Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

De oorlogsherinneringen van Alex Blonk als portier bij Ruteck's (voorheen Rutten) in Rotterdam

Dit is het verhaal van een man die geen onrecht kon zien en daarom partij koos voor de zwakkere. Dat het hem een paar keer haast zijn eigen hachie kostte deerde hem niet.
Onrecht kon hij niet verdragen. Dat liet hij blijken ook daar hij toevallig zijn vuisten goed kon gebruiken en twee keer boks-kampioen van Nederland is geweest. En dat had hij weer geleerd van een van de allerbeste prof.boksers uit die tijd: Jan Nicolaas.
Alex Blonk heeft ook een tijdje, in de oorlog, als portier, in Rotterdam gewerkt.
Deze passages uit zijn boek, over zijn Rotterdams avontuur, zijn hier te lezen.

Anja Haasbeek

De oorlogsherinneringen van Alex Blonk als portier bij Ruteck's (voorheen Rutten) in Rotterdam

In de oorlogsjaren heb ik, (Alex Blonk, 1-12-1918), ook buiten Den Haag gewerkt. Ik was in dienst bij lunchroom Ruttens, in de Spuistraat (later Ruteck's). Daar leerde ik ook mijn vrouw kennen.
Eerst werkte ik als piccolo en later als portier. Nu had de baas mij een andere functie gegeven, namelijk zaalchef. Dat hield in dat ik ook bij ander locaties buiten Den Haag moest gaan werken. Nadat ik vanuit mijn woonplaats Den Haag, in Nijmegen en in Haarlem een paar weken als zaalchef had gewerkt ging ik weer naar de baas om mijn ontslag in te dienen omdat ik weer op zoek wilde naar een portiersbaantje. Die zei, "jongen dat komt mooi uit, in Rotterdam is er net een ziek geworden, daar kan je naar toe".
Inmiddels had ik met mijn gezin een woning betrokken in de Jan Blankenstraat.
Dat was schuin tegenover het Hollands spoor. Rotterdam was niet zo ver, dus nam ik dit aanbod met beide handen aan. Vanuit dit spoor vertrok ik nog dezelfde middag naar Rotterdam.

De volgende dag moest ik om half elf beginnen, ik werkte daar samen met een andere portier Andrè Florizon.
De ene week aan het Cafetaria en de andere week bij de lunchroom.

anjafotoruttens 1

Rotterdam Ruteck's (voorheen Ruttens)

anjafotoruttens 2

Rotterdam Ruteck's (voorheen Ruttens)

Interieur Snelbuffet

Op een keer stond ik in het cafetaria bij het snelbuffet, het was extreem druk, de lunchroom zat helemaal vol en voor de deur stonden nog een heleboel mensen.
Nu kon je van het cafetaria in de lunchroom komen, maar als er veel mensen voor de deur stonden deden we de tussendeur dicht. Drie Hollandse SS-ers wilde persè door het cafetaria naar de lunchroom komen, toen dat niet lukte vanwege de afgesloten deur liepen ze kwaad weg en namen de kassabonnen mee.
Dat was ook een taak waar ik speciaal op moest letten, want die kassabonnen kreeg je bij binnenkomst van de bonnenjuffrouw, die bij mij aan de deur stond.
Toen ik dat merkte tikte ik de laatste op zijn schouder en zei: "Zeg vriend, geef die bonnen eens terug, je weet toch dat je die niet mee mag nemen".
Hij draaide zich om en hoonde in het Duits:"Was wollen Sie".
"Man spreek je moerstaal", gaf ik als antwoord. Toen werd die kerel zo kwaad dat hij me een loeier wilde geven.
Maar hij stond met zijn grote kluskin zo dicht bij mijn rechtse hoek, dat hij als een blok tegen de grond ging en even buiten gevecht was gesteld.
De tweede kwam terug, trok zijn bajonet en stak naar mijn gezicht, snel ontweek ik hem, maar kon niet voorkomen dat hij me net op mijn neus raakte, het was een klein wondje maar het bloedde als een gek.
Een paar vrouwen begonnen te gillen, waarop die kerel zijn bajonet in een andere greep nam en het ding heel hard naar mij toegooide.
Ik bukte snel, en het wapen vloog rakelings langs mijn nek, waar hij trillend in het buffet bleef steken.
Die vent was door de kracht van die gooi dichterbij gekomen zodat ik kon uithalen en hem een slag op zijn voorhoofd gaf, (een zgn. stopstoot) zodat hij naast zijn vriend op de grond terecht kwam.
Ondertussen zag ik nummer drie ook weer binnenkomen, die tot mijn schrik zijn pistool trok.
Toen hij dichterbij kwam zag ik dat zijn gezicht vol littekens zat. Zeker bij het Oostfront opgelopen, dacht ik nog. Aan zijn tronie te zien was hij niet veel goeds van plan, en ik vreesde het ergste.
Ondertussen moesten ze mijn vriend, en collega, Andrè met vier man tegenhouden want die wilde me helpen.
D'r op of d'r onder dacht ik, greep een groot limonadeglas en sloeg hem kapot met de bedoeling die vent een slag in zijn nek te geven.
Maar het was niet meer nodig want opeens stond er een Duitse soldaat met getrokken pistool voor zijn neus, die schreeuwde: "Loos, loos, rausch schnell", waarop die gasten als hazen naar buiten vlogen.
Ik heb die Duitser, die werkzaam was bij de Unilever, een groot gebouw vlak tegenover ons dat door de Duitsers was bezet, uitvoerig bedankt voor zijn hulp.

