Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De veerschipper, een verhaal van Hildebrand

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




De veerschipper, een verhaal van Hildebrand

Ik heb zo menigmaal in trekschuiten gevaren, dat ik in staat ben er het grootste paskwil en de grootste lofrede op te schrijven. Eens heb ik mij er hevig tegen uitgelaten, maar 't spijt me half. Ik geloof dat ik het deed om de zaak der spoorwegen te bevorderen; uit louter driftigheid. Maar nu ik zie dat er reeds één trekveer metterdaad vervalt, en in de lucht zwevende pijpenmanden (echt Hollands signaal) ook aan andere veren het memento mori toeroepen, krijgt de zaak voor mij zulk een droefgeestig voorkomen, dat ik in staat zou zijn de roef van Amsterdam tot Rotterdam af te huren, om in eenzaamheid een klaaglied te schrijven over de veranderde tijden. Niet zo zeer om de schuiten spijt het mij: zij hebben te vele gebreken, en er zijn beter dingen om mee voort te komen: maar om de schippers! Want aan hen, mijne vrienden! Zullen wij verliezen.

Het is een goed, eerlijk, trouw en ouderwets slag van volk, en jammer zal het zijn zo het van de aarde, of laat ik zeggen, van de wateren verdwijnt. Eerbied voor hen! Heb een vaste schipper, en geef hem een mondelinge boodschap, een open brief, een grote som gelds, een kostbaar stuk meubel mede! Geen woord zal aan de boodschap, geen stuiver aan het geld te kort komen, geen letter in de brief gelezen, geen krasje op het kostbare stuk worden gemaakt! Laat hij slechts weten wat gij aan zijn zorgen toevertrouwt; en wees zo gerust alsof gij uw eigen zoon zond. Hier staat mij uw beeld voor ogen, trouwe Van der Weiden! Gij behoort tot het vriendelijk personeel mijner academische herinneringen. Wiens voetstap hoorde Hildebrand liever op de ongelijke trap van zijn nederig studentenverblijf, als gij de krakende sluitmand of het welbekende koffertje, dat geen adres meer nodig had, daartegen sleepte? en met uw vriendelijk "compliment, en als dat de hele familie heel wel is," zijn ongeduld voorkwam dat naar de dubbelganger van de sleutel zocht, waarmee zijn lieve moeder het koffertje gesloten had. Ging gij ooit bij hem voorbij zonder te horen "of mijnheer ook iets te zeggen had;" of kon gij immer in zijne vaderstad het ouderlijk huis passeren, zonder eventjes te gaan zeggen, dat gij mijnheer gisteren nog had gezien, en de hartelijkste groeten van zijnentwege te improviseren? - Had gij hem niet meer dan eens in uw schuit verborgen, toen hij groen was, tot aan de studententafel op de Mare was afgelopen; en toen hij was gepromoveerd, en gij hem geluk wenste - wat scheelde er toch aan uw ogen, dat die bonte zakdoek niet in de zak kon blijven, als gij aanmerkte, dat gij nu zijn meeste koffertjes wel zou hebben gehaald? - Drommels! Van der Weiden, het veer moest niet worden afgeschaft.

Maar behalve deze had ik menig vriend aan het veer, die mijn koffer en reiszak een kwartier uur ver kon onderscheiden, en straks voor mij het lekkerste kussen uit de roef haalde, opschudde en in de stuurstoel legde, bereid om, als de grond nat was, mij het gebruik van zijn sabotten af te staan. Als ik enigszins kon, zat ik in de stuurstoel, en van deze heb ik nooit iets kwaads gezegd. Ik kende de geschiedenis van al de schippers en al de knechts; van hun vroegere betrekkingen en van hun wederwaardigheden aan het veer. Ieder had zijn eigen verdienste in de conversatie. De een wist overal eenden en ganzen aan te wijzen op de landerijen, die wij voorbijvoeren; de ander kon zo gezellig op zijn pijpje smakken, en oude verhalen van zijn schooltijd opdissen; de derde sprak van Bonaparte, en hoe bang die voor de Kozakken moet geweest zijn, met al de nauwkeurigheid van een schoolkameraad en gemeenzaam vriend. Ik herinner mij de oude Mulder met de geverfde hoed en de korte broek; hij voer altijd de volste schuiten; de lange Heuvelriet, hij was befaamd in het redden van drenkelingen; en zijn broeder, die "de mottige" genoemd werd, die wel al het statige van de schipperstand had, maar een aardige, spraakzame grappenmaker was, die een anekdote uit kon rekken, zo vele bruggen als gij verkoos. Indien hij het begin van dit stuk las, het zou hem ergeren; want ik weet dat niets hem meer verveelt, dan dat men de gehele trekschuitenwinkel in de toekomst beklaagt.

