Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens' verhaal over......

Berlijn-Köpenick 1943 

 

Ik heb al verteld bij Twee dokters in huis over de eerste tijd in Köpenick. Dit waren een paar maanden vol nare dingen, tenminste zoals ik het ervoer. Twee weken middenoorontsteking, een lichte heimwee, bittere kou, het was soms 23 graden onder nul, een gat in mijn hoofd en toen gelukkig het bericht, dat ik naar huis moest komen. Ik heb indertijd eens in een brief naar Rotterdam geschreven. Ik mis zelfs de mussen op straat.

 

 Er kwam een eind aan mijn verlof en op 22 juni 1943 moest ik weer terug naar Berlijn. Maar toen was het zomer en het leven zag er weer een beetje zonniger uit. Ik had ook mijn ukelele meegebracht en in de loop van de volgende maanden was er een Hawaian-trio en een duo de Hollandse Zwervers op de been gebracht. Maar dit voor later. 

 

Vlak na mijn terugkomst gingen we verhuizen. Vanuit Hotel Wendenhof gingen we naar een pas gebouwde barak vlak tegenover de scheepswerf waar we werkten. De firma Engelbregt. Het was een hele vooruitgang en ik heb hier een foto van een gedeelte van het veel grotere gezelschap lotgenoten. 

lageren3koepenick

 

Deze foto is gemaakt op een zaterdagmiddag, en toen waren veel mensen boodschappen doen. Dat is ook de reden, waarom ik er niet op sta. Een foto, 58 jaar geleden gemaakt..... Geheel links staat de Lagerführer Emiel, dat was een Belg. De kleine figuur even rechts van het midden is Eugène, een Parijzenaar en degene, die De mannen zijn schaars geheel kon meezingen. 

 

De man in het lichte pak en rechts op de foto is Jan Bos uit Amsterdam en met die knul heb ik nog een hachelijk moment beleefd. Daar kom ik nog wel op terug. De derde van links, op de onderste rij, is Theo Enschut. Hij had nog een tweede naam maar die is me ontschoten.

 

De jongen, die naast Emiel staat, zijn naam weet ik niet meer, is later nog geronseld voor de Waffen-SS. Ja, want er kwamen regelmatig ronselaars, die je gouden bergen beloofden, als je maar wilde tekenen. Nou, die gouden bergen waren meestal de sneeuwhopen aan het Oostfront. 

 

Hier staan heel wat Rotterdammers en Amsterdammers bij elkaar en de stemming?? Opperbest! Nooit geen gemier, nooit geen moeilijkheden wat betreft de stad waar je vandaan kwam. 

 

Zelf was ik die middag met een Amsterdammer Thomas Whien boodschappen gaan doen en hier is onze terugkomst vereeuwigd. 

boodschappendoenger

Ik moet zeggen we hadden het, als we een hoop vervelende dingen even over het hoofd zagen, niet zo slecht. We verdienden een behoorlijk loon en we hadden onze eigen bonkaarten en in dit nieuwe Lager, E.N. 30, genoemd, waren zelfs douches. Maar die gaven alleen koud water. Het was een erg warme zomer en op Zondag gingen we zwemmen in de Langesee, daar was een mooi strandbad. 

Nu ik weer eenmaal begonnen ben om wat te vertellen over mijn verblijf in Köpenick, schieten mij weer veel voorvallen, leuke en minder leuke, te binnen en ik ben geneigd om eerder de leuke voorvallen te vertellen dan de nare. 

 

Het was in die zomer, dat Herman Goering in één van zijn brallerige redevoeringen uitriep Als er één geallieerde bommenwerper boven Berlijn komt, heet ik voortaan Meijer!!! Nou, hij kon direct nieuwe visitekaartjes laten drukken, want we hebben het geweten en Meijer kon er niets aan doen. Ze kwamen en hoe! 

 

Ik weet, dat het eerste grote bombardement op Koninginnedag was. 31 Augustus dus. Het was nog niet in onze buurt, maar er werd heel wat afgeworpen boven het centrum. Deze foto laat jullie de Gedächtniskirche aan de Alexanderplatz zien.

berlijngedachtniskirche

 Ik meen, dat hij toen de Kaiser Wilhelmkirche heette. Hoe de kerk er tegenwoordig uitziet, dat weten we van de vele foto's en ansichtkaarten van Berlijn. 

 

Laat ik het even hierbij houwen. Ik heb nog veel te vertellen. Ik moet het nog hebben over de muziekoptredens, over een onvrijwillig bad van één onzer, over de bombardementen enz. enz. Het was een moeilijke tijd, maar muziek en humor kunnen een heleboel vergoeden.

Wat mijzelf betreft, ik vergelijk mijn leven daar met het laatste deel van Merijntje. 

Een knaap wordt man.

 

AAN DE BARAK 

 

Houten keet,waarin wij zo lang moesten huizen, 

met je tochtige wanden en gammele dak. 

Toevlucht van vlooien, woonplaats van luizen, 

waarin alle comfort ons ontbrak. 

Van buiten met vuilgroene verf beklodderd, 

door bedden, tweehoog op elkaar staand, gevuld. 

Je grond was steeds stoffig en dikwijls bemodderd, 

geveegd met een eindeloos geduld. 

Al hebben we vaak op je gescholden, 

toch waren we blij dat je er stond, 

als wij na het werk je deur binnenholden

 en ieder voor zich wat gezelligheid vond.

Je bood ons bescherming tegen de regen, 

al tochtte en lekte je wat. 

En stormde het soms, jij kon er wel tegen. 

Door het lekken werd enkel de grond maar wat nat. 

Houten keet, waarin wij zo'n tijd moesten wonen, 

we haatten je soms, maar je bleef ons een vriend.

Nu zullen we echter wat dankbaarheid tonen.

Deze ode heb jij wel verdiend.

 

                                                                  15 sept. 1944



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

9 Augustus 2002