Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Er was 's avonds nog meer te doen. 

 

Over de winteravonden heb ik al eens wat verteld. En over de zomeravonden is ook wel wat te vertellen. Dan was het buiten spelen en alle spelletjes, die er maar gedaan konden worden, werden dan ook gedaan. Ook daar heb ik al eens gewag gemaakt. Wat een woord  hè? Gewag! 

Als er geen spelletjes gespeeld werden, kwam dat omdat we op het landje voetballen moesten of naar het voetballen gingen kijken. Dicht in de buurt van Pa, vanwege de pinda's of andere snoeperijen, of, en dan praat ik over mijzelf, mee met vader naar een voetbalwedstrijd, die een beetje uit de buurt lag. Maar nooit alleen. Want, als de wedstrijd afgelopen was, dan werd het vaak al een beetje duister en dan mochten we niet alleen van de Oude Kleiweg naar huis toe komen. Het was ook wel wat griezelig ook. Je moest tenslotte onder de poorten door en over het opgespoten land. De poorten waren de onderdoorgangen van het treinviaduct aan de Vijverhofstraat. Soms gingen we blokkies lopen. Dan liepen we ons, om het met de Rotturdammer te zeggen, het leiplazerus. Wie de meeste blokjes liep was de winnaar. Zo'n blokkie bestond uit een rondje Vinkenstraat, Benthuizerstraat, Schoonoordstraat en Bergweg. Als dat voorbij was konden we geen pap meer zeggen. Het zag scheel voor onze ogen en menigeen kon zich bovengekomen nog net uitkleden en in bed rollen. 

De meisjes waren meestal aan het diabolen of aan het touwtjespringen. Wat diabolen is? Daar zou Alie ons meer over kunnen vertellen. Ik weet wel, dat tussen twee stokjes een touwtje gebonden was en daar liep de Diabool dan overheen, of werd in de lucht geworpen en weer netjes opgevangen. 

Bij het touwtje springen mochten de jongens ook wel eens meedoen. We stonden meestal aan het touw te draaien en als we nog eens zover kwamen, dat we mochten springen, dan waren we snel weer af en moesten weer gaan draaien. Ja, de jongens waren snel af en we wisten donders goed, dat het aan het draaien van de meisjes lag, maar bewijs zoiets maar eens. Vrouwen, waren toen al niet te vertrouwen....... 

Er waren echter ook avonden, dat er verplicht iets gedaan moest worden en één zo'n avond was de avond, dat de kleden en matten geklopt moesten worden. Dat was meestal op Donderdagavond en volgens de wet mocht je niet voor tien uur met het mattenkloppen beginnen. Of je moest het 's morgens voor acht uur doen. 

Op zo'n Donderdagavond kwamen dan de moeders met dochters en ieder die moest helpen bij het kloppen naar buiten. De meeste hadden een speciaal rek, dat op zolder bewaard werd en daar gingen de vloerkleden overheen. Dan werd mattenklopper gehanteerd. 

mattenklopper

 

Het geluid was straten ver te horen en de stofwolken zwierden door de straten. Ik probeerde altijd eventjes weg te wezen, want de kans was groot, dat je bij een groot vloerkleed even een beetje vast moet houden, zodat de dames beter konden slaan. Dat was geen pretje, want de stofwolken vlogen om je oren. En of het nu winter of zomer was, geklopt moest er worden. Alleen bij hevige stortbuien, dan werd het uitgesteld, zeer tot ongenoegen van de vrouw des huize. Maar dat was ook de enige keer, dat het niet doorging. Sneeuw en kou was geen beletsel. De kloppers sloegen zich wel warm.

Eindelijk kwam de verlossing met de uitvinding van de stofzuiger. Voor vele moeders minder zwaar werk en voor de opgroeiende dochters meer vrije tijd, want stofzuigen deed iedereen graag. In het begin tenminste. Als er nog wat geklopt werd was het even het deurmatje. Dan moesten de vrouwen wel opletten, want gebeurde het na acht uur of voor tienen en er kwam een straatadoot langs, dan kon het best gebeuren, dat er een bekeuring uit de bus kwam.

Er waren dan vrouwen, die het matje uitklopte over de veranda, maar dat vonden de benedenburen weer niet zo leuk en dan kon er wel eens een flinke woordenwisseling ontstaan.

Tot slot. Was er een zieke moeder of een andere hulp, dan waren diezelfde buren altijd bereid om bij het mattenkloppen te helpen.

Zo was het nou ook toevallig nog een keer.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

11 Oktober 2002