"Je zelt haast gedaan hebben, schippertje?" zei een juffrouw in de roef, onder haar bril uitkijkende tot onze H., nadat zij vruchteloze pogingen had in 't werk gesteld om een heer, die in 't hoekje zat aan de praat te krijgen: "je zelt haast gedaan hebben, schippertje!" - "Hoezo juffrouw?" vroeg de kapitein. - "Wel met die spoorwegen." - "Spoorwegen! Juffrouw, dat 's geen duit waard. Als 't anders niet was; dié hebben haast gedaan. Maar dat nieuwe." - De juffrouw wist ter wereld niets nieuwer dan spoorwegen, en men zou er haar ook niét op krijgen. - "Ja maar," merkte H. aan, "in dat nieuwe ga je wél; je hebt immers wel gelezen van die onderaardse schietblaasbalk?" - "Van de wat?" vroeg de juffrouw haar bril van de neus nemende: "van de wat?" riep de schipper, zo hard als zijn verweerde stem gedoogde. "Heerlijk hoor! Je hebt pijpen, buizen, kanalen; onderaardse, weet je? 'k zel zeggen van Amsterdam naar Rotterdam en vicie versie; dat zijn de twee grootste. Nou heb je dan ook korte voor Halfweg, Haarlem, Leiden, Delft, dat begrijp je, navenant." - De juffrouw spitste haar oren, en opende haar mond. - "Best, je komt in 't ketoor, je ziet een partij luiken in de vloer, met grote letters beschilderd: al de plaatsen weet je, die staan der op, Halfweg, Haarlem, Leiden, allemaal. Je ziet een grote schaal hangen, en een knecht in leverei, netjes as 't hoort, der bij. Waar mot de juffrouw nou b.v. wezen? Zeg maar wat?" - Hier wachtte de verhaler een antwoord, maar de juffrouw wist niet wat ze zeggen zou, en vreesde dat het hele verhaal een strik was om hare onnozelheid te vangen. - "Nou goed, as je 't dán maar weet. Ik zel maar zeggen: je mot te Rotterdam zijn. Je krijgt een kaartje. Best. Belieft u maar op de schaal te stappen." - Hier kon de juffrouw zich niet bedwingen: "op de schaal schipper?" riep zij uit, en haar oogappels werden van verbazing zo groot als tafelborden, - "wat mot ik op de schaal doen?"

"Dat zel je horen. UE wordt gewogen. Je bent nogal dikkig. Goed. Zoveel pond, zoveel kracht op de blaasbalk. Belieft u maar op dat luikie te gaan staan. Pof! je zakt in de grond. Ruut! daar ga je hoor! Je ziet nix niemedal as Egyptische duisternis. 't Hoeft ook niet. Tien menuten. Knip, knap, gaan de veren. Daar sta je wéér in een ketoor; je denkt in 't zelfde? Mis. Je bent te Rotterdam. Is 't waar of niet, Piet?" Op dit beroep, antwoordt de aangesprokene, die als knecht met de mottige vaart, niet anders dan door het hoofd te schudden, te lachen en een pruimpje te nemen. - "Piet wordt er weger bij," vervolgt de schipper: "je kent er de tekening van zien; 't zou al lang ingevoerd zijn, melieve juffrouw! Maar 't het motten wachten tot dat die wije mouwen uit de mode waren. - Pietje, 't wordt koud, man, je hebt je jaren. Wees niet nuffig omdat er een juffer in de schuit is; trek de schansloper an, maat, en geef me zuidwester, want het begint te regenen." - "Ja mensen!" merkte de juffrouw aan, "je mag wel voor je gezondheid zorgen. Ik weet niet hoe je 't uithoudt!" "Uithouën?" zegt de schipper: "juffrouw mot weten dat er geen mensen ouër worden dan schippers en schoolmeesters. De schoolmeesters van de onschuldige asempies van de kinderen, en de schippers van weer en wind."




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 Augustus 2024