Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens' verhaal over......

Benauwde ogenblikken 

 

Ondanks Herr Meijer was het verre van veilig in Berlijn en de bombardementen gingen maar door. Op een gegeven dag werden we verplicht om bij de luchtbescherming te komen. We moesten bij toerbeurt in de schuilkelder dienst doen, maar ook buiten, om de hallen en de omgeving daarvan te controleren. Er stonden een soort betonnen brievenbussen, met aan iedere kant een gleuf, om door te kijken. Daar moesten we in gaan als er luchtalarm was en dan goed opletten of er geen brandbommen in de buurt neerkwamen. 

 

Als dat gebeurde, werd ons geleerd, moesten we zo snel mogelijk een schep zand op dat bommetje gooien. Een emmertje zand moest gevuld en wel klaarstaan. Die brandbommen ontbrandden soms pas veel later, dus snel afdekken was het commando. Ja, ja...

 

Tot overmaat van ramp werd er ook nog een premie uitgeloofd. Elke gebluste brandbom leverde een mark op, wat aan iemand de opmerking ontlokte, zo hé, één groot bombardement en ik ben stinkend rijk.. 

Ja zei ik dan en je krijgt gratis een luchtreis aangeboden. Waarop een ander weer, da's nie zo mooi. Ik heb vliegangst. Je begrijpt wel, we waren zo leuk, omdat er nog geen vuiltje aan de lucht was, of anders gezegd, geen bommenwerper in de lucht was. 

 

We kregen ook allemaal een helm, maar een gasmasker was er gelukkig niet bij. Gelukkig maar, want dat hinderde als we hard weg zouden moeten rennen. Overdag was er weinig luchtalarm. De meeste aanvallen kwamen laat in de avond en in de nacht en we wisten het al, als er een heel heldere lucht was en de sterren mooi straalden, dan kwamen ze. In grote getale. Er was ook een liedje in die dagen en dat eindigde zo. 

 

Toen kwamen de Tommies 

en die gooiden wat neer, 

meer kan ik niet zeggen, 

want ze gooiden nog meer!

 

Op deze foto een bommenwerper in volle actie. De zwarte wolkjes zijn van het afweergeschut

vliegendfortbom

 

Was er 's nachts luchtalarm, dan moest er vlug aangekleed worden en de straat overgestoken naar de schuilkelder, die onder de gehele kantine en aangrenzend gebouwtje doorliep. Meestal was er eerst een vooralarm en dat betekende, dat er vliegtuigen in de richting van Berlijn aanvlogen. Er was dus even tijd. De smoor in hadden we als het vooralarm loos alarm was, dan konden we weer in bed kruipen en soms.... Ja, soms gebeurde het dat er weer alarm kwam, omdat de bommenwerpers ineens weer koers naar onze regio zetten. Dan ging er menig vloekenboekje open. 

 

De schuilkelder was met recht een kelder, die niet diep onder de grond kwam. Van buitenaf gemeten, zaten we eigenlijk met onze hoofden boven het maaiveld. Meer om te schuilen was het niet. Het was dus heel onveilig. Maar waar was je wel veilig? Eigenlijk nergens. Als we in Berlijn waren mochten we de, meestal volle, schuilkelders niet in en moesten we maar de trappen van de U-Bahn af om beneden te schuilen. Daar was het redelijk veilig. Behalve de keer, dat er een zwaar bombardement op het centrum had plaatsgevonden en we later de trappen niet meer op konden, omdat het vloeibare teer van de trappen liep. Dan moesten we ergens anders een uitgang zien te zoeken. 

 

In ons betonnen brievenbussie beleefden we ook nog een heel moeilijk moment. Kees en ik hadden buitendienst en moesten dus in het bunkertje de boel in de gaten houden.

Die avond was onze omgeving aan de beurt en de bommen regenden naar beneden. We hadden geleerd, dat als we erg hard het gieren van een bom hoorden, met onze hoofden onder de gleuven moesten duiken. Als we dus vermoedden, dat een bom dichtbij ging vallen, riep één van ons beiden, duikeeeee en dan wachtten we de klap maar af. Zo ging het die avond ook. Op een gegeven ogenblik was het duikeeeeee en wachten ...,hopend dat het huisje bleef staan. We hoorden echter niets Geen harde ontploffing, die we, aan het geluid te horen, verwachtten. Het bleef stil, terwijl er nog vele andere projectielen ontploften. Totdat alle geluid langzaam verstomde......

 

We zaten niet erg gerust te wachten op het sein veilig en deden de deur van het schuilplaatsje open. Toen zagen we het!!!! Een grote landmijn was niet ontploft. Een 30 tot 50 meter verder stak de staart uit de grond omhoog. We hebben toen een nieuw record hardlopen op klompschoenen verbeterd en ik denk, dat dit nooit meer verbeterd is. Ik zag mijn geest al zweven. 

 

Over de klompschoenen. Dat waren de enigste schoenen, die we konden krijgen. Ze konden net als een hoge schoen van boven dicht, maar de zool was van hout en behoorlijk dik. Ze liepen niet eens zo erg slecht en ze waren veiliger als gewone schoenen, vanwege alle glas en metaalsplinters, die op de grond lagen.

 

Die avond was het ook met onze barak niet zo mooi gesteld. Hij stond er wat harmonica-achtig bij en er waren heel wat ruitjes stuk. We konden echter niets anders doen dan onze dekens uitschudden voor eventuele glassplinters en proberen te slapen. Dat deden we dan ook. Met de gedachte morgen zien we verder. We hadden weer een nieuwe dag gehaald.

Maar we hadden  het Spaans benauwd gehad.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

19 Oktober 2001