijn prooi. De Sipo had het plan Van der W. naar Engeland te laten gaan voor contraspionage. Daarvoor zou hij eerste Oud helpen vluchten naar Engeland. Het geld dat nodig zou zijn voor die operatie, 12.000 gulden, stak Van der W. in zijn eigen zak. Daar Oud de zaak niet meer vertrouwde ging het plan niet door.

Na de oorlog werd Van der W. ter dood veroordeeld. Vóór de uitvoering daarvan bekende hij aan de openbare aanklager en de dominee dat hij inzag zijn straf verdiend te hebben. De man bleek nog een geweten te hebben, ooit in zijn gereformeerde opvoeding gewekt. In Wikipedia op Internet leest men interessante informatie over de jeugdjaren van “Tom”, het verwende jongste kind van vrome ouders. Als schoolkind werd hij als gemene verklikker gepest.

Opvolger van mr. Oud als burgemeester was de Duitsgezinde F. Müller uit Utrecht. Hij was een industrieel met een Duitse moeder, bekend met de voormalige keizer in Doorn zijn laatste jaren slijtend. Al vroeg lid geworden van de NSB werd hij in 1941 commissaris van Utrecht. Op de provinciale burelen trof hij als enige politieke verwant de jurist dr. J. Dijkhuis. Ook bij hen werkten bezwaren tegen het demokratisch bestel, zoals dat feitelijk functioneerde. Jaap D. werd Müllers rechterhand of factotum én huisvriend, ook in Rotterdam.

Wethouder A. de Zeeuw, loco-burgemeester, sprak zich bij de installatie van Müller in oktober 1941 duidelijk uit. De zaal zag uiteraard zwart en grijs van nazi-uniformen. Deze burgemeester was door de centrale overheid opgedrongen en steunde niet op de vrije keuze van een gemeenteraad en een wethouderscollege en van de bevolking, stelde De Zeeuw. De Duitse en naziheren namen hem zijn openhartigheid niet in dank af. De Zeeuw liet een bode bij Müller de ambtsketen omhangen. Hij eindigde met het loflied op Rotterdam, “koningin (!) van de Maas” te citeren. Wijselijk dook hij daarna onder.

De gemeenteraden waren ondertussen al opgeheven. Ontslagaanvrage door wethouders was vaak onmogelijk, omdat die werd geweigerd. Er waren niet genoeg capabele NSB-ers om zulke functies te kunnen uitoefenen. Het ambtenarencorps werd geleidelijk aan wel gevuld met NSB-ers. Dat de soms redelijke relaties tussen Duitse en Nederlandse functionarissen in de volgende jaren verslechterden, is begrijpelijk. Na Stalingrad en de nederlagen in Noord-Afrika bleek nazi-Duitsland niet onverslaanbaar.

Pauws boek bevat veel en veel meer over gebeurtenissen en toestanden die menige Rotterdammer zich herinnert. Dat alles goed gedocumenteerd en van foto’s voorzien. Dergelijke studies plaatsen eigen herinneringen uit een tijd met weinig informatiemiddelen in ruimer verband. Een ander boek, Grijs Verleden Nederland in de Tweede Wereldoorlog van Chris van der Heijden, laat zien dat ook in Rotterdam er niet steeds een duidelijk onderscheid tussen “goede en foute Nederlanders” was te maken. Het meest treffende is de volgzaamheid, de vrees voor problemen die mensen weerhield tot verzet. De represailles, weten wij nu, waren ook ernstig. Een voorbeeldje: de ondermijning van het spoorwegviaduct vlakbij het Hofplein door het verzet mislukte, doordat een ijverige spoorwegbeambte een vreemd draadje zag ... en er niet voor koos om niets gezien te hebben.




Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog
Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog
H. Pauw & Pauw, J.L. van der


Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog

H. Pauw & Pauw, J.L. van der

van harte aanbevolen

Klik op de bovenstaande thumb foto voor meer informatie over het boek èn om het eventueel direct te bestellen!






AANBEVOLEN

Of op zoek naar andere boeken over Rotterdam?

Klik dan op deze link

Of zoek je iets anders dan Rotterdam?

Kan ook:






Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

4 Maart 2008