Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een zeer bijzonder verhaal  ....

Dolle Dinsdag 

 

Er is later veel verteld en er zijn later vele conclusies getrokken, maar ik wil over deze dag vertellen, zoals ik hem beleefd heb. 

Ik was na mijn verlof uit Berlijn, zoals je elders kunt lezen, op advies van dokter Hermans niet teruggegaan, omdat ik na mijn roodvonk wel eens reuma kon hebben. Dat betekende, dat ik veel uren van de dag een soort huisarrest had, omdat de Krankenkasse en dus de Duitsers wel eens konden komen om te controleren. Ik had van de dokter veel instructies voor elke situatie waar ik bij controle gebruik van moest maken. Deze dokter stond pal achter me en ik kon altijd naar hem verwijzen. Goed, zo leefde ik dus in het jaar 1944. Thuis als het nodig was en naar buiten als dat mogelijk was en dat was meestal na vijven. 

Op een morgen, het was Dinsdag 5 September werd er al vroeg gebeld. Controle? Nee, mijn broer Aad, die in de Willebrordusstraat woonde, stond voor de deur en riep: Kom op Gerard. Het is zover! Over een paar uur zijn de Canadezen hier. Ik reageerde of ik is aan zijn hoofd moest voelen, maar hij was absoluut zeker. Ik heb het zelf over de B.B.C. gehoord. Ze zijn al in de buurt van Breda. 

Nou ik verbeterde en passant het record aankleden en daar gingen we dan de straat op. Het was drukker als anders en toch liepen de mensen een beetje verdwaasd rond. Zou het dan toch waar zijn? Via het Willebrordusplein kwamen we bij het Bergwegziekenhuis, waar we direct al mee moesten doen met een groep verpleegsters, die voor de deur aan het hossen waren. Er hingen zelfs vlaggen uit. Ik ging meer en meer geloven dat het allemaal geen droom was. 

Op een zeker ogenblik kwamen er zelfs karren voorbij met huisraad en vluchtende N.S.B-ers. Onder luid boegeroep gingen ze voorbij. Heel klein en heel timide. Ook werden wat Duitse soldaten gezien, die richting Hillegersberg trokken. Met grimmige gezichten en nog altijd gewapend. Een oudere man naast me merkte op. Dit kan niet. De Duitsers magge zijn wat ze zijn, maar zonder slag of stoot terugtrekken? Ik geloof er niks van. En eerlijk gezegd sloop toen ook de eerste twijfel bij mij binnen. Breda was maar 50 km van Rotterdam, dan hadden de bevrijders toch minstens voorbij Dordrecht moeten zijn.

Mijn broer reageerde enkel maar met O, daar heb je Gé weer. Kom op. We trokken door de Benthuizerstraat en zagen een flink opstootje bij de bakkerij van Peletier. De eigenaar van de bakkerij was ook gevlucht en daar stonden dan veel klanten, die ineens ergens anders maar brood moesten halen en veel discussierende mensen. Wij waren er niet toen deze foto gemaakt werd. 

bentpel44

 

Nu ik hem beter ga bekijken zie ik ineens, dat De langste man met bril, de latere voorzitter van de Romeinen was. Willem van Hattum. En nu ben ik ook voor 99,99% zeker, dat ik nog net het kapsel  van mijn latere vrouw zie. Zij vertelde me wel eens, dat ze daar die morgen voor niets naar de bakker gegaan was. Bij haar thuis waren ze klant van Peletier, ook al omdat er wel eens een brood of zo gehaald werd, dat dan pas aan het eind van de week betaald moest worden. Kijk daar maar rechts vooraan. 

We trokken verder door de Zwart Janstraat naar de Willebrordusstraat, om bij Aad thuis te horen of er nog nieuws was via de B.B.C.Tot onze teleurstelling was er helemaal geen nieuws en dus helemaal niet het bericht, dat de geallieerden Rotterdam-Zuid naderden. 

Na wat gegeten te hebben gingen we maar weer eens kijken en we merkten al gauw dat de jubelstemming over was. Er waren zelfs mensen, die vertelden, dat de Duitsers weer op straat waren en zo nu en dan schoten. En dat ze schoten hoorden we later. 's Middags was er in de Agniesestraat een schietpartij op mensen, die zich op straat bevonden en bij die schietpartij schoten de Duitsers zonder reden een oude vrouw dood, die voor de deur stond te praten. Een laffe moord op een lieve vrouw en moeder. Het was de moeder van mijn vriend Kees de Jong, die in Berlijn was. Daar was ik even kapot van. Een dochter van haar werkte bij Stadler en Sauerbier, en ik kan jullie wel vertellen, dat het voor mij een einde was van een heel vreemde dag. 

Dolle Dinsdag! Waarom die dag zo genoemd werd, dat weet nog niemand te verklaren, want zo dol was hij nou niet. Volgens sommige hebben de Duitsers die naam bedacht en het is niet zo gek, als je aan bijvoorbeeld Ein toller Dienstag denkt. 

Voor mij is het een trieste dag gebleven. Een dag van ongegrond optimisme, veel miscommunatie eindigend met een laf optreden van de Duitsers. En ik moest weer naar het leven terug van gedwongen ziek zijn en proberen om een vaste vrijstelling te krijgen voor werk in Duitsland. Het was me bijna gelukt, maar de razzia strooide roet in het eten.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

21 September 2002