Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Rotterdamse handel bij het station van de Rijn-Spoorweg

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Station en klik op ENTER




Rotterdamse handel bij het station van de Rijn-Spoorweg

Hertaling.

Het groot belang van de Rotterdamse handel bij het station van de Rijn-Spoorweg achter de Haringvliet.

Anonymus, 1846.

Niemand zal ontkennen, dat de welvaart van onze handel afhankelijk is, en dat de natuurlijkste en eenvoudigste middelen ter bevordering van deze welvaart de voorkeur moeten verdienen en op den duur de voordeligste uitkomsten zullen opleveren. Doordrongen van die waarheid, heb ik dan ook onze stad steeds beschouwd als door haar ligging het meest geschikt voor de doorvoer van en naar de achter ons rijk gelegen landen, daar de waterverbindingen, die zij heeft, haar in dat opzicht boven Amsterdam en Antwerpen moesten verheffen en dit ook weer gunstig op haar actieve handel en op de vele binnenlandse relaties moest werken. Ongeacht dat heb ik mij er in grote mate over verheugd, en ik verheug mij er nog over, dat het gouvernement maatregelen heeft genomen om ook onze stad door een spoorweg met de Rijnlanden gemeenschap te bezorgen; daar, zodra de opgenoemde steden in het bezit van zulk een middel van vervoer waren, dat ook voor onze stad als nodig moest worden aangemerkt; en ik stelde mij voor, dat daardoor haar handel en haar welvaart tot een ongekende hoogte zouden worden opgevoerd en kon al diegenen niet genoeg danken, die eraan hadden meegewerkt om ons ook een spoorweg te bezorgen.

Ik meende dus mijzelf en mijn stadgenoten geluk te mogen wensen, toen ik uit onze Stads-courant vernam, dat Zijne Majesteit eindelijk het plan van de spoorweg had goedgekeurd, omdat ik mij voorstelde dat die zodanig zou zijn, dat deze de welvaart van onze stad en van haar handel ten sterkste zou bevorderen. Ik had vroeger wel veel over dat plan horen spreken, maar alles berustte op losse geruchten, en alles werd zo geheim gehouden, dat het moeilijk was het ware van het valse te onderscheiden. Toen dus de zaak finaal beslist scheen te zijn en ik het in het Amsterdamse Handelsblad, dat zeker beter dan enig ander in de gelegenheid kon zijn de zaak goed te weten, onder andere las: "Z.M. heeft goedgekeurd de vestiging van gemeld station aan het Oude hoofd achter de Haringvliet der stad Rotterdam, de plaats die voor de handel als meest geschikt kan worden beschouwd. Terwijl wij ons in het belang van de handel over deze uitslag verblijden, etc." verlangde ik nog meer de zaak in al haar bijzonderheden te kennen, waartoe een later bericht in de Nieuwe Rotterdamse Courant mij nog sterker opwekte. Daar in het bericht gezegd werd dat Zijne Majesteit voorwaardelijk had goedgekeurd een station aan het Oude hoofd en het leggen van de weg achter de Haringvliet, stelde ik mij voor dat het plein, dat door deze aandamming achter de Haringvliet zou komen en de kade, die men aldaar zou maken, geheel ten gerieve van onze stad zouden zijn en voorts tot nut en vermaak zouden mogen strekken van veel van onze stadgenoten en van anderen die graag de boorden van de Maas bezoeken.

Ik stelde mij reeds voor hoe wij achter de Haringvliet een tweede Boompjes zouden krijgen, waarover evenwel, behoorlijk beveiligd, een spoorweg zou lopen; ik zag in mijn verbeelding aldaar reeds aan een brede kade, bij de reeds aanwezige stoomboten, vele andere schepen laden en lossen; ik zag er een bont gewoel van schippers, sjouwers en slepers, van reizigers en wandelaars, en benijdde reeds de bewoners van de Haringvliet het mooie panorama, dat zij achter hun huizen zouden krijgen, en hoe zij op dat plein gemakkelijk een toegang zouden hebben en zich aldaar, evenals aan de Boompjes en aan het Nieuwewerk, zouden kunnen verlustigen. Ik stelde mij voor dat door de toegangen, waarvan ik gehoord had dat men die van de Haringvliet naar het plein wilde maken, ook het wandelgezind publiek, de drukte van de loskaden vermijdend, een aangename wandeling zou hebben en dat men de weg verderop wel zo breed zou maken, dat men van het plein langs de gehele Maas tot aan de Plantage zou kunnen wandelen. Werkelijk, dacht ik, wat zullen anderen onze stad benijden waar zoveel nuttigs en tevens zoveel moois tot stand zal worden gebracht!

