Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt  ....

Hachelijke momenten. 

 

Inplaats van benauwde ogenblikken waren er ook hachelijke momenten, Dit zijn volgens mij momenten, waarin je eigenlijk het gevaar niet ziet aankomen, maar waarvan je later zegt, nou, nou, daar hebbe weer effe gesloft. Zo,n voorval heb ik al aangetipt bij de foto van de kampgenoten in Berlijn. 

 

Er lagen op de scheepswerf een groot aantal vaten met verf en vernis en door de aanhoudende bombardementen werd er vanuit de fabrieksleiding opdracht gegeven om deze vaten te begraven. Jan Bos en ik waren de pineut en moesten langwerpige kuilen gaan graven. Nou,  met het mooie weer, dat we die dagen hadden, was dat niet zo'n onaardig karweitje. Welgemoed begonnen we. Niet te snel, maar ook niet te langzaam, want we stonden in het zicht van de kantoren. 

 

We hadden een vrolijke bui en na een poosje zetten we een lied in. Erg populair was, zie ginds komt de stoomboot, maar dan op een heel andere wijs. Waarom was nou zo'n lied zo populair? Het was een Duitse mars en we vonden het heerlijk om zo'n mars met onze eigen tekst te zingen. Vreemd maar waar. Het ene lied volgde na het andere en toen werden we een beetje roekeloos en gingen zingen, 

 

Hoe lang zal het nou nog duren? 

Hoe lang zal het zijn? 

Dat wij moeten werken 

in die rotzooi van Berlijn. 

 

En dit werd dan weer herhaald. Maar toen hadden we buiten de waard gerekend. Opeens komt er een metselaar, die een muurtje aan het repareren was, aangelopen. Hij schreeuwde ons toe, in het Duits dan, denken jullie dat ik dat niet verstaan heb. Dan hebben jullie het mis! ik heb ook in Holland gewerkt. We stonden verstomd en de metselaar ging richting kantoor.

 

 Nou zijn we de klos zei Jan en ik veranderde snel de regel met rotzooi van Berlijn in dat groot en mooi Berlijn. Ik prentte Jan in om de tekst zo op te zeggen of te zingen als dat gevraagd werd. We wachtten af, maar de metselaar was even later weer gewoon aan het werk. Dat deden wij dan ook maar weer. In stilte en erg geschrokken. 

 

Toen we weer in de barak waren zei Jan, Weet je wat ik denk Gerard, die vent heeft ons willen waarschuwen, Hij was bang, dat er op het kantoor ook Hollands verstaan werd. Ik liet het maar zo. Ik wist wel, dat ik deze tekst in het openbaar niet meer zou zingen.

 

Voor het volgend hachelijk moment moeten jullie eerst eens deze foto bekijken. 

zoeklichtenafweer

 

Hier is een bommenwerper flink in de moeilijkheden en soms konden wij zo'n voorval vanuit de verte bekijken. Zo ook in deze heldere nacht.Er was weer eens luchtalarm, maar de bommen werden ver van ons neergegooid. De lucht was bezaaid met zoeklichten en op een gegeven ogenblik hadden ze een vliegtuig in het licht gevangen. Het vliegtuig zat erg hoog en het leek heel klein. Een vlieg. Zo klein was het.

 

Vol spanning stonden wij aan de oever van de Spree toe te kijken. Het was een fascinerend gezicht. We hoopten allebei, dat de piloot zich uit de lichtstralen zou kunnen werken. Het luchtafweergeschut werd steeds meer op het vliegtuig geconcentreerd. Tientallen ontploffingen zag je rond dat vliegtuig en ja hoor, jammer genoeg werd het op een zeker ogenblik geraakt. Het toestel ging rondjes maken en in een spiraal kwam het steeds lager. Lager en lager. We keken gefascineerd toe. Steeds groter werd de bommenwerper.

 

 Arme jongens, dacht ik nog. Of zou de bemanning er al uit gesprongen zijn? Groter en groter werd het vliegtuig en opeens werd er duikeeeee geroepen. Of dat nog zou helpen, maar automatisch gingen we languit op de grond. Het vliegtuig scheerde met veel lawaai over ons heen en stortte uiteindelijk in het water achter ons. We beseften opeens dat we weer geluk hadden gehad. Het was een zeer hachelijk moment. Een beetje bleek gingen we even later naar de barak terug. En, het was niet te geloven, daar was ons lager met alles wat erin en erop zat ontsnapt aan een volledige vernieling.

 

Er was een Duitse nachtjager neergeschoten en dat toestel was neergestort vlak achter de barak, in de buurt van het eigen afweergeschut, dat op enkele honderden meters van ons af stond. Je begrijpt er was niets te bekijken, want er mocht niemand in de buurt van dat toestel komen. We konden gerust zeggen.

Het was me het nachie wel.

lancasterbommenwerperber



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

19 Oktober 2001