(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
In de stille havens van Rotterdam
Wie had het kunnen indenken, dat het hart van Rotterdam, ja van Nederland, VIJF jaren niet zou kunnen kloppen. Nog bleef het lange tijd stil in de havens. Onze schepen, voor zover zij nog bestonden, hadden een contract, zodat zij nog een half jaar na de oorlog verbonden waren aan Engeland. Nu ik bezig ben over het onderwerp "Stille havens" te schrijven, kan ik mij niet losmaken van het Stedelied van wijlen Ds. B. ten Kate. Toen en nu."'k Heb u lief Rotterdam, met uw drukte en gewoel,
Dit was op de 10e mei in één slag uit. Het brute geweld had het hart van Rotterdam getroffen, en in het laatst van de oorlog deden zij, de geweldenaars, hun best om het hart zó te treffen dat dit Rotterdam voor de vaart zou verdwijnen. God heeft ook Rotterdam bewaard, en eens zullen de regels van het tweede couplet van het Stedelied weer werkelijkheid zijn:
Waar het leven zo krachtig in bruist,
Koningin van de Maas, uit wier golven een lied,
Vol van glorie en hoop u omruist!
In den wedstrijd van handel en scheepvaart houdt gij
Fier de vlag onzer vaadren omhoog;
En uw heden is niet van 't verleden ontaard,
Dat met roem Hollands naam overtoog.""Met verrukking aanschouw ik uw groeiende vloot,
Maar zover is het nog niet. De havens liggen stil. Het gezicht daarvan is vreselijk. Dit was trouwens al in de meidagen van 1940. Ja, 't was reeds begonnen in september 1939.
Die steeds talrijker havens vervult".
Die "stille" havens spreken mij van de vele schepen die nooit weer zullen keren, waarmee honderden zeevarenden ten onder zijn gegaan. Ik denk aan twee schepen, n.l. "de Slamat" van de Rotterdamse Lloyd, waar slechts VIJF man van af zijn gekomen, en aan de "Zaandam" van de Holland-Amerika Lijn, waarvan de meeste mensen met het schip zijn omgekomen.
In de vijf oorlogsjaren heb ik geen enkel schip kunnen bezoeken. Mijn werk was huisbezoek. Ik bezocht de zeemansgezinnen. Het terrein was zeer uitgebreid, want ik kwam bijna in alle plaatsen van de classis. Tal van gezinnen bezocht ik in Maassluis, Vlaardingen en Schiedam en natuurlijk ook in Rotterdam. Met veel genoegen heb ik samengewerkt met het comité: "Kerkelijke Gezinszorg", waarvan eerst ds. Van Leeuwen, later ds. Wildschut voorzitter was. Honderden gezinnen heb ik in die vijf jaren mogen bezoeken, ook in IJsselmonde, Poortugaal, Pernis, Hoogvliet en andere plaatsen. Ik heb hun, behalve in 1945, ieder jaar een kalender kunnen geven. Ik kwam bij gelovigen en onverschilligen, Rooms-Katholieken en Protestanten, en bracht van al deze gezinnen een klein rapport uit aan "Kerkelijke Gezinszorg", die op haar beurt weer alles doorgaf wat bij hen niet hoorde. Bijna zonder onderscheid werden de bezoeken zeer op prijs gesteld en door de Rooms-Katholieken wel in het bijzonder. De adressen werden mij verstrekt door de scheepvaartmaatschappijen, daardoor wist ik niet altijd in wat voor een gezin ik terechtkwam. Dit was een voorrecht. De mannen kende ik, al was het meestal alleen van gezicht, daar ik hun schepen geregeld bezocht had. Daardoor was er onmiddellijk contact met de gezinnen.
Het werd gewaardeerd dat de kerk medeleven betoonde met de zeemansgezinnen, die het in deze vijf jaren heel moeilijk hebben gehad. Wat is er in deze gezinnen veel verdriet geweest en strijd om het menselijk bestaan. Al heel spoedig mochten de "maatschappijen" van de bezetters niet méér uitbetalen dan een bedrag, dat lang niet toereikend was om het hoofd boven water te houden. Hoe hoger in rang, hoe zwaarder de financiële moeilijkheden waren. Zo kreeg het gezin van de kapitein evenveel als het gezin van de tremmer. Ja, de laatste veelal meer dan de eerste, in verband met de kindertoeslag. Maar ook hier kunnen de woorden worden toegepast: "wel gebogen, maar niet gebroken". Dankbaar ben ik, dat menig gezin financieel geholpen kon worden en ook wel eens kinderen uitgezonden zijn. Wat bleven de vrouwen in onzekerheid omtrent het lot van hun mannen en zonen; verschillende hebben nooit enig bericht ontvangen. Honderden vonden de namen van de hunnen vermeld onder de krijgsgevangenen in Indië; zodat met de vrede en vrijheid hier, hun mannen en zonen nog niet terug konden keren. Vele honderden zijn omgekomen door de niets ontziende oorlog. Tientallen schepen zullen nooit weerkeren. Naar ik vernomen heb zijn er 2800 zeevarenden gevallen als slachtoffers van deze barbaarse krijg. Meermalen heb ik de vrouwen moeten bewonderen om de fierheid, waarmee zij de Jobstijding ontvingen; ook wel eens beklaagd omdat zij het niet geloofden dat haar man of zoon nooit weer zou keren. De hoop, die nog bij velen leefde, zou helaas in de toekomst ijdel blijken te zijn.
In stilte deed ik dit werk. Van zegen kan ik niet spreken; toch zal dit werk voor God niet onvruchtbaar blijven. Dit artikeltje wil ik eindigen met het gedicht van de directeur voor het Gemeente Havenbedrijf: Ir. N. Th. Koomans, hetwelk ook burgemeester Oud tijdens de eerste openbare bijeenkomst van de Havenvereniging Rotterdam in het Beursgebouw voorlas:"Hoog spuit het water op, de stoere kade slijpt;
De kranen storten steunend in elkaar;
Wat jaren arbeid vroeg, wordt hier in korte tijd
vernield. Geen oorlogsnoodzaak of acuut gewin
dwingt tot dit bot vernielen; slechts de spijt
om een verloren zaak wordt hierin openbaar.
Dit mannen, danken wij de vreemde heren,
Onthoud het goed, het was een Duitse daad!
De golven van de haven mogen snel kalmeren,
maar wie verlost ons van de golf van haat,
die een gevolg is van dit opereren
en tussen volken onherstelbare wonden laat?
Zoals gij kwaamt, met lijden voor zovelen,
zo was uw zijn hier, zo dit afscheid van de burgerij;
Gij treft hiermee het volk, dat woorden, brood noch spelen
Konden doen overhellen naar uw zij.
Want 't gaat om geestesgoed, dat w'ons niet laten stelen,
Wij zullen werken aan de opbouw, arm, maar vrij!"
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|