Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Ave Maria en andere straattypes 

 

Ik ben aan een verhaal bezig en ik lees daarin de naam van Ave Maria oftewel Zinge voor un sent. En ik dacht, dat ik nog wel een aanvulling kon geven op de typetjes, die Aad op zijn site aan jullie voorstelt.  (LINK)

Allereerst Ave Maria. Het zingen voor een cent spreekt al voor zichzelf. Maria die zong en danste met haar rokken opgetild voor elke cent, die haar aangeboden werd. Om een beetje te laten zien hoe ze er ongeveer uitzag, deze tekening van een straattoneeltje omstreeks 1860 op de hoek van de Kaasmarkt en de Botersloot, ietwat overdreven, geeft het weer. Ik dacht wel dat ze hetzelfde op haar hoofd had, maar inplaats van een fles had ze een paraplu in haar hand. 

dronkenvrouwkaasmbo

 

Deze Ave Maria kwam soms tweemaal in de week in de Vinkenstraat en ze was altijd voor de deur van het lorrenpakhuis te vinden, dat ongeveer recht tegenover ons woonhuis lag. De lorrenboer hield wel van een geintje en kon wel een centje missen, dus het was dansen geblazen. 

Meestal trokken wij, jongens, ons er niet zo veel van aan. Maar wanneer we aan het voetballen waren, danste ze ons lelijk in de weg. En dat lieten we wel merken ook. Nou, dan kwam Ave Maria los. Schelden kon ze als een bootwerker en we moesten oppassen, dat we geen lel met haar paraplu kregen, want die gebruikte ze zelden voor hetgeen hij eigenlijk dienst moest doen. We kregen haar dus niet zomaar weg. De lorrenboer echter moest ons wel een beetje tot vriend houden, omdat we nog wel eens wat oud papier of andere vodden aanleverden.Tenslotte liepen er genoeg andere vodden kooplieden rond. Als er dus geen cent meer loskwam ging Ave Maria, scheldend en vloekend naar een andere straat. Later kreeg ze geloof ik door, dat ze op Woensdagmiddag en op vakantiedagen niet zo gewild was in onze straat. 

Een ander type was een straatzanger en die zong al voordat er een cent gegeven was. Wat hij zong en hoe hij heette, weet ik niet meer, maar ik dacht toch, dat wij hem juist zingen voor een cent noemden. Hij had altijd een sjokkiespet op en wat hij allemaal liep te zingen kon niemand verstaan. Er zat geen slot of val aan, zeiden wij in Rotterdam. Bovendien sleepte hij op een heel overdreven manier met zijn linkerbeen, zodat je, als je geld genoeg had, hem zo al een cent wilde geven. Maar ja, voor ons was zelfs een hallefie kostbaar. Soms ging er een bovenraam open en dan werd er door één of andere moeder met een heel groot hart, een cent naar beneden geworpen, die dan handig in zijn pet werd opgevangen. Hij miste nooit. Maar als hij dat had gedaan, dan durfden wij die cent niet weg te grissen, vanwege de strenge controle vanuit het geopende raam.  

 

Een ander type was Bas Kikkerinjebroek. Dat was een zielig geval. Tegenwoordig zouden we zo'n jongen autistisch noemen, denk ik. Bas was een boom van een kerel en zeker al tegen de twintig jaar. Als we naar school toe gingen in de Hammerstraat, stond hij altijd in de Blommerdijkselaan met een gummiballetje te stuiteren en te spelen. Hij deed echt geen mens kwaad. Maar...als er geroepen werd: Bas kikker in je broek, dan kwam hij met grote stappen achter je aan rennen. Als hij te erg gepest werd, kwam zijn moeder de deur uit en nam hem, zonder een woord te zeggen, bij zijn hand en dan gingen ze naar binnen. 

Wij, dat waren nog een paar jongens van de St. Petrusschool, vonden dat pesten maar niks. Wij vroegen hem of we mee mochten voetballen en dan knikte hij stralend van ja. Maar hij moest keeper zijn, dat wisten we al. Het doel was het hoogspanningshuisje en ons doel een eindje terug in de laan. Dat was niet zo belangrijk. Bas ging vol vuur op het spel in en je moest niet te dicht in de buurt komen, want hij raakte altijd wel wat. Hetzij de bal of anders je schenen. En dat deed pijn, want Bas had maat 48 met een dun sokje. We konden nooit lang spelen, dus na zo'n tien minuten moesten we naar school. Bas knikte dan en we zeiden, dat hij gewonnen had en hij knikte nog harder. Maar het gebeurde meermalen, dat het spel onderbroken werd door rennende jongens, die Bas, kikker in je broek schreeuwden. Dan holde hij achter ze aan en wij moesten maar zorgen, dat hij zijn bal terug kreeg. Daarna gingen we naar school en Bas ging weer tevreden met zijn bal stuiteren of werd naar binnen gehaald. 

Weet je. Als je in die jaren een beetje uit de band sprong werd je al gauw nagejoeld of gepest. Het opbrengen van dronkaards of iemand anders die onder politiebegeleiding liep, kon rekenen op een schare supporters, maar nooit waren zij voor het slachtoffer. 



Straattypen van wat jaren eerder kun je dus vinden via deze LINK


Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

21 Juni 2002