(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Waarzegsters, helderzienden, slaapsters en astrologen in Rotterdam
Hertaling.
Rotterdam was vanouds een ideaal toevluchtsoord, en operatieterrein tevens, voor talrijke lichtschuwe elementen, die onder bovenstaande of andere, meer geleerd-klinkende namen, in advertenties, later zelfs in reclames op het filmdoek, zich aandienden. Maar, om het even of de bedoelde vrouwelijke en mannelijke exploitanten der goedgelovigheid van het publiek zich respectievelijk betitelden als kaartlegsters, koffiedikkijksters en handlijnkundigen, als clairvoyanten, somnambules, psychometristen, of horoscooptrekkers - zij hadden allen als motto boven hun annonces, of op hun adreskaarten (verondersteld dat zij die hadden) kunnen zetten: "ik zie, ik zie wat jij niet ziet". Men denke aan ons vroeger kinderspelletje! Het enige verschil tussen dit spelletje en het spelletje van hén was, dat er bij het eerste werkelijk- en bij het laatste alleen maar denkbeeldig-helder gezien werd.
Die vrouwen van het gilde der "ik zie, ik zie, wat jij niet ziet"-mensen konden iemand op de ellendigste manier erin laten lopen. Een ouwe tang van drie hoog, die met een krolse kater op d'r schoot zat te "seancen", bezorgde je eenvoudig kippenvel, door je te vertellen, dat je schoonmoeder, die op de loop was, en waarvan je in stilte hoopte dat iemand door de duisternis misleid, haar had geschaakt, nog in blakende welstand verkeerde en hoog en droog ergens in een provinciestad zat. Je dacht natuurlijk het liefst aan het verre Groningen, waar je toevallig nog een zwager had wonen. Maar, terwijl je van de eerste schrik was bekomen, en gestaald door de gedachte, dat je althans voorlopig nog vrij kon ademhalen, je woonhuis bereikte, trof je daar een onoverkoombare slag, doordat je het nare, miserabele mens, met een gezicht als een oorwurm en een paar ogen, of ze je op wou vreten, weer even aanmatigend als tevoren het beste plaatsje bij de haard zag innemen.
En als je je eens zwaarmoedig voelde, je borrel je niet meer smaakte en je medische geweten je influisterde, dat je dóór-en-dóór overwerkt en overspannen was door je zenuw-uitputtende-bureau-arbeid en dus, in plaats van bij "zo'n prul van een dokter", je redding zocht bij een helderziende kruid- en geneeskundige, schreef dat ongeluk van een mens, in plaats van zes weken vakantie, je niets anders dan senna-peulen, rabarber en andere laxerende kruiden voor, omdat, naar ze zei, hardlijvigheid in jouw geval de bron van alle kwaad was. Nee, ik heb nooit veel plezier van dat soort mensen beleefd. Maar, ik moet eerlijk bekennen: zij van mij ook niet! Ik vatte die luitjes - onverschillig van welk geslacht ze waren en welke tak van occulte sport ze beoefenden - met opzet onder de verzamelnaam "helderzienden" samen, omdat ze allen dit gemeen hadden, namelijk, dat ze allemaal beweerden iets te "zien".
De ene "zag" een donkere vrouw je doornig levenspad kruisen, waarmee je weldra in een huwelijksparadijs vol rozengeur en maneschijn zou binnenwandelen, terwijl je notabene al jarenlang gelukkig getrouwd was en je een voorbeeldig vader van zes kinderen mocht noemen en dan ook alleen maar even je trouwring had afgedaan, om het kattenwijf omtrent je ware burgerlijke staat te misleiden. Een ander "zag", dat je spoedig een groot fortuin zou verwerven, terwijl je nog dezelfde avond bericht kreeg, dat je schuldeisers je faillissement hadden aangevraagd. Een derde "zag", al slapende, dat je niet zo misdadig veel moest roken en drinken, terwijl je je hele leven geheelonthouder was geweest en bij de eerste sigaret, die je als jonge knaap had aangeraakt, je zo miserabel en misselijk had gevoeld, dat je op staande voet een dure eed had gezworen - en die ook altijd had gehouden - om nooit meer een sprietje tabak, in welke vorm ook, aan te raken. Alleen had je, om de echtheid van het somnambulisme te controleren, je vingers vol sigarettennicotine gesmeerd en een flinke scheut jenever op je zakdoek gedaan. Een vierde - een horoscoop-trekkende juffrouw - "las" uit de stand der sterren op je geboortedatum een gelukkige lotsbestemming en een braaf en verdienstelijk leven voor je af, terwijl achteraf bleek, dat ze indertijd op 't stadhuis je trouwboekje, dat je, ter voorkoming van abuizen, voor de sterren-wichelende dame had moeten meebrengen, verkeerd hadden ingevuld en de stand der planeten op de verbeterde datum je onherroepelijk tot een mislukkeling, een echtbreker en een oplichter bestemde.
