Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Nog meer BELANGRIJK werk 

 

Nog niet helemaal happy ging ik de volgende dag naar mijn nieuwe baas. Ik wist ook, dat ik een kortere weg kon nemen om aan het eind van de Adrianalaan te komen. Niet de Ringdijk, maar even links af, de Achterweg, geloof ik en dan na een kort stukje, rechtsaf,  de Pootweg inslaan De Pootweg werd later de Wilgenplaslaan. Die weg begon ongeveer hier.

beginpootwegschiebr

 

Ik was benieuwd wat ik nu weer voor belangrijks te doen kreeg. Deze keer moest ik om acht uur aanwezig zijn en kon dus voor die tijd een beetje de andere jongens bekijken. Daar had je onder andere de allesweters, de behulpzame en de leerlingen. De leerlingen hadden al een contract in hun zak om opgeleid te worden tot drukker. 

 

Ik werd door chef Hagen aan een tafel gezet, waar een andere hulp me moest verklaren wat we moesten doen. Uitschieten! Nou toen moest ik natuurlijk eerst weten wat inschieten was. Het zat zo. Normaal werd er op de steendrukpers met lithopapier gewerkt. Daarmee kon men drukken en gewoon de vellen op elkaar stapelen. Sommige etiketten echter, en dat waren vooral de etiketten voor de firma's, die jenever en likeuren verkochten, wilden glanzende etiketten. Firma's als Henkes, DeKuyper, en nog enkele, waren klant en ik moet zeggen, het waren soms hele mooie etiketten.

Er moest dus gebruik gemaakt worden van een beter soort papier. Een papier, waar aan één zijde een kalklaag opgebracht werd. Dit werd natuurlijk al in de papierfabrieken gedaan. Het papier kreeg dus een glanzend, witte laag, maar........ Als daar op gedrukt werd, kon het bij bepaalde kleuren voorkomen, dat de vellen niet op elkaar gestapeld konden worden, anders ging de kleur overzetten op de achterkant van het volgende vel. 

Er moest dan ingeschoten worden. In het algemeen noemden wij dat tussenschieten. D.w.z. er werd een soort viltpapier neergelegd en daarop werd het bedrukte vel met de beeldzijde naar beneden gelegd, het volgend vel kwam daar gewoon bovenop, daar weer een schutvel en weer twee vel. Zo ging het aan de pers door tot de laatste kleur gedrukt was en dan kreeg de afwerking, na toestemming van de drukker, de opdracht om de vellen weer uit te schieten. Zo ik had al weer wat geleerd.

Uitschieten ging zo. Het schutvel naar links wegleggen en het bedrukte vel naar rechts. Dan het tweede vel omdraaien en op het eerste vel stapelen. Schutvel weg. Bedrukte vellen opstapelen. Zo, dat werd die dag mijn werk. 's Morgens nog met z'n tweeën, maar 's middags moest ik het alleen zien te klaren. Schutvel links, drukvel rechts, volgend vel omdraaien en stapeltjes maken, schutvel........ Ik kreeg de riebel ervan.

Ik dacht, ik kan twee dingen doen. Ten eerste mijn rentekaart gaan halen op kantoor of blijven en mijn werk zo goed mogelijk doen, Gek genoeg koos ik voor het laatste en kreeg zowaar van de snijder een compliment, dat de vellen zo mooi gelijk gestapeld waren, dat hij er aan zijn snijmachine niet veel meer aan hoefde te doen.

Aan de zijkanten van het drukwerk stonden namelijk aflooptekens en als die één rechte lijn vormden kon de snijder de etiketten precies op maat snijden. Dat ging meestal met stapels van 500 vel tegelijk. Ik kreeg toen al door, dat goed werk, al leek het nog zo onbelangrijk, erg gewaardeerd werd. Dat heb ik mijn hele verdere leven goed onthouden. Wat je ook doet, doe het goed. Dus schutvel links ............

 

Wat een baan! Daar had ik me eigen het habbiebabbie voor zitten leren. Aan de andere kant is het zo, klein beginnen, groot eindigen. Alleen ik voelde me steeds kleiner worden.

En dan te bedenken, dat ik op kantoor had kunnen zitten. Wat had ik aan dat rot diploma. Ik werd weer opstandiger, maar later, veel later, toen was ik blij, dat ik een beetje meer opleiding had gehad, dan vele andere jongens van mijn leeftijd.

 

De volgende dag kreeg ik weer een andere opleiding. Mij werd het opprikken geleerd. Het opprikken! Menig drukker van tegenwoordig zal met zijn oren staan klapperen als hij dit woord hoort.

 

In die tijd kon men ook nog niet op gegomd papier drukken. Nou had de drukkerij een goede klant en dat was Fyffes, je weet wel van de bananen. Op die bananen moesten kleine, ovale etiketjes komen. Juist, de Chiquita's hebben ze nu nog. Op de steendrukpers werden vellen vol met die etiketjes gedrukt. Die werden dan, op de vernis en gomafdeling, aan de achterzijde gegomd en als de gom dan droog was, had je een heleboel gekrulde vellen, die absoluut niet gelijk te stapelen waren. Opstoten werd dat stapelen genoemd.

Dus de vellen moesten één voor één opgeprikt worden. Dat ging zo. Ik zat aan de ene kant van de tafel en tegenover mij mijn collega-opprikker. We kregen ieder een speld, die door een stukje karton was gestoken en daar moesten we de vellen opprikken.

Nou kon dat niet zo maar willekeurig. Nee, de drukker had keurig zijn aflooptekens aangebracht, maar ook nog wat puntjes. Door één zo'n puntje werd de speld gestoken, en dat moest heel precies gebeuren. Ook aan de overzijde.

Het ging natuurlijk weer vel voor vel, totdat we een stapeltje van zo ongeveer 250 vel hadden. Dan kwam de man, die de etiketten moest gaan ponsen. Hij bediende de ponsmachine. Natuurlijk waren alle vellen gladgestreken en als we ons werk goed gedaan hadden en de aflooptekens waren weer een rechte lijn, dan werd zo' n stapeltje vellen eerst aan alle kanten gelijmd. Daarna, als de lijm droog was, kon de ponser zijn werk doen.

En dat ging de hele dag door. Het opprikken werd alleen onderbroken als de voorraad voor de ponser groot genoeg was.

Was dat nou geen belangrijk werk? Ja, als je het goed beschouwt wel. Maar dat vond ik toen nog niet. Toch wist ik wel, dat goed en gedegen werk op de één of andere manier gewaardeerd moest worden, maar de beloning bleef nog heel lang uit.

Ik wil niet dramatisch doen, maar het gevecht om het bestaan was toen al begonnen.

Ik kom erop terug.

 



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

14 December 2001