Maar, medehandelaren en stadgenoten! Toen het mij gelukt was de sluier van het geheim op te lichten, hoezeer heb ik mij toen bedrogen gezien, en hoe ben ik van schrik teruggedeinsd voor de slang, die zo lang onder het gras verborgen heeft gelegen! Ik voel mij dan ook verplicht u allen opmerkzaam te maken op het gevaar dat ons bedreigt. De beraamde plannen, ik meen het u als zeker te kunnen zeggen, zijn niet zoals ik mij die had voorgesteld, en zoals gij die ook zeker gewenst zou hebben.

De plannen der Rijn-Spoorweg-Maatschappij zijn de volgende:

De vlakte, die zal ontstaan door aanhoging van een terrein ter diepte van 60 el Maaswaarts, en wel van de af te breken oude Hoofdpoort tot ver voorbij de palenrij, en van de mond van de Oude Haven tot aan 's Rijks werf, zal, uitgezonderd een droge sloot tussen dit terrein en de huizen en een afgerasterd pleintje en kade, de hoek van deze vlakte, aan de Oude Havenmond, omgevende, ter aanlegging van de binnenlandse stoomboten, niet anders zijn dan een kade en een stationsplein, geheel en al ten behoeve van de Rijn-Spoorweg-Maatschappij, en waarop zij alleen vrij en onbelemmerd moet kunnen handelen. De stadstimmerwerf wil men inrichten tot bergplaats. De voortzetting van het spoor moet plaatshebben langs een dijk door de Maas met bruggen voor 's Rijks haven en het Boerengat, die zal niet breder zijn dan voor de sporen volstrekt vereist wordt. De kade nu van dit terrein meent de Rijn-Spoorweg-Maatschappij te gebruiken voor lig- en losplaatsen der zee-stoomboten en schepen, die de goederen lading na lading moeten brengen, geadresseerd aan haar of haar agenten en rechtstreeks afgescheept met destinatie om langs de Rijn-Spoorweg te worden verzonden. Zij verwacht zelfs dat zij de aanvoer op die wijze zo zal zien toenemen, dat zij de boven aangewezen lig- en losplaats voor de thans bestaande binnenlandse stoomvaart ook nog zal nodig hebben, en dat zij die wel tot zich zal trekken, hetzij gewillig of door onteigening.

De toegangen, die zij wil maken door een of twee huizen aan de Haringvliet, aan te kopen of te onteigenen, zullen ook alleen voor gebruik door haar moeten dienen en strekken om de goederen, die in de Haringvliet gelost worden, naar uitsluitend het voor háár bestemd stationsplein te vervoeren, maar voor het publiek zullen die gesloten zijn. De Maatschappij weet zeer goed, dat, om van de havens, alwaar zich de meeste pakhuizen bevinden, naar haar stationsgebouw en plein te komen, de weg zeer bekrompen is en dat door de nauwe straat en smalle kaden, die men niet vermijden kan, en de menigvuldige bruggen, zeer vele ongelukken door verstopping van de weg te vrezen zijn, maar daarin denkt zij niet te voorzien, en dit zal ten koste van de stad moeten geschieden. Deze voornemens zijn in volle ernst die der Rijn-Spoorweg-Maatschappij en worden door haar of van harentwege niet ontveinsd.

