(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Wederopbouw van de Rotterdamse haven
Op 5 mei 1945 was het einde der bezetting een feit geworden en overal heerste een uitgelaten feeststemming. Het vertrek van de Duitsers was als een werkelijke bevrijding uit een nachtmerrie. De bittere nasmaak bleef echter en deze werd vooral geproefd, wanneer men in het gebied van de verwoeste havens kwam. Een zeer bijzondere plaats in het kader van de wederopbouw werd dan ook ingenomen door de werkzaamheden tot herstel van de haveninstallaties van Rotterdam. De geleden verliezen ten gevolge van demontage en vervoer naar elders en verwoestingen laten zich als volgt samenvatten:
Met kranen en loodsen uitgeruste stukgoedkaden:
Vernield 4.700 m.
Nog beschikbaar 9.500 m, waarvan 8.500 m kadelengte met een diepgang van 24-33 voet; 1.000 m met een diepgang van 18-24 voet.
Verlies ongeveer 35%.
Oppervlakte in vierkante meters van loodsen, vemen en pakhuizen in de onmiddellijke omgeving van de haven:
Vernield 200.000 vierkante meter.
Verlies ongeveer 35%.
Portaalkranen:
Vernield of weggevoerd 97.
Nog beschikbaar 157.
Verlies ongeveer 40%.
Met brugkranen, resp. kolentips uitgeruste kaden voor massale lading:
Vernield 2.300 m.
Nog beschikbaar 550 m.
Kaden, die voor herstel in aanmerking komen, 250 m.
Verlies ongeveer 80%.
Brugkranen:
Naar Duitsland weggevoerd 7.
Vernield 19.
Nog beschikbaar 2.
Verlies ongeveer 90%.
Opslagcapaciteit voor kolen of ertsen onder brugkranen:
Door vernieling verloren gegaan 580.000 t.
Nog beschikbaar 70.000 t.
Verlies ongeveer 90%.
Drijvende kranen:
Naar Duitsland weggevoerd 25.
Nog beschikbaar 55.
Verlies ongeveer 30%.
Wanneer men dan nog weet, dat bovendien 495 tanks met een inhoud van 1.206.218 kubieke meter waren beschadigd of vernield, van de 16 drijvende dokken er 2 zwaar beschadigd waren en 11 tot zinken waren gebracht en 8 omvormerstations waren vernield, kan men enigszins een indruk krijgen van de schade die de Rotterdamse haven had geleden. Het totale bedrag werd - gebaseerd op het prijspeil per 9 mei 1940 - geraamd op bijna f 68.000.000,-.
De wederopbouwplannen waren gedurende de bezettingstijd reeds ontworpen. Op 18 mei 1945 werd de eerste vergadering van de Havenherstelcommissie, die na de ramp door de Kamervoorzitter met instemming van de afgezette wettige burgemeester Mr. P.J. Oud uit vertegenwoordigers van de havenbedrijven en hoofdambtenaren was samengesteld, in een vrij Nederland gehouden. Ir. Koomans, die in januari 1945 kans had gezien naar Engeland uit te wijken, waar hij had getracht, de Rotterdamse belangen te behartigen, moest in die vergadering mededelen, dat men bij de wederopbouw niet te veel van de hulp der Geallieerden mocht verwachten, hetgeen niet wegnam, dat hij toch geloofde te mogen aannemen, dat per half jaar 2.000 m kademuur kon worden hersteld. De kaden zouden dus na tweeënhalf jaar zijn hersteld.
