Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Zo kan een carrière beginnen

 

Het was, ik weet het precies, 8 april 1939, toen ik een advertentie las, of liever mijn zus Jet, waarin een steendrukkerij hulpen vroeg, met kansen voor de toekomst.

Ik had net de balen van het solliciteren bij kantoren en banken, vandaar, mijn zus Jet, die alert bleef. Mijn laatste sollicitatiegesprek had ik net gehad. Ik moest me melden op een kantoor aan de Wijnhaven. De trap, die ik het donkere gangetje moest opklimmen, beviel me al niet, hij was donker en afgesleten en zou niet misstaan hebben in één of andere lugubere film. Toen ik het kantoortje binnentrad, zag ik achter een heel rommelig bureau, een beetje miezerig mannetje zitten. Ik mocht ook gaan zitten en hij viel direct met de deur in huis. Ik kreeg mijn oproepkaart terug en hij zei: Vertaal dat maar eens in het Frans.

Ik keek of ik water zag branden. De man zei verder niks. Ik keek eens goed naar de tekst en daar zou een ervaren vertaler nog moeite mee gehad hebben. Ik lag de kaart op zijn bureau, zei netjes dag meneer, ik dacht iets anders, en stommelde het trapje weer af.

 

Nou was dit de eerste keer, dat een sollicitatie zo verliep. Meestal wist ik al genoeg als de vraag kwam

 Wat is je vader van zijn vak? 

Bakker. 

Waar werkt hij?

 Hij is werkeloos. 

Oh! Nu jongeman, we weten genoeg. Je hoort wel van ons. 

 

Geen wonder, dat ik bij thuiskomst, herhaaldelijk te kennen gaf, nooit meer te solliciteren. Maar ja er moest toch geld in het laatje komen, want zakgeld zat er ook niet bij. Ik leefde meer van de liefdadigheid van mijn familieleden en zo nu en dan van een boodschap doen. Ik zei al, mijn Zus Jet, constateerde, het is in de Delftsestraat en we kunnen tot half acht terecht. Ik zei verwonderd, We?? 

Ja, mannetje. Voor je daar een blokkie rond  loopt, ga ik maar mee. 

Het vertrouwen in mij was niet bijzonder groot. Ten onrechte, ik had nooit de bedoeling om expres de sollicitatie te saboteren. Hoewel. Ik had nog nooit van een steendrukkerij gehoord. Ik dacht aan grafzerken of ander soort stenen.

 Ik voelde me wel een beetje opgelaten, maar ik dacht ook, nu kan ze zelf eens zien hoe een sollicitatie van mij verloopt. Wie schetst mijn verbazing toen de sollicitatie zonder enige moeilijkheid verliep. Ik werd aangenomen als hulp in de Steen-en Offsetdrukkerij Stadler en Sauerbier en mijn aanvangsloon zou fl. 2,75 bedragen. 

Als ik wilde kon ik de volgende ochtend en dat was op Donderdag, al beginnen. Doe dat maar zei mijn zus en mijn ja, was een beslissing, die mijn hele verdere leven zou beïnvloeden. Waarom? Dat komt later aan de orde. 

 

Ik hoorde toen pas, dat ik me in Schiebroek moest melden, want daar was de drukkerij gevestigd. Helemaal achterin de Adrianalaan werd me uitgelegd, vlak voor de spoorlijn naar Scheveningen. Hoe ver achterin ziet u op deze foto. 

adrianalaaneind

 

Alleen het weggetje was al bestraat. Aan de rechterkant, waar nu nog hekjes te zien zijn, begon, na iets verder doorlopen, een koolaspaadje en dat leidde naar de drukkerij.

