Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Afzetting en herstelling te Rotterdam van Ds. J. Scharp

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Scharp en klik op ENTER




Afzetting en herstelling te Rotterdam van Ds. J. Scharp

Hertaling.

Uit: J. Scharp, een predikant uit den patriottentijd.



Eén van de zes verhalen over Scharp, nieuwsgierig naar de andere vijf?

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Scharp en klik op ENTER




Door de in het vorige hoofdstuk aangegeven beginselen moest Scharp bij de verandering van de staat van zaken wel in botsing komen met het gezag, dat de macht in handen kreeg.
Fier had hij in 1791 gezegd: "Ik behoor niet tot het getal der lieden, die naar tijdsomstandigheden van gevoelens en taal veranderen, gelijk men van klederen verwisselt na het seizoen". Dit zou hij kunnen bewijzen.

Het was nu het jaar 1796 geworden. De omwentelingsgeest had gezegevierd. Willem V was naar Engeland uitgeweken. De Bataafse Republiek was uitgeroepen en men was ijverig in de weer met het ontwerpen van een nieuwe constitutie, die uit erkenning der volkssoevereiniteit zou worden opgebouwd. De nieuwe staat van zaken eiste, dat allen, die een openbaar ambt of een openbare betrekking bekleedden, de eed van trouw werd opgelegd aan de beginselen, die door de Provisionele Representanten als de grondslag van de aan te brengen veranderingen waren uitgesproken. Zo meende en verordende men.
Reeds was tot driemaal toe het formulier van die eed veranderd, vanwege de bezwaren, die ertegen ingebracht werden, en nog had op 23 april (1796) het Provinciaal Bestuur van Holland besloten de predikanten tot nader order vrij te stellen. Daar komt op 23 juni het besluit, dat zij zich op straffe van demissie binnen korte tijd in de eedsaflegging hebben te schikken. Het formulier luidde nu:

"Ik beloof onderwerping aan zodanige regeringsvorm, welke, gegrond op de oppermacht des volks thans provisioneel bestaat en in het vervolg finaal zal worden gesteld; en nimmer met woorden of daden te zullen medewerken aan de herstelling van het vernietigd aristocratisch en erfstadhouderlijk bestuur".

Nu geraakt Scharp in moeilijkheden. Hij erkent ten volle, dat de overheid ten allen tijde het recht heeft onderwerping aan haar gezag te eisen. Maar deze belofte houdt een staatkundige belijdenis in, die de zijne niet is. Vóór alle dingen verlangt hij in overeenstemming met zijn ambtsbroeders te handelen. Allen voelen zich door de eed bezwaard, maar menen, dat deze voor een andere uitlegging vatbaar is. Zij achten zich niet verplicht door een declaratoir bij het afleggen van een belofte, die enigszins dubbelzinnig is, de mening van hun hart te verklaren. Scharp wil er voor de oprechtheid een verklaring bijvoegen, namelijk deze, dat hij zich niet verbindt tot iets, dat strijdig is met hetgeen door de tegenwoordige regeringsvorm erkend is als het onvervreemdbaar recht van het volk en van elke burger, waarbij hij dan de artikelen uit een publicatie aanhaalt, die zeggen: "Elke burger heeft het recht van petitie omtrent 's lands zaken"; - "Het volk heeft ten allen tijde het recht om zijn regeringsvorm te verbeteren of een geheel andere te kiezen".

Zijn oprechte houding maakt blijkbaar indruk op zijn ambtgenoten. Nog op de morgen van de dag, waarop de predikanten tot de eedaflegging op het stadhuis zijn opgeroepen, komen zij samen, maar ongelukkigerwijs is diezelfde morgen de tijding gekomen, dat drie Haarlemse leraren wegens het overgeven van een verklaring bij het doen der belofte waren afgezet. Nu is er geen beraad meer, niemand is meer genegen zich bij de verklaring van Scharp aan te sluiten. Hofstede ook niet, hij, die eens geschreven had: "liever wenende Oranje tot over de Jordaan te willen volgen, dan met Absalom te Jeruzalem te willen banketteren". Nog trachtten allen Scharp tot hun zijde over te halen. Tevergeefs. En als zij later voor de commissie staan, die de eed afneemt, is er bij niemand enige weigering. Alleen Scharp voegt er de bovengenoemde verklaring bij.