De deelnemers aan deze vergadering meenden er goed aan te doen het Plan D aan de gemeente voor te leggen en haar te vragen het herstel zoveel mogelijk volgens dit voorstel uit te voeren, een verzoek, waaraan niet werd voldaan. Het College van Burgemeester en Wethouders diende op 26 juli 1945 de Verordening voor het Herstel van de Rotterdamse Haven in, krachtens welke een Reconstructiecommissie werd ingesteld. Deze zou worden samengesteld uit vertegenwoordigers van afzonderlijke groepen, welke bij het herstel van het havenverkeer belang moesten hebben en die als zodanig door Burgemeester en Wethouders werden erkend. De commissie, waarin de Kamer van Koophandel werd vertegenwoordigd door haar voorzitter en haar algemeen-secretaris, die beiden een adviserende stem hadden, zou worden gehoord over alle algemene bepalingen ter zake van de wederopbouw. Met name zou de zogenaamde "Reco" in de gelegenheid worden gesteld zich uit te spreken over een officiële indeling en inrichting van de haven, zomede over een urgentieplan van de reconstructie. De opstelling hiervan werd later door de Reco overbodig geacht, zodat de herstelwerkzaamheden op verschillende plaatsen tegelijk konden beginnen. Het heeft geen zin de arbeid der Reco te beschrijven. Volstaan moge worden met de vermelding van enkele onderwerpen van behandeling, zoals het terugvoeren van gevorderd materiaal uit Duitsland en de definitieve opstelling van het bestemmingsplan. Op 9 maart 1950 werd de Havenherstelverordening ingetrokken, waarna de Reconstructiecommissie op 27 maart daaropvolgend voor het laatst bijeenkwam.
Voor de wederopbouw van de haven was in het najaar 1945 de Maatschappij Havenherstel N.V. Rotterdam gesticht, waarin acht grote ondernemers (vier uit 's-Gravenhage, één uit Breda en drie uit Londen) samenwerkten. Het ontbreken van een Rotterdamse aannemersfirma had enige wrevel gewekt en op 6 november 1945 had de Kamer van Koophandel zich dienaangaande bij de minister van Openbare Werken en Wederopbouw beklaagd. In zijn antwoord meldde deze op 27 november 1945, dat de Rotterdammers waren uitgeschakeld omdat zij niet over Morrison-heistellingen beschikten. Hij voegde eraan toe: "dat het in het voornemen (lag) om de Rotterdamse aannemers in de gelegenheid te stellen als ondernemers deel te nemen aan de uitvoering van werkzaamheden, welke speciaal op hun gebied (lagen). Zo (zou) in het bijzonder een deel der opruimingswerkzaamheden in onder-aanneming aan Rotterdamse firma's kunnen worden uitgegeven", een plan waaraan ook gevolg is gegeven.
De herstelwerkzaamheden vlotten echter niet in die mate als men aanvankelijk had gehoopt en één der oorzaken was het gebrek aan arbeidskrachten. De vrees voor grote werkloosheid, welke men overal had gekoesterd, bleek ongegrond. Het vele geld, dat nog onder de volksklasse circuleerde, het gebrek aan artikelen, waardoor loon niet of onvoldoende kon worden besteed, de inzinking der arbeidsproductiviteit, zowel door psychische oorzaken als ten gevolge van tekort aan outillage, veroorzaakten juist een tekort aan werkkrachten, speciaal aan vaklieden. Het zou jaren duren voordat deze belemmerende factoren zouden zijn opgeheven en daarom is het nog bewonderenswaardiger, dat het havenherstel, een reuzenwerk, zo snel verliep.
Teneinde de vernieling van de Rotterdamse haven grondig te kunnen uitvoeren, hadden de Duitsers indertijd op de havenbodem vóór de kademuren en in uitgravingen achter die muren bommen geplaatst, die in september 1944 tot ontploffing waren gebracht. Het eerste werk waarvoor men derhalve stond was: opruiming van de overblijfselen. Op de havenbodem lagen, behalve met nagevloeid zand bedekte muurresten, wrakken van schepen en kranen. Te midden hiervan lagen nog 25 niet-ontplofte bommen, die door de zorg van de Koninklijke Marine onschadelijk werden gemaakt. Dag en nacht werd aan het opruimingswerk gearbeid en in het najaar van 1947 kon dit werk als afgesloten worden beschouwd.
Onder leiding van de afdeling Havenwerken der Gemeentewerken van Rotterdam waren de plannen voor de bouw van nieuwe kademuren ontworpen. In 1949 was het herstel van de kademuren in de Rotterdamse zeehaven een feit geworden en de organisatie Havenherstel, waarbij ongeveer 1200 arbeiders werkzaam waren geweest, kon worden ontbonden. De vele machines werden naar elders afgevoerd en de stuwadoorskranen, die goede diensten hadden bewezen bij het opruimingswerk, konden wederom worden ingeschakeld bij het normale werk: het laden en lossen van zeeschepen. Ook de havenoutillage werd hersteld. Tegen het einde van 1950 had men in de Rotterdamse haven weer de beschikking over 225 walkranen, 76 drijvende kranen, 12 laadbruggen voor de overslag van massagoederen, 26 drijvende graanelevatoren en 6 drijvende bunkermachines. Het belegbaar oppervlak in loodsen en pakhuizen was weer gestegen tot 470.000 vierkante meter, de opslagcapaciteit aan de Nieuwe Waterweg voor minerale oliën in tanks was toegenomen tot 1.720.000 kubieke meter en die voor plantaardige oliën was weer uitgegroeid tot 280.000 kubieke meter. In dat jaar waren ook het grootste gemeentedok en het grootste drijvende droogdok van de N.V. Wilton-Fijenoord gereed gekomen, hetgeen betekende dat de "Nieuw Amsterdam" weer in eigen land kon worden gedokt.
