Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens vertelt weer een prachtig verhaal  ....

Akela,wij doen ons best.....!

Ik was nog heel jong en woonde nog in de Gerard Scholtenstraat, in de tijd, dat Scouting nog Padvinderij genoemd mocht worden. Door het keukenraam keek ik in de Aelwijn Floriszstraat en recht tegenover me zag ik dan de garagedeuren van K.Roodzant , de aardappelhandelaar.

Iets meer naar links was er een smal en donker poortje, dat leidde naar de bakkerij van Zuidam en vlak voor dat poortje was het clubhuis van de padvinders. Minstens éénmaal per week was het feest voor me, want dan traden de padvinders aan voor hun clubhuis. Als ze dan aangetreden stonden begon het. Er klonk een trompetsignaal en dat klonk dan zo.

 De trompet:

Wat rookt de boer in z'n pijp?

De padvinders en ik.

Hooi Hooi Hooi!

En als-ie dan niet roken kan, begint-ie maar weer van vorenaf an.

Trompet.

Wat rookt de boer in z'n pijp?

De padvinders en ik.

 Hooi Hooi Hooi!

Daarna begon de trommelaar en ze marcheerden de straat uit onder dit marsrhytme.

Havermout met sperciebonen

Havermout met moccapunt.

Van je één, twee, rikketikketik,

van je hopsa, heisa, hoi.

Ik keek er elke keer weer naar uit en ik zei dan ook elke keer weer, dat ik bij de padvinderij wilde. Nou, na veel geaarzel van de kant van mijn ouders, mocht ik op een goeie dag naar een bijeenkomst van de welpen.

Het was op een avond, dat het al vroeger donker was, maar ik mocht zomaar alleen de straat oversteken en me melden bij een vriendelijke juffrouw, die zoals ik later begreep, de Akela van de groep was. De Akela werd door de welpen begroet met

Akela, wij doen ons best,

van je dip, dip, dip,

van de dop, dop, dop, 

Oef!

En dan groetten ze met hun twee vingers netjes aan de petjes.

Die eerste avond kreeg ik veel informatie te verwerken en bij het thema Uniform kreeg ik wat de kriebels. Niet vanwege het uniform, maar vanwege de prijs ervan.

Ik leerde ook, dat een padvinder iedere dag een goede daad moest doen. Nou, dat moest dan ook gebeuren en mijn eerste goede daad was een grote kei van de middelstraat naar de stoeprand te brengen. Ik vertelde dat heel trots toen ik thuiskwam en ik begreep maar niet, waarom de hele familie in lachen uitbarstte. Stel je voor, dat er iemand over die kei was gestruikeld!!

Ik leerde een aantal knopen maken en één ervan was een knoop, waarmee je uit een boom kon komen langs een touw en dan toch het touw weer los kon krijgen. De naam weet ik niet meer, maar dat doet er niet toe. Ik dacht alleen, mij krijgen ze de boom niet in!

Mijn enthousiasme werd al heel snel getemperd. De grootste oorzaak was wel de zorgelijke gezichten, die er getrokken werden als het over geld en uniform ging, maar eerlijk gezegd, ikzelf zag het ook niet meer zo zitten. Ik kon toen al niet erg goed tegen commando's en het aanvaarden daarvan. Dat heb ik nou eenmaal mijn hele leven gehad.

 

Mochten deze laatste regels wat minder positief over de padvinderij overkomen niets is minder waar. Mijn neef was hopman en in mijn verhalen over de razzia en verder zult u hem nader leren kennen. Al wil hij er niet graag over horen. Ik ben heel trots op die padvinder en hem ook erg dankbaar. Waarom? Dat leest u wel in mijn verdere verhalen.



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

17 Juli 2001