En wie zijn nu die lieden, voor wie men de moed heeft dat alles en wellicht meer nog te begeren, en van het stedelijk bestuur te vergen, dat het een derde van de, zo te zeggen commerciële lengte van de Maaskant, met uitsluiting van alle vrijheid en nijverheid van de stad en haar inwoners, in eigendom of althans tot uitsluitend gebruik afstaat, en ten behoeve van wie men wil wagen, dat de rivier langs de Boompjes verslibt, dat de nodige en voordelige binnenvaart zeer gehinderd en ook 's Rijks werf, de enige in het gehele Rijk, die zo goed en veilig is gelegen, ook voor de aanbouw van zee-stoomboten, geruïneerd, althans in grote mate belemmerd zal worden? Wie zijn de lieden voor wie al deze opofferingen moeten geschieden, vraag ik? En men moet mij antwoorden: voor een groot deel vreemdelingen: - want van den beginne af zijn van de aandelen van deze Maatschappij tenminste 9/10 in Engelse handen geweest en sedertdien is die verhouding nog toegenomen: - dus voor onze commerciële mededingers, die, niet om ons of onze geëerbiedigde vorst van een verliesgevende zaak te ontheffen, niet ten nutte van ons land, maar enkel uit zucht naar winst, onder zekere condities die hun mogelijk en uitvoerbaar toeschijnen, en uit een onverzadelijke begeerte om anderen overal uit te dringen, hun gretige handen hebben willen uitstrekken naar een tegenwoordige hoofdtak van ons natuurlijk bestaan: naar onze transitohandel!

Men wil dus onze stad verlagen tot een intermediair station der Engelse stoomvaart of van de Engelse Rijn-Spoorweg, in plaats van ons middelen te geven om onze stad te handhaven in de door de natuur aan haar geschonken voordelen ter uitbreiding en bevestiging van onze zee- en Rijnhandel. Men zal aan de Rijn-Spoorweg-Maatschappij, ten spijt en in het aangezicht van gevestigde handelaren en anderen, de gelegenheid geven tot het oprichten van gebouwen en bergplaatsen en tot lossen en laden van schepen, waardoor zij, om zo te zeggen, de algemene expediteur kan worden onder andere van al de goederen die uit Engeland naar Duitsland en omgekeerd verzonden kunnen worden, en op zulk een wijze, dat zij alle concurrentie ver achter zich kan laten en onze stad of haar ingezetenen er geen voordelen van zullen hebben. En wat zullen nu de gevolgen van dit alles zijn?

Medehandelaars, commissionairs en expediteurs! Ik moet u rondborstig verklaren, wij zullen onze kantoren spoedig kunnen sluiten; onze bergplaatsen leeg zien blijven en allen die wij in onze dienst hebben en door onze nijverheid ook hun matig en eerlijk bestaan vinden, hun afscheid kunnen geven. Reders en schippers! die nu nog door de aanvoeren te land en ter zee uw schepen, al is het dan ook maar matig, een volle vracht kunt doen genieten, men zal uw hulp niet meer behoeven; het is een droevige waarheid die ik u moet zeggen, maar gij zult welhaast uw bodems kunnen onttakelen en slopen, daar de Maatschappij wel andere vervoermiddelen zal vinden om zich de goederen aan haar station en losplein te doen brengen.

Stadgenoten in het algemeen! die nu door en voor onze handel wélvaart en leeft, op de ruïnen van uw bestaan, zal dan de Rijn-Spoorweg-Maatschappij haar grootheid bouwen, en gij zult toch nog kosten moeten dragen die zij voor stads-rekening wil laten. Zult gij, medeburgers! dat alles met kalmte afwachten, of zult gij uw ware belangen inbrengen daar waar zij gehoord mogen worden en behartigd kunnen en moeten worden? Gij zijt nu gewaarschuwd; gij weet nu wat u boven het hoofd hangt; gij hoeft nu niet meer te gissen of u door mooie voorstellingen te laten begoochelen; doe er uw voordeel mee.

Leden van het Achtbaar Bestuur der stad! Gij zijt het vooral, die door de schikkingen, die de Maatschappij met u tot stand zal moeten brengen, de middelen in handen hebt om het kwaad te voorkomen. Een station, waar wij haar de goederen kunnen laten brengen op gelijke voet met de Antwerpse handel bijvoorbeeld, en een weg en niets meer, om die over te vervoeren, ziedaar wat zij slechts behoeft, en indien zij meer begeert, en zulke stationspleinen verlangt en door uw medewerking verkrijgt, dan zal zij wel haar eigen prosperiteit bewerken, maar niet ten koste van ónze commerciële welvaart. Maar nee! die zult gij niet aan haar opofferen! Gij zult niet willen, dat, wanneer een later nageslacht uw namen noemt, het bij ieder van u uitroept: ook hij behoorde tot het getal van degenen, die de grondsteen hebben gelegd van het gebouw, dat de ondergang heeft veroorzaakt van de handel van Rotterdam.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

11 Februari 2020