(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Gastenboek |
---|
Naar beneden |
---|
Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal ....
Omscholing tot offsetdrukker
De jaren draaiden voorbij in de drukkerij. Het was gezellig werken en ik kreeg het behoorlijk druk met het schrijven van mijn revues, waarvan meer in een vorig verhaal. Maar ja, gezelligheid brengt niet altijd geld in het laatje en ik kon toch moeilijk mijn leven lang inlegger blijven. Ik moest intussen voor een vrouw en dochter gaan zorgen.
Daarom sloeg ik hard aan het solliciteren en op een gegeven dag, kreeg ik bericht, dat ik moest komen praten in Gouda, bij de Politie! Ja, daar had ik ook maar gesolliciteerd. Iets wat ik eigenlijk niet zo goed zag zitten. Ik besloot met de oproep naar mijnheer Karel te gaan om hem die oproep te laten lezen.
Het eerste wat die zei was, Daar ben jij toch helemaal geen type voor. Jij wordt drukker!
Hij had aan mijn eerste revues wel gezien, dat er niet die man rondliep, zoals hij afgeschilderd werd door de chef. Er volgde een openhartig gesprek, waarin ik, op zijn verzoek, alles mocht zeggen, wat me dwars zat en meerdere dingen. Aan het eind van het gesprek zei hij. Jij krijgt een omscholing tot offsetdrukker En zo gebeurde het. De vergunning werd aangevraagd.
Mede, omdat de plannen waren om nog meer SenS-persen te bouwen en hij dus drukkers nodig had, werd de opleiding door de Grafische Bond toegewezen. Met mij kregen nog twee andere een omscholing.
Dat werd een hele verandering in mijn leven. Ik moest flink theorie gaan leren, want wat gewone leerlingen in vijf jaar erin moesten stampen, moest ik in twee jaar leren.
Een andere moeilijkheid was, dat ik nog geen drukkersloon kreeg, omdat dat nog niet uitbetaald mocht worden volgens de geldende CAO's. Dat was nog twee jaar meer knijpen geblazen, maar mijn Minister van Financiën, mijn vrouw, loodste ons goed door die minder goede tijden heen.
Mijn leermeester werd De Nijs bij wie ik toch al aan de steendrukpers stond. Voorlopig bleef het ook de steendruk, maar ik was van de inlegbok af en moest laten zien wat ik al aan de steendrukpers kon.
Al heel gauw stond ik alleen aan de pers en ging mijn leermeester, of naar de pers naast mij, of hij moest naar een offsetpers toe, want hij werd ook offsetdrukker. Geen omscholing. Want,het was zo, gediplomeerde drukkers konden gewoon van de éne techniek naar de andere overgaan.
Stel je voor. Ik moest nu het hele karwei alleen opknappen en toen kwamen de ervaringen en alles wat ik goed geleerd en afgekeken had, mij goed van pas. Officieel stond ik onder toezicht van mijn leermeester, die ook verantwoordelijk bleef voor het drukresultaat, maar veel tijd kon hij niet meer aan mij besteden als hij aan de offsetpers stond. Bovendien was hij ook nog een hele poos ziek en ik stond er dus praktisch alleen ervoor.
Volgens de afspraak moest ik zo snel mogelijk naar een offsetpers en toen SenS 7 klaar was, werd ik daar aan geplaatst, natuurlijk weer onder leiding van...,die zelf aan SenS 8 kwam te staan. Wat theorie betreft over de Offsettechniek stond ik eigenlijk gelijk met mijn leermeester. Ook voor hem was de offset nieuw. Wat hij ook weer niet hoefde te doen was het leren van al die theorie, maar ik kreeg een map in mijn handen geduwd, waarin vijf jaar theorielessen zat. Kregen de leerlingen, die vijf jaar moesten leren en eens per week naar de Grafische School moesten, dat per les te verwerken, ik moest die theorie in twee jaar kennen.
Veel lessen gingen over het hoe en waarom van de steendruk. Lessen, waar ik in de toekomst bijna niets meer aan zou hebben, maar ik moest ze toch leren en....mijn theorieleraar werd mijn chef. Dat betekende lesvragen beantwoorden en bij hem inleveren. Alleen het tempo mocht ik zelf bepalen. Hier ziet u de eerste les van een lange reeks.
Het praktische werk aan de pers ging me goed af en ik drukte de orders steeds onafhankelijker. Het ergste was, technische vragen kon ik niet kwijt bij mijn leermeester, die zelf met een nieuwe techniek bezig was. Aan één kant was dat een geluk, want ik leerde goed zelf denken en problemen oplossen.
Veel geslapen heb ik die jaren niet. Ik moest ook nog voor de revues aan het werk en ook een Schnabbeltje in het weekend nam ik graag mee. Dat werd dan wel vier uur in de morgen voor ik thuis kwam. Mijn vrouw zei wel eens, jonge je houd zo geen kone meer over.
En zal ik eens wat verklappen? Ik nam elke dag veertien boterhammen mee, maar mager bleef ik. Het werden dus twee harde en lange jaren, maar hij brak toch aan, de Examendag. Alleen nog slagen en dan zou er een nieuw en hopelijk beter tijdperk aantreden. Maar...eerst slagen!
Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|