Maandag wordt hij daarover voor de volle Raad geroepen. Hij licht zijn standpunt nu verder toe, legt duidelijk uit dat hij de belofte niet weigert, maar slechts de zin bepaalt, die voor het Gouvernement voldoende is; hij hoort zelfs een der Raadsleden zeggen: "in die zin, in die zin, wat zou het anders voor zin hebben?" - moet herhaaldelijk buiten staan, maar het eind is, dat de voorzitter Blondel hem vraagt , ja of nee te antwoorden. Scharp zegt: Ja, conform de publicaties. Daarop wordt hij in zijn bediening geschorst en zijn zaak nog dezelfde dag aan het Provinciaal Comité van Holland overgebracht, waardoor hij wordt afgezet.
Het spreekt vanzelf dat de houding van Scharp verschillend beoordeeld werd. Er waren er, die hem in strijd probeerden te brengen met zijn ambtsbroeders, en in zijn gedrag een beschuldiging van veinzerij voor hen zagen. Met grote verontwaardiging werpt Scharp dit van zich.

Men hield destijds sociëteit boven de Beurs. Daar schijnen de wapenen tegen Scharp gesmeed te worden en zij zijn niet altijd van het fijnste staal. Zo treedt een ongenoemde tegen hem op, Sincerus Philantropos, die zich voordoet als een vreemdeling te Rotterdam, er nu en dan vertoevende.
Maar destijds was Rotterdam nog niet zo groot. Scharp is erachter gekomen, wie zijn beschuldiger is. Hij noemt hem zonder omwegen "een vermomde lasteraar, een lichtschuwende nachtuil, die van liegen geen zonde maakt". Hij was door hem onder de verdenking gebracht, dat hij door zijn eedweigering de gemeente tegen andere leraren had opgezet. Als de onbekende dit in een tweede pamflet aan het geëerd publiek, voor anderhalve stuiver te koop, staande houdt, dan stuift Scharp op om nu in een tegen pamflet zijn vermomde en leugenachtige vijand te vernietigen.
En een zekere Vrijhart schreef tegen Scharp in de Nationale Bataafsche Courant, nummer 4, anno 1797, waartegen een onbekende ten zijnen gunste een brochure richtte.

Maar verre het merendeel der gemeente oordeelde anders. Door haar werd zijn kloeke daad hoog gewaardeerd. Dit bewijzen de vele pogingen, die gedaan zijn om vernietiging van dit besluit te krijgen. Veel rekwesten en memories door hemzelf, gaan naar Den Haag, persoonlijke bezoeken aan de president, een commissie uit de kerkenraad, die alles te baat neemt wat men kan, ook het gezag van dit lichaam ten gunste van Scharp in de schaal te leggen. Niets mocht baten. Eenmaal kwam een adres ten zijnen gunste bij de kerkenraad in met 8338, later gaat er een naar Den Haag, door zes burgers overgebracht met 5396 handtekeningen, waaronder van Lutherse mensen, Roomsen en Joden. Als de Raad der gemeente is veranderd, ziet hij zich eindelijk - het was toen februari 1798, bijna twee jaar na zijn afzetting - in het gelijk gesteld. De nieuwe Raad spreekt zelfs van "ene demissie bij surprise genomen". Maar als hij hoopt daardoor in Den Haag recht te zullen krijgen, ziet hij zich teleurgesteld. Daar heeft men wel wat anders te doen. Ook wordt hij door een rekwest van de sociëteitsleden boven de Beurs tegengewerkt. Men verwijst hem van de een naar de ander. Het Administratief Bestuur meent tenslotte, dat de zaak bij de Constitutionele Vergadering behoort! De Constitutionele Vergadering! Maar zij had het in die dagen juist zo druk met het ontwerpen van nieuwe staatsregelingen, die door het volk weer werden afgestemd. Voor de belangen van een enkeling is bij haar geen gehoor. Nu was Scharp's geduld ten einde. Hij geeft zijn pogingen op en, nadat hij andere aanbiedingen had afgewezen, aanvaardt hij het beroep naar Loga in Oost Friesland dat juist ongevraagd tot hem gekomen was.

Aandoenlijk is het afscheidswoord, waarmee hij schriftelijk zijn geliefd Rotterdam vaarwel zegt. Zijn hart leed eronder.

