Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De tegelbakkerstuinen met loodsen van Pieter van Rijsoort aan de oostzijde van de Schie in de Gouden Eeuw

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Schie en klik op ENTER




De tegelbakkerstuinen met loodsen van Pieter van Rijsoort aan de oostzijde van de Schie in de Gouden Eeuw

In het begin van de 17de eeuw (wanneer precies is niet met zekerheid te bepalen) zijn de eerste plateelbakkerijen te Rotterdam gevestigd. In de loop van deze eeuw worden er niet minder dan 17 bedrijven genoemd.
De grondstof, die de plateelbakkers voor het vervaardigen van hun product gebruikten, was een mengsel van verschillende soorten aarde, die uit de Zuidelijke Nederlanden, de Rijnstreek en Wales geïmporteerd werden. Deze aarde werd gereinigd in de aardewasserijen, die de plateelbakkers in en buiten de stad aan grachten, havens of singels bezaten. Als de aarde gewassen en voldoende gedroogd was, sneed men haar in grote vierkante stukken, zette die op hun kant verder te drogen en vervoerde de stukken naar de plateelbakkerij, waar zij in gemetselde potten bewaard en zo nu en dan besproeid werden. De verdere bewerking van de aarde geschiedde op de treedvloer, waar de aardetrapper ze blootsvoets trad en de harde stukken verwijderde; in sommige Rotterdamse tegelbakkerijen werd een os voor het treden van de aarde gebruikt. De aardetrapper sneed daarna de aarde aan stukken en bracht die naar de draaier.

plateel (74K)

Een in 1968 opgegraven tegel bij "Gerzon"

Afkomstig van de Rotterdamse plateelbakkerij Den Bergh Sion

Pieter van Rijsoort werd ongeveer in 1606 geboren. Hij was de zoon van Helman (of Helmon) van Rijsoort en Agniesge Dircxdr. Hij huwde Stijntge Beeckmans en het echtpaar kreeg (zover bekend) twee kinderen.

In 1638 huurt Pieter voor vier jaar een huis annex tegelbakkerij staande op de Glashaven voor jaarlijks 220 gulden en gaat daar ook wonen.

Jonas Jonasz van Coningsloot bekent op 22 juli 1641 2000 caroligulden schuldig te zijn aan Pieter van Rijsoort.

Op 14 januari 1643 verklaart Pieter van Rijsoort, tegel- en betielbacker, burger van Rotterdam, 2000 car. gulden in zilvergeld schuldig te zijn aan Hoyer Hoyersz, oud-schepen van deze stad, voor materiaal dat in het glashuis ligt, dat hij onder voorwaarden heeft gekocht, samen met Ysaack Pouwels, van Hoyer Hoyersz.
Het betreft drie erven naast elkaar en een gaertge, alles gelegen aan de westzijde van de Glashaven. Het zilvergeld moet betaald worden op 1 mei 1643.
Op 9 september 1643 machtigt Pieter van Rijsoort, tegelbacker, Joris Sageman uit Brugge om 122 gulden te innen van Jacques Harbij, schipper uit Brugge, betreffende koop en levering van tegels.

Benjamin Leslee, of Lisle, oirlogiemaker, bekent 200 gulden schuldig te zijn aan Pieter Helmansz van Rijsoort, tegelbacker, volgens een schuldbekentenis uit 1648.

Martina Reyntgens, weduwe van Daniel Penneman, wonend te Gent, machtigt op 14 april 1649 Pieter van Rijsoort, meester-tegelbakker, om haar zaak te voeren versus Johan Weyns, koopman te Leiden.

In dezelfde maand bekent Balten Augustijnsz 1400 gulden schuldig te zijn aan Pieter van Rijsoort. Pas in juni 1661 verklaart Jannetgen Abrahams, weduwe van Balten Augustusz, 400 gulden schuldig te zijn aan Stijntge Jans, weduwe van Pieter Hellemans van Rijsoort, ter zake van een geldlening.
In september 1661 belooft de man van de dochter van Jannetgen Abrahams een schuld van 500 gulden aan Stijntge Jans te betalen.

Louris Cornelisz Luchticheyt te Delft is op 29 oktober 1649 gemachtigd door Ariaentgen Pouwels de aarde die zij aan Pieter van Rijsoort heeft geleverd af te rekenen, wat aldus geschied is.

Op 11 oktober 1650 verklaren Pieter van Rijsoort, oud 44 jaar, en twee anderen, die eveneens meester-platiel- en tegelbacker zijn, op verzoek van Willem Jansz Verstraeten, platielbacker te Haerlem, dat zij een schotel hebben bekeken en verhandeld die deze hen heeft geleverd. Deze schotel had in het midden een wapen en aan de kant een versiering. Een dergelijke schotel noemden zij geen porceleyn maar wapenwerck en de versiering noemden zij "nieuwe inventie".

Pieter Helmansz van Rijsoort, meester-tegelbacker en zijn vrouw Stijntgen Jans Beeckmans, wonend op de Glashaven, benoemen op 4 september 1651 elkaar tot erfgenaam. Ook benoemen zij twee medevoogden.

Pieter Helmansz Rijsoort werd begraven op 30 mei 1655 in Rotterdam.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

17 Maart 2015