Nee, ik heb dat gilde van "helderzienden" altijd dwarsgezeten. En ik zal u zeggen waarom: Al die kaart leggende, koffiedik kijkende, handlijnkundige juffrouwen, al die zogenaamde clairvoyanten, somnambules, ofwel slaapsters, die would-be horoscoop-trekkende planeetkundigen of astrologen, psychometristen en spiritisten - heel dat leger van "de diepste geheimen onthullende en de duisterste zaken ontsluierende" mensen vormde één grote bende van beroepszwendelaars en -zwendelaarsters, die in een haven-, handels- en fabrieksstad als Rotterdam veel onheil aanrichtten. Het enige wat zij helder zagen en inzagen was de grenzeloze onnozelheid en domheid van hun slachtoffers, die in groten getale gerekruteerd werden uit de rijen der bootwerkersvrouwen, kantoorjuffrouwen, winkeljuffers en fabrieksmeisjes, om van deftiger dames en van de mannelijke klandizie helemaal maar te zwijgen. Het is mij steeds een raadsel geweest, waarom er nooit van overheidswege een middel is gevonden om aan dit euvel paal en perk te stellen - een euvel, dat de laatste jaren, toen in de waarzeggerij, in engere zin genomen, meer en meer de klad begon te komen, des te gevaarlijker afmetingen had aangenomen, naarmate de methoden der "dames" en "heren" van het gilde meer en meer gericht waren op het, tegen lang niet geringe honoraria, onbevoegd uitoefenen der geneeskunde niet alleen, maar ook op het verstrekken van zekere immorele adviezen en middelen, ja zelfs van rechtstreekse diensten, welke culmineerden in de zwaarste misdaad tegen het leven-in-wording.
Berlijn, waar in vroeger jaren de waarzeggerij en soortgelijke zwendel evenzeer hoogtij vierden, als in andere grote Europese steden, gaf het voorbeeld van doeltreffende bestrijding van het kwaad. Door de politiepresident aldaar werd op 13 augustus 1934 een verordening uitgevaardigd, waarvan wij de hoofdinhoud laten volgen: "Waarzeggen" - aldus luidt het in bedoelde Berlijnse verordening - "tegen betaling of zonder betaling verricht, openbare aankondigingen van waarzeggen, al of niet tegen geldelijke beloning verricht, alsmede handel in drukwerken, die zich met waarzeggerij bezighouden, is strafbaar. "Waarzeggerij in de zin der verordening is het vooruit zeggen van toekomstige gebeurtenissen, het waarzeggen van het tegenwoordige en van het verleden en elke andere openbaring van dingen (dus ook door zogenaamd helderzien of door telepathische krachten) die aan het natuurlijke kenvermogen onttrokken zijn. Hiertoe behoren in het bijzonder het zogenaamde kaartleggen, het horoscoop trekken, de sterrenwichelarij en de uitleg van voortekens en dromen. Waarzeggen tegen geldelijke beloning geschiedt ook dan, wanneer daarbij weliswaar geen geld gevraagd, maar wel aangenomen wordt."
