Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Veiligheid anno 1943 in de Rotterdamse havens

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Veiligheid anno 1943 in de Rotterdamse havens

Kapbalken, heipalen en vette rollen zijn in de havens gevaarlijk, en dit is toe te schrijven aan de gladheid van de artikelen. Elke man doet daarom de sporen aan alvorens op de deklast te stappen. De beste sporen zijn die, welke de vorm van de voetzool hebben; het soort, dat in de voetholte past en tegen de schoenhak stuit, wordt begrijpelijkerwijs door de arbeiders geweigerd, omdat de schoenen daarop stuk gaan. In de havensteden met een speciale balkenhaven, zoals Zaandam, worden de balken geplompt, d.w.z. dat de balk op de reling wordt losgelaten om vervolgens in het water te glijden. In de havens waar niet geplompt mag worden, zoals in Rotterdam het geval is, staat de bootsman bij de reling met een hakentouw gereed om dit aan de haak van de leng te hoeken, zodat, wanneer de hijs te water is gevierd, de leng kan worden losgetrokken. Aan dek moet men er voor zorgen aan de goede kant van de hijs te staan, aangezien de staart soms talrijke hyperbolen beschrijft. Degene die de leiding heeft zal goed doen naar het gewicht der balken te vragen en zich ervan te overtuigen, dat de leng niet wordt overbelast. De staart van de hijs moet bestaan uit de dunne einden der balken, hetgeen dus zeggen wil dat de koppen bij elkaar moeten worden gehouden om schieters te voorkomen. Als daarbij de arbeiders bovendien het hoofd koel houden, welaan, dan zullen de schieters tot het verleden behoren.

Als de deklast gelost is, zijn de ruimen aan de beurt. De man die de veiligheid goed wil dienen en daarmede dus zijn patroon, veegt eerst de glibberige massa van dek die van de deklast is achtergebleven. Anders zouden de dekgasten, die zich nu van hun sporen ontdaan hebben, niet lang op hun benen kunnen blijven staan. De luiken worden op een veilige plaats, tegen de hoofdtouwen, opgestapeld en de eerste hijs in het ruim ligt klaar om weggedraaid te worden, nadat het afneembare stuk hekwerk waar de hijs moet passeren is weggenomen. Tenminste als het geen vaste verschansing is. Intussen zijn slipperhaken en lichtdraadjes in het ruim tot volle actie gekomen, alles gaat van een leien dakje tot een pechvogel het werk staakt en naar zijn voet kijkt, die geblesseerd is. De slipperhaak van zijn collega is in zijn schoen gedrongen en heeft de voet getroffen. Het was ditmaal niet omdat de collega missloeg, maar de pechvogel bracht als het ware zelf zijn voet onder de "bijl", hij werd zo door zijn werk in beslag genomen, dat hij alles om zich heen had vergeten. Zulke "pechvogels", harde werkers, die slecht uitkijken, zijn bij bosjes in de haven te vinden. Hoe deze lieden te bekeren? Met straffen? Met ontslag of grofheden? Allemaal onzin en misplaatst. Bij een nauwkeurige beschouwing der arbeiders in het ruim blijkt, dat er zich nog meer harde werkers onder bevinden, maar die het hoofd koel houden en goed uitkijken. Geef de pechvogel een dezer uitblinkers als medearbeider en de oplossing van het probleem is nabij.

Intussen gaat het lossen door, de ledige ruimte in het ruim wordt groter. Niemand ondervindt enige moeite met het lopen of klimmen over de gladde balken, dankzij de doelmatigheid der sporen. Plotseling valt het oog op een ploegje, dat speciale aandacht vraagt vanwege de roekeloosheid waarmede zij hun lichaamsdelen wagen. Er hangt een aantal balken, die straks de hijs zullen vormen, als de leng eromheen geslagen zal zijn, in het lichtdraadje. Een waaghals steekt heel zijn arm onder deze balken door om de leng te grijpen, die hem door zijn collega, die aan de andere kant der balken staat, toegeslingerd wordt. Hij heeft geluk, het draadje breekt niet op het kritieke ogenblik doch een fractie van een seconde later. Toen begreep het ploegje, dat de arm niet bestand zou zijn geweest tegen de druk van een ton gewicht. Wie nu zou denken dat deze lieden ongeschikt waren voor dit werk slaat de plank mis. Zij weten maar al te goed dat de balken in het lichtdraadje eerst op het lengblok moeten worden gevierd, voordat zij zonder gevaar deze kunnen aanslaan. Een gemakzuchtige collega uit een andere ploeg had echter in een onbewaakt ogenblik het lengblok weggehaald en zelf in gebruik genomen. Niet iedereen heeft zoveel geluk als deze geluksvogel; er loopt helaas menige invalide rond, die zijn verminking aan eigen schuld te danken heeft. En zoals het gaat, berouw komt meestal te laat. Intussen ligt er in dit gedoe niets verheffends. Integendeel, het is een twijfelachtige eer als "durfal" te worden geprezen door zijn kameraden. Alleen de dwaas is roekeloos. Het toezichthoudend personeel kan hier nuttig werk verrichten door deze waaghalzende acrobaten goed te observeren en niet te sparen.