Op het ogenblik van de bevrijding was de Nieuwe Waterweg wel bruikbaar, maar er lagen in het vaarwater en de aangrenzende havens 145 gezonken vaartuigen. Deze hindernissen werden zo spoedig mogelijk verwijderd en in de loop van 1948 waren alle wateren gezuiverd van ongerechtigheden. Het havenherstel kwam ook tot uiting in het havenbezoek, want werd de Rotterdamse haven in de acht maanden na de bevrijding bezocht door 1.344 schepen met een inhoud van 2.063.622 netto registerton, in 1952 waren de jaarcijfers 15.443 vaartuigen met een inhoud van 28.413.557 netto registerton. Het scheepvaartverkeer in 1952 overtrof zelfs voor het eerst sinds het einde van de oorlog, zowel wat aantal als inhoud der schepen betrof, de omvang van dat van 1938.
Rotterdam wilde aan de buitenwereld tonen, dat zijn haven weer bedrijfsklaar was. Daartoe diende de algemeen gewaardeerde tentoonstelling "Ahoy'", dit weergaloos succes in de annalen van het Nederlandse tentoonstellingswezen. Het "Comité Rotterdam 1950", waarin ook de Kamer van Koophandel was vertegenwoordigd, verrichtte een buitengewoon goed werk. De tentoonstelling, die op 15 juni 1950 door H.M. de Koningin werd geopend en waarvan de sluiting aanvankelijk was bepaald op 15 augustus, werd zelfs verlengd tot 31 augustus 1950. Gedurende de tweeënhalve maand van haar bestaan ontving zij 1.657.000 bezoekers binnen haar ruimten. Zij vormde het machtige slotakkoord van de grootse symfonie, die Havenopbouw heette. Het gestelde doel om de betekenis van de zee en de rivier in de Rijn-Maasdelta in beeld te brengen en de herstelde haven aan de wereld te presenteren, werd door de deelneming van alle takken van het bedrijfsleven, die direct of indirect met de haven waren verbonden, volkomen bereikt.
De wijze, waarop door middel van deze tentoonstelling reclame voor Rotterdams haven was gevoerd, sloeg in. In het verleden had men de noodzaak van de propaganda niet altijd begrepen. Herhaaldelijk was in de voorafgegane jaren binnen de Kamer van Koophandel het reclame-element ter sprake gekomen, maar men ging blijkbaar nog teveel uit van de gedachte, dat goede wijn geen krans behoefde. In de jaren van depressie werd de noodzakelijkheid van het onder de aandacht van het grote publiek brengen van Nederlands eerste haven in breder kring ingezien. In 1933 kon op initiatief van het Departement Rotterdam van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam, de Afdeling Rotterdam van de Metaalbond en het Comité van Graanhandelaren worden overgegaan tot oprichting van de Stichting "Havenbelangen", die zich blijkens haar "Grondregelen" ten doel stelde de bevordering van de algemene belangen der Rotterdamse haven door middel van het voeren van propaganda. Naast verspreiding van brochures en folders organiseerde zij de zogenaamde internationale havendagen, waarop talrijke buitenlandse relaties de haven kwamen bezoeken. Het spreekt vanzelf, dat ook zij een werkzaam aandeel in de organisatie van de tentoonstelling Ahoy' had. De stem van de Stichting "Havenbelangen", waarmee zij de lof zong van Rotterdam, de "in ieder opzicht door en door betrouwbare haven", heeft in de twintig jaren waarin zij zich liet horen - al kan dit niet met cijfers worden bewezen - zeker weerklank gevonden.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|