(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Schepen in Rotterdam in oorlogstijd
In mei 1940 konden in de Rotterdamse haven liggende schepen niet ontkomen aan de greep der indringers. Dit was een gevolg van het feit dat de Duitsers na hun zo verraderlijke overval direct de Nieuwe Waterweg hadden versperd met talloze magnetische mijnen. Van de vloot van de Holland Amerika Lijn lagen op 10 mei 1940 zes schepen in de thuishaven. Hierbij bevond zich ook het fraaie 28.291 brt (bruto registerton) metende s.s. (stoomschip) "Statendam". Dit schip lag aan de Wilhelminakade evenals de "Veendam" en de "Boschdijk".
De Wilhelminakade was reeds spoedig na de overval afgesloten, omdat de Duitsers de Stieltjesbrug bezetten. Bij het hevig gevecht om het bezit van de Maasbrug kwamen de terreinen van de Holland-Amerika-Lijn toen praktisch in de frontlinie te liggen, want ter hoogte van de Wilhelminakade bevond zich een Nederlandse torpedoboot die de brug onder vuur nam. Door het schieten, alsmede door de bommen, afgeworpen door de talrijke vliegtuigen, brak reeds spoedig brand uit in één der pakhuizen, doch onder een kogelregen slaagde het personeel van de H.A.L. (Holland-Amerika-Lijn) erin het vuur meester te worden. Op de schepen die aan de kant lagen, kon men zich niet aan dek vertonen want, dan werd vanaf het Noordereiland direct door de Duitsers geschoten. De eerste dag bleven deze schepen voor grote onheilen gespaard, doch op de 11e mei plaatsten de Duitsers mitrailleurposten op de "Statendam". De nog aan boord vertoevende Nederlanders gelastten zij onder dek te blijven, doch zeer begrijpelijk gaven deze er de voorkeur aan het schip te verlaten en zij slaagden hierin door gebruik te maken van een "breakdeur" op één der lager gelegen dekken. De "Statendam" lag toen spoedig onder vuur en in de middag van 11 mei zag men vanaf de rechteroever, dat er brand was ontstaan op het voorschip en 's avonds stond het fraaie schip reeds in lichterlaaie. De directie van de H.A.L. verzocht toen aan de Nederlandse militaire autoriteiten om met een granaatschot de "Statendam" tot zinken te brengen om zodoende de omvang van de brand zoveel mogelijk te beperken, doch dit verzoek werd niet ingewilligd. Vanaf de rechteroever werd nog een drijvende brandspuit naar de "Statendam" gezonden, doch de Duitsers namen dit vaartuig onder vuur waardoor de schipper werd gedood. Zondag 12 mei raakte ook de "Boschdijk" in brand; zowel dit schip, alsmede de "Veendam", had men ook moeten verlaten toen de Wilhelminakade onder vuur kwam te liggen.
In de Rijnhaven bevonden zich de "Dinteldijk", de "Drechtdijk" en de "Damsterdijk". Hoewel minder ernstig dan aan de Wilhelminakade, geraakten zij die aan boord van deze schepen waren, eveneens in een gevaarlijke positie. In één der ruimen van de "Dinteldijk" brak reeds vrijdagmorgen brand uit in de lading, vermoedelijk als gevolg van de talrijke door de Duitse vliegmachines uitgeworpen brandbommen. Ondanks hevige beschieting trachtte men deze brand met water te blussen, doch door de hevige rookontwikkeling, ontstaan door de vethoudende lading, was men genoodzaakt die pogingen op te geven. Daarop werden de buitenboordkleppen van de lensleiding geopend en toen het schip langzaam vol water liep, beperkte de brand zich tot het voorruim. De Veendam bleef door een wonder gespaard, terwijl de gebouwen op de Wilhelminakade in vlammen stonden. Eén der op die kade geplaatste kranen viel brandend op het achterschip van de "Veendam". De "Drechtdijk" en de "Damsterdijk" ontkwamen aan de vernietiging, doch beide schepen werden evenals de "Veendam" later door de moffen geroofd. Na mei 1945 werden zij alle drie in desolate toestand in Duitse havens teruggevonden. De fraaie "Statendam" ging totaal verloren en het wrak werd voor de sloop verkocht. De "Dinteldijk" werd in september 1944 door de Duitsers in de Waterweg tot zinken gebracht met de bedoeling de vaargeul te versperren.