Tot zover de inhoud van de Berlijnse verordening, welke door verscheidene politiebesturen in Duitsland werd overgenomen. Zoals men ziet, werd door bovenstaande bepalingen niet alleen de waarzeggerij als zodanig, maar ook het publiceren van daarop betrekking hebbende advertenties en het verspreiden van blaadjes, brochures en boekjes, die zich met waarzeggerij bezighielden, tegengegaan. Door de verordening werd ook - men lette daar wel op! - elke andere openbaring der dingen, "die aan het natuurlijk kenvermogen onttrokken zijn", strafbaar gesteld. Daardoor werden dus ook getroffen de zwendel, bedreven door middel van het zogenaamde helderzien en van beweerde telepathie, het "lezen" van iemands karakter en lotsbestemming uit de stand der sterren, oftewel het horoscoop trekken, alsook het onthullen van geheimen met behulp van zogenaamde psychometrie, van spiritisme en dergelijke occulte manoeuvres meer. Al had men elders in het buitenland waarschijnlijk niet zo'n degelijk geformuleerde strafverordening op dit gebied, als te Berlijn, toch werd ook in andere landen de waarzeggerij strafbaar gesteld, hetgeen ons bleek o.a. uit veroordelingen, zowel te Londen, als in andere Engelse steden, waar bijvoorbeeld gevangenisstraffen voor de tijd van een maand werden opgelegd, eenvoudig wegens het geven van advies als waarzegster. Een mannelijke of vrouwelijke politiebeambte in burgerkleding kon gewoonweg zo'n dame op haar spreekuur bezoeken en consulteren, teneinde haar aldus op heterdaad op het strafbare feit van bedrog te betrappen en haar onmiddellijk te verbaliseren. In Rotterdam scheen men weinig of niets tegen het kwaad te kunnen doen.
Kenden de autoriteiten in onze havenstad dan niet de omvang van de zwendel en van de bezwaren, die daaraan vastzaten? De omvang moest men toch wel kennen uit de uitgebreide collectie advertenties, die dag aan dag in bepaalde bladen verschenen, van mejuffrouw X en mevrouw Y en meneer Z, die voorgaven te werken met behulp van spiritisme, levensmagnetisme, astrologie, mediumisme, planeetlezen, handlezen, somnambulisme, clairvoyance, telepathie enz. De gevaren kon men, behalve uit de overweging welk een slechte invloed dit geheimzinnig en bedrieglijk gedoe op de geestelijke volksgezondheid der burgerij moest hebben, gemakkelijk afleiden uit de verdachte inhoud van sommige annonces, zinspelend op zekere "deskundige" adviezen aan dames. Was men voldoende op de hoogte van het feit, dat in later jaren de kaartlegsters, die vroeger ook al zo'n beetje voor doktertje speelden, voorgoed waren omgezwaaid naar de kwakzalverij? Dat, toen eenmaal de kaarten, het ei en het koffiedrab grotendeels uit de mode waren geraakt, ook de in kamertjes op drie hoog zitting houdende achterbuurt-helderzienden uit de binnenstad wegtrokken en, onder nieuwe geheimzinnige "beroepstitels", praktiseerden in de buitenwijken? Dat daar deftig gedurende een paar uren per dag, in plaats van 's morgens 10 tot 's avonds 10, spreekuren gehouden werden en dat daar zich noemende magnetiseurs, psychometristen, spiritisten en spiritualisten op quasi-geheimwetenschappelijke manier dokterden? Dat wil zeggen: de kwakzalverij in haar meest bedrieglijke vorm beoefenden tegen een honorarium van f 2,- of meer per visite?
Mensen, die zich te deftig of te verstandig achtten, om bij een kaartlegster of slaapster hun licht te gaan opsteken omtrent bestaande, of vermeende kwalen, zagen er absoluut geen been in, om zich bij een magnetiseur of psychometrist zich aandienende "meneer" of "mevrouw" te vervoegen, teneinde met het volste geloof hun wrakke corpus aan deze lieden toe te vertrouwen, die nu eens aan dit, dan weer aan dat adres te consulteren waren en nu eens deze, dan weer gene geheimzinnige titel voerden. Gewoonlijk beoefenden deze weinig honkvaste personen de kwakzalverij onder het mom van zogenaamde psychometrie. Hun wijze van werken kwam meestal hierop neer, dat zij, aan de hand van een portret van de patiënt(e), of van een hem of haar toebehorend voorwerp, "contact" met de zieke(n) namen en een beschrijving gaven van zijn of haar kwalen, waarna ze tevens de middelen ter genezing voorschreven. Meestal waren dit onschuldige kruiden, of andere onschuldige middeltjes. Maar het grote gevaar was niet in die middeltjes gelegen, maar in de omstandigheid, dat men door te verzuimen, een dokter te raadplegen, pas de ernst van een kwaal ging erkennen, als het te laat was en de dan ingeroepen medische hulp niet veel meer mocht baten. Wie zegt ons hoeveel gevallen zich in de loop der jaren in Rotterdam hebben voorgedaan?
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|