"Nu zal geen broederlijke handdruk van mijn ambtgenoten, geen gemeenschap met mijn gemeente, geen dankbaarheid van mijn leerlingen, geen omgang met mijn vrienden, geen omhelzing van mijn maagschap, geen tederheid van die kinderen, wier onderwijs en opvoeding mij verplicht hen achter te laten, mijn gevoelig hart een geruime tijd verkwikken". Eén kind, dat gedurende deze zijn ballingschap werd geboren, maar kort daarna stierf, heeft hij nimmer aanschouwd.
Als er onder deze behandeling bitterheid in zijn hart zou zijn opgekomen, dan zou dit zeer verklaarbaar zijn geweest. Het verblijdt ons het bewijs van het tegendeel te kunnen leveren. Wij vinden de stemming van zijn gemoed neergelegd in een vers: Gedachten op mijn 40ste verjaardag (16 augustus 1796), waarvan het refrein is: God is goed. Wij nemen er deze coupletten uit over:

Een paar jaar bracht hij te Loga door (24 juli 1789 - 26 oktober 1800). Van die tijd is ons weinig bekend. Van der Aa, zegt ervan: "hij genoot er hoge achting en stichtte veel nut onder de uitgeweken Oranjegezinde krijgslieden en officieren".

Scharp was zeer gelukkig, toen de post bij hem aankwam, dat hij in zijn vorige rang werd hersteld. De brief, waarmee hij dat bericht beantwoordt, is gedateerd: Loga, 30 september 1800. Nadat hij op 26 oktober zijn afscheid te Loga gepredikt had (op de voorgaande zondagen nam hij afscheid te Emden en te Leer), vinden wij hem reeds op 21 november met loffelijke getuigschriften van de Graaf van Wedel, van de ambtman Reimens en van de kerkelijke autoriteiten te Loga in de kerkenraad te Rotterdam. Met gepaste toespraken van de preses Hoog en van hemzelf neemt hij daar zitting en "men gaf onderling met warme aandoening de hand van broederliefde". Twee dagen later deed hij zijn intrede in zijn oude gemeente voor een schier ontelbare schare, met de juist gekozen tekst: Philipp. 1: 8 - 12. Groot was de blijdschap der gemeente. Aan lierzangen ter zijner ere geen gebrek. J.W. Bussingh zag er wel zes. Niet allemaal getuigden ze van dichterlijk talent, maar wel van geestdrift, zoals bijvoorbeeld deze:

Bij zijn wederkomst ademde alles blijdschap, vrede, verzoening. Velen, zo getuigt hij zelf, van zijn vorige tegenstanders zijn van toen af bestendige hoorders, sommigen zelfs zijn ware vrienden geworden. Nog zesentwintig jaar heeft hij de gemeente mogen dienen en in het eerste kwartaal van de negentiende eeuw weer veel beleefd en onder alles medegeleefd, maar ik vind geen aanwijzingen, dat hij zich onder de overheersing van Napoleon andermaal heeft blootgegeven. Hij zal zich toen zwijgend in de toestanden geschikt hebben.
Maar als Oranje terugkeert en negen december 1813 Rotterdam zal bezoeken, dan getuigen zijn leerrede en zijn toespraak tot de Vorst weer van de oude liefde in Scharp's hart. Ook zijn lierzang uit dat jaar wordt geroemd.

Voorts heeft hij zich aan zijn ambtelijk werk gewijd, maar daarvan laat zich uit de aard der zaak weinig verhalen. Tot dat werk behoorde voor zijn demissie de wekelijkse catechisatie in het Diaconiehuis en om de veertien dagen de "preekoefening" in het Proveniershuis. In zijn feestrede bij zijn 25-jarige ambtsvervulling meent hij zich te moeten verontschuldigen over zijn huisbezoek. "De lust tot thuis blijven, die met de jaren vermeerdert, de zucht tot studiën, die bij mij nog niet is uitgeblust, veelvuldig ambtswerk en vooral eeuwigdurende aftrek door allerlei - dikwijls onbeduidende - dingen, zijn hiervan de beletselen". In de kerkenraad schijnt Scharp zich niet veel bewogen te hebben. Zelden wordt zijn naam in de handelingen van de Grote Kerkenraad genoemd.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

16 Juli 2018