Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Achter de schermen: "Oase"

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Achter de schermen: "Oase"

Uit: Echt Rotterdamsch!

door A. Mineur.

Hertaling.

De Rotterdammers, zoals ik die kende, waren niet bepaald beroemd om hun liefde voor de kunst. De gemiddelde Rottestadbewoner was een beetje te nuchter, te droog en te zakelijk, om zich veel met kunst in te laten. Hij beschouwde ze als iets overbodigs, als een liefhebberij voor enkelen - zo niet als een dwaasheid. Tot deze laatste opvatting droeg niet zelden de malloterige aanstellerij van veel artiesten bij, die hun best schenen te doen, om door een al te opzichtige, of excentrieke kledij zichzelf in opspraak te brengen. Waarbij dan vaak nog een vrij ongeregelde levenswijze kwam. Als het gros van het publiek een man met een breedgerande slappe hoed, een fluwelen buis en een flodderdas zag, dan lachte het spottend: "weer zo'n artiest!" - en dacht er het zijne van.

Niet weinig van dat soort "dienaren der kunst" waren echter maar alleen artistiek aan de buitenkant. De echte kunstenaar van onze tijd acht het niet nodig, zijn faam te ontlenen aan het feit, dat hij min of meer voor gek loopt. En met zijn grotere bezonnenheid, waardoor hij zich niet langer in egocentrische gehechtheid aan zijn werk opsluit en zich van de gewone burger isoleert, maar het als een roeping beschouwt, zijn volk door de kunst te dienen, ging ook gepaard de verdwijning van de "gangbare" opvallende artiestenplunje. Er kwam een groter en inniger contact tussen artiesten en samenleving, al is de kunstenaar in Rotterdam nooit bijzonder door het publiek verwend geweest.

Was er dan helemaal geen interesse voor de kunst in onze Maasstad? Het zou onjuist zijn zulks te beweren. Verenigingen tot bevordering van toon- en danskunst, van beeldende kunsten, toneel- en voordrachtkunst leggen van die belangstelling getuigenis af. En, vooral niet te vergeten: de Rotterdamse Academie, waar door bekwame leraren uitstekend onderwijs werd gegeven en waar zij, die aanleg en talent hadden, gelegenheid kregen, tegen betrekkelijk geringe financiële offers, naar model te werken.
Daarnaast hebben de algemene en de R.K. Volksuniversiteit het hunne voor de kunst gedaan, inzonderheid voor het toneel, door toneelgezelschappen van betekenis te Rotterdam te introduceren en te steunen bij hun pogingen, om betere stukken ingang te doen vinden, dan de populaire "draken". Met dat al heeft het toneel - vooral toen de bioscopen een, vaak van weinig kunstzinnigheid getuigende, voorliefde verwierven en de vertoningen van geluidfilms velen een equivalent toeschenen voor toneelvoorstellingen - een zware tijd gekend, sinds de dagen, dat Catharina Beersmans, Willem van Zuylen, Marie van Eysden-Vink en Alida Tartaud hier triomfen vierden.

Het was voor niemand een geheim, dat de betere stukken het juist slecht deden. Voor goede toneel- en andere kunst had de gemiddelde Rotterdammer, helaas, maar bitter weinig geld over. Als hij er nog wat voor voelde, dan accepteerde hij kunst als een cadeautje. Hij vergat, dat ook de kunstenaar en de mensen, die een Schouwburg of een Concertgebouw exploiteren, moeten leven. Was er een vrijkaartje te bemachtigen, dan was hij wel van de partij. Gratis openluchtconcerten, in het Park, of elders, werden door talrijke gegadigden bijgewoond. Men had ook klaplopers, die een concert in de Doelentuin "bijwoonden", door een hele avond buiten de ommuring te staan luisteren.
Toneelstukken, die in de Schouwburg niet gingen, omdat de prijzen der plaatsen te hoog werden geacht, deden het wel, als de Volksuniversiteiten zich ervoor spanden en zogenaamde "populaire" prijzen wisten te bedingen. Ja, de Rotterdammer kon wel wat al te erg "op de koopies (koopjes) lopen" - vooral, als het om dingen van cultuurbelang ging. Voor boeken of kunstvoorwerpen was hij niet gauw geneigd, veel uit te leggen. Tot zover onze losse opmerkingen over ons openbare kunstleven.

