Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Het verlaten van Ouderschie en de ijver van de bezetters om tot een verdrag te komen

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Ouderschie en klik op ENTER




Het verlaten van Ouderschie en de ijver van de bezetters om tot een verdrag te komen

Uit Rotterdamse Heldendaden onder de stadvoogdij van den jongen heer Frans van Brederode, genaamt Jonker Fransen Oorlog door K. van Alkemade




De stad, die uitgeteerd door de honger, reikhalzend uitkeek naar de levensmiddelen die ze ieder ogenblik verwachtte, kreeg in plaats van troost, de droevige tijding van een zo bloedige nederlaag. Een bericht dat onuitsprekelijke verslagenheid en een ellendige mismoedigheid bij de stedelingen veroorzaakte. Temeer daar er nu geen hoop meer was op ontzet, noch op het bekomen van enige levensmiddelen. Het was integendeel zo dat de zegerijke wapenen van de belegeraars de stad meer en meer insloten en in het nauw dreven. Van de 1200 mannen die te velde getrokken waren, kwamen er niet meer dan 300 weerom, de rest was gesneuveld of gevangengenomen. Dit noodzaakte de Stadvoogd ertoe zijn soldaten, die het dorp Ouderschie bezet hielden, naar huis te roepen. Dat gebeurde omdat er in Rotterdam gebrek aan manschappen was om de wallen te bezetten en de stad te beschermen. In andere omstandigheden hadden ze deze troepen vanwege de schaarste aan voorraden gemakkelijk kunnen missen. Het krijgsvolk te Ouderschie, dat hun verblijfplaats met de kerk en enkele huizen in brand had gestoken en al wat los zat en enige waarde had, gepakt en meegenomen had, kwam op de 19de juni de stad Rotterdam binnen.
De Hollandse Stadhouder Egmond, die de tijding van het verlaten van zo'n belangrijke post had ontvangen, liet deze plaats onmiddellijk door zijn troepen soldaten, die hij in Delft bij de hand had, weer bezetten en de afgebrande en vernielde legerplaats rondom de kerk herstellen en beschansen.

Hoe eng de belegeraars de stad ook insloten, de belegerden wisten toch een middel te vinden om hun grote nederlaag en de bedroevende toestand waarin hun zaken verkeerden aan hun bondgenoten en vrienden in Woerden en Montfoort te laten weten. Deze waren echter al van de verdrietige tijding op de hoogte gebracht door algemene geruchten. Ze deden niets anders dan hun leedwezen betuigen en schouderophalend hun onmacht en de onmogelijkheid van hulp en herstel te kennen geven.

Het betreffende Opperhoofd, de Heer van Polhaim, had Rotterdam onder redelijke voorwaarden ten voordele van de stad uitgenodigd om tot een verdrag te komen, wat niet gelukt was. Hij twijfelde er niet aan dat zijn aanbod te dien einde in deze meest wanhopige tijd en toestand gretig aangenomen zou worden. Derhalve zond hij een postbode naar de stad met het doel dat de laatste afgebroken onderhandelingen in het dorp Kapelle hervat zouden worden met het aanbod van billijke voorwaarden, die voor de stad aanvaardbaar zouden zijn.
Echter niettegenstaande dat de meeste macht van de Rotterdammers geknakt was, dat het gebrek aan voorraden de mensen had uitgehongerd en dat er geen hoop scheen te zijn overgelaten op ook maar een kleine kans op een goede afloop, heeft de Stadvoogd, nadat alles in de Krijgsraad overwogen was, zijn onveranderlijke en onoverwinnelijke gemoed, zowel in zijn tegenspoed als weleer in zijn voorspoed, doen blijken en geen gehoor verleend aan de aangeboden verlokkingen van zijn vijanden.
Heer Jan van Naaldwyk, gewoon in het open veld niet voor zijn vijanden te wijken, was de benauwende Dordrechtse boeien spoedig moe en verzocht om zijn vrijlating onder het aanbieden van een grote som geld als losgeld. Omdat deze poging echter tevergeefs was, gooide hij het over een andere boeg en beloofde als vergelding voor zijn vrijlating de zaken van de strijdende partijen tot een verdrag en de stad in handen van de Koning te brengen.

De Stalmeester, die niet naar het aanbod van geld had willen luisteren, gaf onmiddellijk gehoor aan dit voorstel. Hij heeft deze ridder uit zijn gevangenschap ontslagen, alleen op zijn ridderlijk woord en de betaling van een geringe som van 900 schilden, in afwachting van het nakomen van deze adellijke beloften.
Heer Frederik van Zevender, zijn medegevangene, ontkwam tezelfdertijd ook aan zijn gevangenschap, maar op een geheel andere wijze. Hij is ontsnapt via een klein watertje, dat uitkwam op zijn secreet, over de wallen geklommen, de stadsgracht doorgezwommen, begunstigd door de donkere nacht, en zo op vrije voeten in de buitenlucht beland, weer in de stad Rotterdam bij de zijnen aangekomen.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

2 December 2017