De man zat vaak bij ons, meestal waren ze met zijn drieën, het waren goeie kerels, die zelf een bloedhekel hadden aan de Krieg. Op een keer hadden ze het over Hitler, toen hoorde ik hem zeggen: "Dat zwijn moeten ze de kop afknijpen en hij maakte met zijn grote handen een beweging die boekdelen sprak."
Een van die drie rookte als een ketter en daar ik als portier bij de deur altijd volop sigaretten kreeg, gaf ik ze aan hem.
Hij was me zo dankbaar dat hij me dan weer stiekem wat boter en broodbonnen in de handen stopte.Nooit had ik kunnen vermoeden dat een Duitser mijn leven zou redden.Ondertussen waren de drie Hollandse SS-ers de Mathenesserlaan opgelopen, in de richting van de Binnenweg.

anjafotoruttens 3

Arie Blonk als portier voor de ingang van Ruttens met drie Duitse Militairen

Nadat de baas de Duitse politie had gebeld, ging mijn collega, Andrè ze achterna, om te weten te komen waar ze naar toegingen. Op de Binnenweg namen ze de tram, net als Andrè.
Toen ze op een gegeven moment aan zijn portierspak zagen wie het was, wilde ze hem de tram afgooien, wat niet zo eenvoudig was want Andrè was een stevige, maar vooral moedige knaap. Er ontstond een gevecht, waarbij een van de drie gasten zijn pistool trok.
Gelukkig had mijn baas de Duitse politie aanwijzingen kunnen geven en midden op de Binnenweg werd de tram tot stilstand gebracht en werden de heren uit de tram gesleept.
Dat ging echt niet zachtzinnig en naar ik vernam werden ze een paar dagen later weer naar het Oostfront gestuurd.

Op een keer haalde ik een nogal stomme streek uit in een café op de Binnenweg.
Het was een zaak waar een van mijn collega's uit het Cafetaria al eens geweest was en bij binnenkomst vond ik het er direct gezellig.
Ik dronk een paar borreltjes en kreeg de hoogte.
Toen ik dacht dat het hele gezelschap ook anti-Duits was, begon ik een liedje te zingen dat in die tijd, ten strengste verboden was erger nog: er stond zelfs de doodstraf op.

Het liedje heette:"Jodenvervolging".


Toen ik uitgezongen was, zei mijn collega:" Kom Lex, we gaan, ik vertrouw het niet, onder het zingen sloop er eentje de deur uit die volgens mij niet helemaal safe is".
Nou u begrijpt wel dat ik snel verdwenen was richting station, waar ik nog net de trein van half elf naar het Haagje haalde. De volgende dag hoorde ik dat er na mijn vertrek vijftien WA-mannen waren binnengestormd.
Ze zeiden niets maar zochten naar iemand, gelukkig kenden ze mijn naam niet.
We hebben ons daar wijselijk nooit meer laten zien.

Ook kreeg ik eens bonje met drie Duitse matrozen.
Het was een drukke dag en ik stond voor de lunchroom. Op een gegeven moment kwamen die drie binnen, duwden alle mensen die daar netjes stonden te wachten omver, en wilden naar voren dringen.
Daar ze half bezopen waren weigerde ik ze binnen te laten.
Daarop reageerden ze woedend en trokken hun pistool.
Mijn chef die het gezien had kwam er snel bij en zei: ":Ga jij maar naar binnen Lex, ik praat wel even met ze".

Hij nam ze mee naar buiten en want hij daar gesmoesd heeft weet ik niet, maar ze groeten hem netjes en gingen weg.

anjafotoruttens 4

Het Cafetaria Rotterdam






Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 Februari 2005