Wij kunnen niet nalaten bij het opsommen van deze droevige feiten melding te maken van een bijna vermakelijk optreden van St. Bureaucratius tijdens deze voor ons land zo sombere dagen. Toen men op 11 mei scheepsproviand wilde gebruiken teneinde het vrij groot aantal mensen dat zich op de Wilhelminakade bevond van eten te voorzien, maakte een douaneambtenaar daartegen bezwaar omdat de magazijnen verzegeld waren. Eveneens trachtte hij te beletten dat de loodsen aan de straatzijde werden opengemaakt om te controleren of er soms brand was ontstaan. De oplossing werd toen gevonden doordat ieder die de loodsen betrad, eerst werd aangesteld als "hulpambtenaar". Zo werd onder gruwelijk oorlogsgeweld toch voldaan aan de letter der wet, maar toen de toestand aan de Wilhelminakade steeds benarder werd, bleek deze dienstklopper tenslotte te zijn verdwenen. Van de Rotterdamse Lloyd waren slechts twee schepen in de thuishaven, n.l. het grote passagiersschip "Baloeran" en de "Kota Pinang". De Baloeran was te Rotterdam opgelegd omdat men dit kostbare schip niet wilde blootstellen aan de ook voor neutrale schepen ontstane gevaarlijke toestand op zee. In januari 1941 legde de Duitse marine er beslag op en nadat de "Baloeran" eerst weer was vrijgegeven, werd dit schip verbouwd tot hospitaalschip. Op een reis tussen Rotterdam en Hamburg liep de "Baloeran" benoorden IJmuiden op een mijn of werd getorpedeerd. De Duitsers zetten het schip nog op het strand, doch het werd een totaal verlies. Ook de "Kota-Pinang" werd inbeslaggenomen en ging eveneens in Duitse dienst verloren.
In de andere havens van Rotterdam lagen in mei 1940 de hieronder genoemde koopvaardijschepen. Daarvan werd geen enkel schip tijdens de meidagen vernietigd, maar zij werden tijdens de meidagen geroofd. Verschillende van deze schepen gingen in vreemde dienst ten onder en die welke werden teruggevonden, waren ernstig beschadigd of sterk uitgevaren. Aldebaran, Alkaid, Aludra, Batavier III, Batavier IV, Oranjefontein, Orestes, Irene, Noordwijk, Randwijk, Zonnewijk, Gouwe, Maas, Rijn, IJssel, Wolsum, Maasburg, Stad Dordrecht, Kerkplein, Noordplein, Westplein, Schokland, Theano, Jonge Willem: de tankers Coryda, Etrema, Omala, Perna, Phobos, Papendrecht en de kustvaartuigen Eems, Frisia, Gerrit, Havik, Import, Koert, Nautilus, Nyenburgh, Oise, Roberta, Tinda, Vesta, Wilhelmina. Ook de schepen die in aanbouw waren op de verschillende werven, eigenden zich de Duitsers toe. Zij lieten deze vaartuigen afwerken om ze voor hun doeleinden te benutten. Dit vond o.a. ook plaats met de "Westerdam" van de Holland-Amerika-Lijn. Bij een bombardement door de R.A.F. zonk dit schip aan de werf, waarop de Duitsers het lieten lichten en afwerken. De "ondergrondse" bracht daarop de "Westerdam" tot zinken door het opendraaien van buitenboordkranen en na wederom te zijn gelicht, slaagden "verzetshelden" erin, met behulp van een kano, het schip voor een derde maal onbruikbaar te maken. Na mei 1945 werd de "Westerdam" nogmaals boven water gebracht en was toen vrij spoedig gereed voor de dienst tussen Rotterdam en New-York.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|