Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens' verhaal over......

Logies in een nonnenklooster 

Het eerste wat we deden in Recklinghausen was de Amerikaanse commandant te spreken  krijgen. Ik was nog behoorlijk vochtig, maar we hadden de bevelhebber snel gevonden. Hij stuurde ons naar de burgemeester en dat was wat voor ons. We meldden ons bij het stadhuis en werden buigend binnen gelaten door de burgervader zelf. We waren sinds jaren weer Herrn en de vriendelijkheid droop van hem af. We wisten niet of het echt gemeend was of, zoals Klaas fluisterde, dat hij stond te slijmen. Alleen het aanbieden van een sigaar ontbrak, maar die had hij zelf in jaren ook niet gezien, denk ik. 

We kregen iemand mee, die ons naar een nonnenklooster bracht en het eerste wat we daar kregen was heerlijke bruinenbonensoep, met alles d'rop en d'ran.Vele engeltjes piesten over onze tongen. 

Na het eten werd ik uit de kleren geholpen en in een bed gestopt. Ik weet niet meet wat ik aanhad, maar in ieder geval geen habijt. Mijn kleren werden meegenomen om gewassen te worden en voor ik insliep dacht ik nog, als ik die nou maar terugkrijg. Verder wist ik van de wereld niets meer af, maar we werden 's morgens vroeg gewekt en er stond een lekker ontbijt voor ons klaar. 

Mijn kleren waren schoon en droog en het enigste voordeel voor mij was, dat ik geen bagage te dragen had. Zelfs de sigaretten waren gedroogd, zodat er voor de liefhebbers nog wat shag te krijgen was. Ik rookte niet, maar ik bewaarde de shag toch als handelswaar. De anderen hadden ook hier en daar wat sigaretten gekregen, misschien wel gebietst. 

Vol energie gingen we na het ontbijt op stap. Naar huis was het parool En wel zo gauw mogelijk, waarbij we ons realiseerden, dat Rotterdam nog steeds niet bevrijd was, maar ons huis was Nederland, als we dat maar bereiken konden. Eten hadden we meegekregen en we maakten ons in het geheel geen zorgen waar we de volgende nacht moesten slapen. Als het aan ons lag liepen we gewoon door. Richting pal west en dat was richting Dorsten

Onderweg moesten we vaak om wat bomtrechters heen en de weg was soms behoorlijk vernield. We kwamen ook veel tanks en legerwagens van de Amerikanen tegen en het verkeer werd op sommige punten geleid door de Military Police ofwel de MP's.

Op een zeker ogenblik, we waren al vlakbij Dorsten, stond er een legerwagen aan de kant van de weg. Een MPer vroeg ons waar we heen wilden en we vertelden hem natuurlijk ons doel. Hij legde ons uit, dat zoiets nog niet zomaar ging en hij vroeg ons op de wagen te stappen. We reden richting Dorsten en op een gegeven ogenblik reden we een kamp binnen. We werden uitgeladen en we begrepen opeens, dat het naar huis gaan nog wel even uitgesteld zou worden. Waar we terecht gekomen waren was een zogenaamd Displaced Persons Camp.

We kregen een barak toegewezen, waar al verschillende landgenoten zaten of op bed lagen. Dat was een tegenvaller! Twee dagen bevrijd en alweer in een kamp! Nou moet ik al bij voorbaat zeggen, dat dit kamp meer een onderkomen was, in afwachting van de dingen, die komen zouden. We hadden alle vrijheid om erin en eruit te lopen en we hadden eten en een slaapplaats. Maar die slaapplaats viel tegen. Wat we nergens nog meegemaakt hadden, het wemelde in de barak van de wandluizen. Wandberen zeiden we in Rotterdam. De schrik van ieder huisgezin, want wandberen, dat was een ramp voor onze schone moeders.

En nu! We konden niet in bed slapen, tenminste, als je geen wandluizen op je gezicht kon verdragen en ik ging dan ook op een bank naast de tafel slapen, plaats in de onderste bedden was er niet, die waren al allemaal ingenomen door degenen, die eerder opgepakt waren. Maar ook op de bank bleek het slapen een ramp. Ik had netjes een deken over de bank gelegd en dacht lekker even te kunnen slapen, ook al was de bank wat smal, maar slechte slaapplaatsen waren we gewend. Een poosje later werd ik wakker door een wat branderig gevoel aan mijn arm. Mijn deken was weggeschoven en ik keek in de kier van de bank, waar het volgens mij krioelde van de wandberen.

Ik schoot van de bank af en ging gelijk naar buiten om mijn deken uit te schudden. Binnen waren meerdere jongens, die uit pure wanhoop aan tafel waren gaan zitten, maar een volledige baan hadden aan het verpletteren van de luizen, die regelmatig met een lichte tik op de tafel vielen.

Die nacht bleven we wakker, maar de volgende dag spraken we af, dat we beter buiten konden gaan slapen. En inderdaad we vonden een plekje waar het  lekker zonnig was en hebben daar een dutje gedaan. Voor de volgende nacht hadden we een aardappelkuil ontdekt en we gingen met vier man op de aardappelen slapen. Alle dekens over ons heen en de hobbels in onze ruggen deden ons niets meer. We sliepen maar kort en hoopten dat we onze slaap, de volgende dag konden inhalen.

Meer over dit kamp en wat erna nog volgde vertel ik later. Ik krijg een kriebelig gevoel.....



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

20 Augustus 2001