 

Ik wist de volgende dag niet beter dan dat ik de Ringdijk moest afrijden en hier ziet u het begin van die tocht. 

ringdijkbegin

 

Aan het eind van de Ringdijk moest ik da linksaf de Adrianalaan in. Op de hoek zat een restaurant De Gouden Leeuw. Reed je door de Adrianalaan, dan zag je links het bekende gebouw Arcadia, waar allerlei activiteiten werden gehouden. Ik meen, dat er in die dagen  zelfs kerkdiensten werden gehouden.

adrianalaanschiebr

 

 Ik zette eerst mijn fiets maar op een lege plek in het rek en ging me toen op het kantoor melden. Ergens had ik nog hoop, dat een toch een kantoorbaantje was, omdat ik pas om half negen hoefde te komen en alles en iedereen al om acht uur begonnen was. Maar dat liep anders. 

Alle formaliteiten werden vervuld. Er was toentertijd nog een rentekaart, die je bij iedere baas nodig had en er werd een kleedkastje plus een nummer voor het fietsenrek aan me toegewezen. 

Daarna bracht een kantoorjuffrouw me naar de afdeling expeditie, waar een chef, meneer Hagen, me verwelkomde en me naar een persoon toebracht, die ik moest gaan helpen. Van Houten heette die meneer en dat was zo,n beetje de baas over de snijders en de degelpersdrukkers. 

Nu was hij bezig om Essolubepoppen in te pakken. Zo,n reclame, die je bij de benzinepompen zag en waarop een mooie dame, levensgroot, op een bus Essolube zat. Ik dacht, dat dat een soort motorolie was.

Ik kreeg belangrijk werk! Elke keer als van Houten het nodig vond, moest ik plakband aanbrengen. Het stuk plakband moest precies tweemaal de naam van Stadler en Sauerbier weergeven en ik moest de band dan ook netjes in het midden afscheuren en opplakken. Nou, wat dat niet een karwei, waarop je een toekomst kon opbouwen? Ik kreeg soms grote zin om de etiketjes in stukken te scheuren, maar die van Houten was een aardige man en hij vertelde me ook, dat deze poppen diezelfde dag nog met de vrachtrijder mee moesten. Het was zijn werk ook niet. 

Tegen vieren waren alle poppen ingepakt en kon ik nog een uurtje uit mijn neus gaan eten, zoals van Houten zei. Maar ik moest een beetje bezig blijven, anders had Hagen nog wel wat te vegen. Dus even alles goed opruimen, d.w.z. in beweging blijven, druk doen en niks uitvoeren. Mijn eerste les voor het latere leven. 

Ik kwam natuurlijk zingend thuis. Maar nu zit ik te liegen!! En toen kwam het waar ik op doelde in het begin van dit verhaal, het ja zeggen op de mogelijkheid om gelijk die Donderdagmorgen te beginnen. 

Thuisgekomen vertelde mijn moeder me, dat die morgen om tien uur, een meneer aan de deur was geweest, die kwam informeren of ik bij de Firma Ophof in de Jonker Fransstraat, wou komen werken!!!

Mijn moeder had gezegd, dat ik toevallig die dag bij een andere baas was begonnen! Nou, dat speet die meneer heel erg....Ophof was een zaak waar, onder andere, de bekende Wilhelmina-biljarts verkocht werden en heeft, geloof ik, ook nog na de oorlog in de Jonker Fransstraat gezeten. 

 

Mensen, ik ben nog nooit zo kwaad geweest en mijn moeder raakte een beetje overstuur door mijn verdriet en mijn boosheid. En toch, je kunt een beslissing niet meer terugdraaien en het leven wordt een richting ingestuurd, die uiteindelijk leidt, tot wat je geworden bent en wat je hebt bereikt. Men zegt, het heeft zo moeten zijn. 

En zo zijn er meer beslissingen in mijn leven. Onvoorzien, maar ze werden genomen en achteraf zeg je, het is toch allemaal goed geweest. 

Ik heb zo'n gevoel, dat ik nog wel meer over mijn carrière kan schrijven.

Dus wordt vervolgd.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

10 December 2001