Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens heeft weer een prachtig verhaal ....

Mijn favoriete onderwijzer.


Ik heb in het stukje over de Hammerstraat al gewag gemaakt, van mijn klassenleraar, meneer Staal. Ik heb die onderwijzer meegemaakt van de vierde t/m de elfde klas en ik heb al uitgelegd, dat op deze school een halfjaarlijkse verhoging plaats vond. Zeven klassen, dat is dus 3½ jaar, heb ik deze meester, zoals we vroeger de leraren aanduidden, meegemaakt.

Meneer Staal woonde in de Juliana van Stolberglaan, samen met zijn zuster. Het was een statige man, met een mooie grijze haardos en een meester, die heel mooi zingen kon. Hij zong dan ook in het zangkoor van de St. Hildegardiskerk en het was een genot voor ons als het zanguurtje in de klas was aangebroken. Dan stond meneer Staal, in zijn grijze stofjas voor de klas, met een stemvork in de hand, want er moest bij elk lied gestemd worden.

Er werd meestal gezongen uit Kun je nog zingen, zing dan mee, maar met Sinterklaas en Kerstmis, ging dat gewoon op gehoor.
De Sinterklaasliedjes konden we allemaal wel, maar meneer Staal, leerde ons ook mooie Kerstliedjes. Zodoende heeft hij ons in de wat hogere klassen, het Stille Nacht, tweestemmig leren zingen. Zo mooi vond hij het zelf, dat in de kersttijd de tussendeuren opengingen en de aangrenzende klassen konden meeluisteren. Hij stond dan zichtbaar te genieten.

Zoals ik al vermeld heb, padvinders en misdienaars waren niet zijn grootste favorieten en dat liet hij soms wel eens blijken. Hij vroeg ook nooit naar de reden, als je bij de dagelijkse vraag, ben je naar de kindermis geweest? Nee zei. Dat werd later in de twaalfde klas wel anders. Zonder meneer Staal….
Hij heeft ons ook schoonschrijven geleerd. In die echte schriften met die speciale lijnen. En…als je een dicteeschrift vol had met alleen maar 10-8, dan kreeg je een reep chocolade. 10 was voor 0 fouten en de 8 voor het mooie schrijven.

Een hele eer was het als je tussen de middag naar Simon de Wit mocht om een ons kussentjes te halen. Je had er graag wat tijd voor over, want je mocht er onderweg al twee kussentjes uithalen. Hij vertrouwde je volkomen. En je haalde er dan ook maar twee uit. Ik denk, dat hij wist hoeveel kussentjes er in een ons zaten, en het dus een kleine test naar je eerlijkheid was. Maar dat weet ik niet zeker.

In de klassen 10 en 11 hadden we een wandelclub en als we wilden vergaderen mochten we 's Woensdagsmiddags bij meneer Staal komen en dan zorgde zijn zus ook nog voor limonade en een kaakje. Het was dus al die jaren gezellig op school.
En toch waren er familieleden, die niets goeds van hem konden horen. Aan wie zou dat nou gelegen hebben. Want één ding stond bij meneer Staal voorop. Geleerd moest er worden. En als je er met je pet naar gooide, dan was hij niet gemakkelijk.

Al zou dit verhaal misschien een andere indruk wekken.


Als extraatje de huidige ingang van het nonnenklooster in de Hammerstraat.

De ingang van het Nonnenklooster nu




Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

25 Juni 2001