Te midden van deze geestelijke woestenij voor de kunstenaar, waarin de producten van zijn talent en genie een kale en dorre bodem vonden, in zoverre dat ze nauwelijks het voedsel kregen van de morele en materiële steun, die ook de artiest behoeft, om te kunnen leven en werken, vonden de mannen van de kunst een gelegenheid tot geestelijke verademing, verkwikking en verfrissing, die zij de veelbetekenende en goedgekozen naam hadden gegeven van "Oase". Het was een trefpunt van kunstbroeders, waar zij zich konden vermaken, maar waar zij ook tijd en lust vonden, om van elkanders kunstzinnige uitingen te genieten.
Van bevriende zijde geïntroduceerd, ging ik er af en toe eens een kijkje nemen. Het was een mooie, aangename en gezellige ruimte, daar in de daketage van "Atlanta" - overigens wel een beetje hoog gelegen voor een "oase" - waar de artiesten hun onderonsje hielden. Aan de wanden en tegen de ramen was een aantal, door leden vervaardigde, schilderstukken aangebracht, welke aan de zaal een artistiek aspect gaven. Voor het merendeel waren ze decoratief, in de goede zin van het woord, opgevat. Alle van dezelfde afmeting, doch zeer uiteenlopend van onderwerp. Alles getuigde intussen van een originele visie en droeg een fris cachet - kortom: het was artistiek verantwoord.

We kwamen bij ons eerste bezoek wel een beetje vroeg: tien uur in de avond immers is voor een kunstenaar nog niet de meest geschikte tijd voor inspiratie, vooral wanneer het humor en originele invallen geldt. De zaal was pas voor een derde bezet. Hier en daar zaten aan een tafel artiesten in clubjes bijeen. Er heerste aanvankelijk nog een typisch Rotterdamse stroefheid, die pas verdwijnt, als men in de conversatie een beetje warm begint te lopen en de sfeer van gereserveerdheid plaats maakt voor die van grotere intimiteit. De meeste gasten kwamen pas om elf uur of later aanzetten: ja, tot twaalf uur, half een, zagen we nieuwkomers binnentreden. En, met het stijgen van het aantal aanwezige clubleden, steeg ook de geanimeerdheid van de gesprekken.
Er was goede grammofoonmuziek - merendeels bijzondere, welgekozen platen - afgewisseld door luchtige walsjes waarop werd gedanst. Want, ook de dames ontbraken niet in deze gezellige bijeenkomsten. Er werd gedeclameerd, pianogespeeld en gezongen, alles door artiesten van reputatie.

Nu en dan werden er ook schetsavonden gearrangeerd, die altijd zeer in trek waren. Bij zulke gelegenheden dienden sommige aanwezigen voor model en werden dan dikwijls treffend, maar ook opzettelijk zwaar gechargeerd, uitgebeeld. Er waren schrijvers, die uit eigen werk, of ook wel uit dat van anderen, voorlazen. Kortom: het was zo afwisselend, als men maar wensen kon.
In elke bijeenkomst viel er iets nieuws te beleven. Zo waren er kleine exposities, waar etsen en tekeningen en schilderijen werden tentoongesteld, telkens door een andere artiest. De aanwezigen schaarden zich dan in groepjes vol aandacht voor deze artistieke scheppingen en gaven gepaste, voorzichtige en overwogen kritische beschouwingen ten beste. Ook de voordrachtavonden, die af en toe gegeven werden, waren een bron van geestelijk genot.

Een bijzondere attractie vormden de Carnavalspartijtjes met gekostumeerd bal. Dan kwamen de artiesten, wat je noemt, ècht los en kregen ze de zotste invallen. Zo zag je, bijvoorbeeld, op een gegeven ogenblik het hele gezelschap in processieformatie de trappen afdalen en zich naar de benedenzaal van "Atlanta" begeven, tot grote hilariteit van de nietsvermoedende gasten, die daar zaten. Sommige deelnemers aan de optocht hadden reusachtige koppen opgezet, of waren gekleed in oosterse gewaden. Je zag er Julius Caesar lopen, naast Piet Hein, of Vondel, naast Abraham Kuyper. Anderen waren "getooid" met dierenkoppen, zoals op schilderijen van Jeroen Bosch.
Er waren herderinnen en feeën, vol lieftalligheid en gratie, terwijl sommige deelnemers aan de maskerade meer het grappige genre gekozen hadden en zich allerkoddigst en komiek aanstelden. Je moest wel een onverbeterlijke knorrepot zijn, als je je daarbij niet kon amuseren en je zonder lachen kon houden. 't Is gek: ze zeggen, dat de meeste mensen met een masker voor lopen. Maar, als ze daarmee allemaal zo gezellig manoeuvreren, als hier de feestelingen gemakkelijk, losjes en vrolijk zich bewogen in hun vermomming, dan verwonder je je erover, dat de wereld er niet een beetje minder triest uitziet.
Een enkele maal kwamen er in de "Oase" ook gasten van elders: toneelspelers, schrijvers, schilders, of beeldhouwers. Voorts werden de clubbijeenkomsten vaak bezocht door introducés: mensen, die, hoewel zelf geen kunstenaars, toch belang in de kunst stelden, of mecenassen, die haar en haar beoefenaars door aankoop van werken, of op andere wijze, steunden.