Als de buikdenning onder-werks bereikt is, liggen de balken in de zijden nog op een zekere hoogte; door een lichte aanraking rollen er dan voldoende neer om een hijs te maken. De man in het ruim moet echter niet vergeten, dat deze balken, als gevolg van hun gladheid, reeds door de trilling van het schip kunnen gaan rollen; hij zal dus steeds zijn aandacht hierop gevestigd dienen te houden. Is het ruim leeg, dan wordt het gereedschap bij elkaar gevoegd, tezamen gebonden en opgehaald. De sporen worden eveneens afgedaan, daar het bestijgen der ruimladders anders niet van gevaar ontbloot zou zijn. Bovendien kan zulks voor de volgende man die als regel zijn voorganger op de hielen volgt, onaangename gevolgen hebben. De plaats waar aan dek gestapt wordt moet vrij zijn van luiken of andere voorwerpen. Gezaagde balken, die gevlot moeten worden, zijn niet glad en worden met een speciale plompleng gelost, waarvan de haak automatisch terugvalt en de leng vrijlaat zodra de leng te water ligt. Als deze leng op de juiste wijze wordt aangeslagen, heeft men er veel gemak van. De leng mag nimmer op de kant van een balk rusten, doch steeds op het midden en wel met de "puist" liggend op de balk. Worden de balken in een lichter gelost, dan verdient de plompleng geen voorkeur boven de gewone balkenleng. Bij kapbalken beantwoordt de plompleng niet aan het gestelde doel van automatisch losgaan.

Stel eens voor dat er een ernstig ongeval op een boot gebeurt. Dan ligt het ruim, waar de getroffene ligt, stil tot de dokter komt; van opschieten is dus geen sprake. Is het een dodelijk ongeval, welaan, dan is weer voor de zoveelste maal een kostbaar mensenleven afgesneden. Maar ook voor de werkgever, die eigen risico draagt, betekent dit meestal een groot financieel offer. De werknemer heeft er geen flauw begrip van, hoeveel boten er bediend moeten worden om deze uitgaven te benaderen. Bij een onderzoek naar de oorzaak van het ongeval kan het volgende blijken. Er kan iets aan het scheepstuig gehaperd hebben, b.v. verborgen breuken in hangers, sluitingen, wartels etc. In dat geval valt de blaam op de boot. Vervolgens kan het slachtoffer zelf de oorzaak van zijn ongeluk zijn, hetgeen helaas maar al te dikwijls voorkomt. Men behoeft dan niet naar een schuldige te zoeken. Tenslotte het geval, dat de oorzaak ligt in nalatigheid, onkunde of roekeloosheid. Deze factoren zijn de grootste vijanden op de weg naar bestrijding van ongevallen. Immers, voor het doelmatig bestrijden van ongevallen dienen de oorzaken te worden opgespoord. Bij het onderzoek zal men in de regel op de meest tegenstrijdige verklaringen stuiten. Iedereen tracht zijn handen in onschuld te wassen, en de gedachte zijn maats niet te willen verraden, speelt een rol van belang. Toch kan niet belet worden, dat soms langs grote omwegen de waarheid aan het licht komt en de schuldige kan worden aangewezen.

De Nederlandse wetgever is het echter niet altijd met u eens wat betreft het aanwijzen van een schuldige. Het volgende als voorbeeld: een kras (voorman) ziet dat zijn assistent een verkeerde viersprong gebruikt, wijst hem op zijn fout en gelast hem de voor dit doel geschikte viersprong te halen. De kras, die zich inmiddels verwijderd heeft om een andere assistent te instrueren, komt tot de ontdekking - nadat iemand door een vallend pak is getroffen - dat zijn instructie betreffende het verwisselen van de viersprong niet is uitgevoerd. Men zou nu denken, dat de assistent, door wiens nalatigheid het ongeval werd veroorzaakt, de schuldige was. Niets is minder waar, en zelfs het feit dat de assistent grotere ervaring had dan de kras, kon een veroordeling van de laatste niet voorkomen. De kras behoort zich dus te vergewissen van de uitvoering van zijn opdrachten aan zijn diverse assistenten, onverschillig of hij een boot bedient met zeven gaten, of een scheepje met één ruimpje. Voorwaar geen benijdenswaardige baan!




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 November 2024