Om op het gezellig samenzijn in het algemeen terug te komen, na middernacht kwam de prettige stemming er dikwijls pas volmaakt in. Daarbij werd de inwendige mens natuurlijk niet vergeten. Menige dronk en menig hartig brokje herinnerden ons eraan, dat de homo sapiens nu eenmaal niet van brood alleen leeft. De vrolijke dans en de aangename kout maakten mede deze avondjes tot feestelijke gebeurtenissen in het dikwijls zo moeilijke artiestenbestaan.
Om half twee 's nachts werd de thuisreis aanvaard, wat nog niet altijd zeggen wilde, dat men ook werkelijk naar huis ging. Nee, sommigen trokken dan in clubjes naar een of ander atelier in de binnenstad, ergens op een kanjer van een zolder, bijvoorbeeld boven een groot kantoorpand in de Wijnstraat, of in de Leuvehavenbuurt. En, omdat je daar immers geen buren onder je had, hoefde je er niet op je teentjes te lopen. Waarvoor de in feeststemming verkerende artiesten zich dan ook niet de minste moeite gaven!
Zo tegen drie uur 's nachts raakte het gezelschap over zijn slaap heen, hetgeen een aanleiding was, om nog een beetje te blijven plakken. Maar, omdat een mens nu eenmaal een natuurlijke behoefte heeft, om daarheen terug te keren, waar hij zijn dagelijks onderdak heeft, ging men tenslotte toch omstreeks vier uur, half vijf, op huis aan, opgewekt en welgemoed, nog nagenietend van de pret.

Later is "Oase" zo'n beetje in verval geraakt, hoewel nog een paar getrouwen haar in stand hielden. Misschien ging het hier ook wel, zoals elders, en werden er teveel lasten op de schouders van enkelen geladen, terwijl de overigen of alleen van het werk der voortrekkers profiteerden, of het bovendien nog bekritiseerden. Men kent die gang van zaken: bij gemis aan voldoende medewerking, geven ook de meer actieve mensen er de brui aan en trekken zich terug.
Van "Atlanta" verhuisde de "Oase" eerst naar het Paviljoen, op het Slagveld, en, na wat omzwervingen, kwam nog een kleine groep "palstaanders" elke dinsdagavond bijeen bij "Alfred Stock" in de Molsteeg, in hetzelfde pand waarin jarenlang het bekende Oesterhuis van Sonderop gevestigd was. De smalle steeg, die van de Blaak naar de Wijnstraat liep, dankte daaraan haar grote bekendheid.

Zó, als je binnenkwam, vond je rechts van je het buffet. Ter linkerzijde stonden lange tafels opgesteld, waaraan het, onder het genot van een potje bier, of een kop koffie, gezelliger converseren was, dan in "Atlanta". Je zat er knusjes dicht bij elkaar en maakte zodoende gemakkelijker kennis. Bovendien droeg dit trefpunt niet het exclusieve karakter van een sociëteit. Was de oorspronkelijke "Oase" immers alleen toegankelijk voor leden en genodigden, hier kwamen ook de gaande en komende man, hoewel er ook wel gasten verschenen, die wel van komen wisten, maar niet van gaan. Van één hunner vertelde de eigenares mij eens, dat hij precies om elf uur 's morgens gekomen was en klokslag één uur 's nachts opstapte. Al die tijd hield hij het leven op wat drinken en een boterham met leverworst, of een "volkstuintje" (specialiteit van het huis, bestaande uit een boterham met ham of gehakt, of gebakken ei, gecompleteerd met een augurk en wat huzarensla)... "Alfred Stock", met je beurslui, paardenliefhebbers, zeelieden en schippers; je binnenstadwinkeliers, je stamgasten aan tafel, of op krukken "aan de kist"; met je oudejaarsavondviering, die nergens zo gezellig was, als bij jou, en je onvergetelijke "Oase" - velen zullen met genoegen aan je terugdenken!...




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 December 2018