(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Rotterdamse koopvaarders
Op 9 juli 1946 voer het motorschip "Westerdam" onder oorverdovend sirenegeloei en verschillende "watergordijnen" van drijvende havenbrandspuiten langs het Vrijheidsbeeld aan de ingang van de haven van New York. Het eerste trans-Atlantische schip, dat na de oorlog in de vaart kwam, was een Nederlands schip! En daar kwam nog dit bij: het eerste oorlogvoerende land, dat na de oorlog de regelmatige dienst op New York hervatte, was ook Nederland! Als ooit is gesproken over de onverzettelijke wil tot wederopbouw in Nederland, dan is dit gezegde van toepassing op de Holland-Amerika Lijn. Want gemakkelijk is het niet gegaan: van de trotse vloot van 8 passagiersschepen met 149.957 B.R.T. (bruto-registerton), waarover de Holland-Amerika Lijn in 1940 de beschikking had, waren na de oorlog slechts 3 met 62.447 B.R.T. behouden gebleven, doch hiervan was geen enkel schip voor de passagiersdienst beschikbaar. De Holland-Amerika Lijn besloot toen het motorschip "Westerdam", dat begin 1939 in opdracht was gegeven aan de werf Wilton-Feyenoord te Schiedam, en dat oorspronkelijk was bestemd voor de Noord-Pacificdienst, af te bouwen, en in te richten voor de dienst op New York. Doch ook de "Westerdam" was nog lang niet gereed: na 10 mei 1940 vlotten de werkzaamheden aan de bouw niet erg meer, en op 27 augustus 1942 werd het schip door een Geallieerde luchtaanval zo zwaar beschadigd, dat het zonk. Het werd echter weer gelicht, en naar de Wilhelminakade gesleept, waar het verder onafgewerkt bleef liggen tot de bekende "dolle Dinsdag". Hier bracht de B.S. ( Binnenlandse Strijdkrachten) het schip opnieuw tot zinken door het openen der buitenboordkranen. Dit werd echter door de Duitsers bemerkt, en de "Westerdam" werd weer vlot gepompt. Daarna bestemden zij het nieuwe schip als sluitstuk in de versperring van de Nieuwe Waterweg, die zij ter hoogte van Maassluis hadden aangebracht. Opnieuw was de B.S. echter de Duitsers vóór, en wederom zonk de "Westerdam", thans in de Merwehaven. Hier trof men het schip aan na de bevrijding. Na weer vlot gebracht te zijn, werd het in september 1945 naar Wilton verhaald, waar met de afbouw een aanvang werd gemaakt. Wat in de daaropvolgende maanden door de bouwwerf werd gepresteerd, grenst aan het ongelooflijke, en op 5 juni 1946 vertrok de nieuwe "Westerdam" op de proefvaart, en 19 dagen later werd het schip aan de Holland-Amerika Lijn overgedragen. 12.149 B.R.T. werd aan de zo gedunde gelederen van de vloot toegevoegd, en op iedere reis verminderde de wachtlijst van passagiers met 134 personen. De "Westerdam" betekende een waardevolle aanwinst in de moeilijke naoorlogse jaren.
De "Noordam" werd door Amerikanen "The lucky ship" genoemd. Gedurende de gehele oorlog voer de "Noordam", en bewees onschatbare diensten als troepentransportschip voor de W.S.A. (United States War Shipping Administration), onder wier beheer zij gedurende een groot deel van de oorlog was geplaatst. Niet minder dan 70.000 man werden, zonder een enkel ongeval, door de "Noordam" vervoerd, voornamelijk in de Pacific. De "Noordam" was in 1938 gebouwd bij de Scheepswerf en Machinefabriek van P. Smit te Rotterdam; op 28 september van dat jaar vertrok zij voor de eerste maal over de grote haringvijver, zodat zij bij het uitbreken van de oorlog nog geen jaar in dienst was. Zij maakte nog enkele reizen, en werd in het voorjaar van 1940 op de Java-New York Lijn geplaatst, doch ging weldra over naar de Java-Pacific Lijn. Toen de Japanners Pearl Harbor aanvielen, bevond de "Noordam" zich te Soerabaja, en op Nieuwjaarsdag 1942 vertrok zij van Tandjong Priok via Kaapstad naar New York, waar zij op 8 februari aankwam. In deze haven werd zij door de W.S.A. gecharterd, en te Los Angelos werd zij tot troepentransportschip ingericht. Normaal kon de "Noordam" 125 passagiers accommoderen, doch na de ombouw was dit aantal gestegen tot 2198 man. Vanuit de havens aan de Pacifickust maakte zij gedurende 1942/'44 verschillende reizen naar Australië, Nieuw Zeeland, Guadalcanal Esperito Santo e.a. bases. Eerst in juni 1945 ging de "Noordam" via het Panama Kanaal naar Frankrijk, en in de laatste maanden van dat jaar bracht zij de eerste in de V.S. opgeleide Nederlandse mariniers naar Malakka. Eind januari 1946 vertrok de "Noordam" met de eerste 1624 repatrianten uit de Sumatraanse kampen naar Nederland. Na aankomst in de thuishaven werd zij door de Regering vrijgegeven, en daarop door de bouwwerf weer tot passagiersschip getransformeerd. Op 20 juli 1946 was zij het tweede Nederlandse passagiersschip, dat de dienst op new York hervatte. Sindsdien is zij onafgebroken in de trans-Atlantische dienst geweest. Het zusterschip "Zaandam" was minder fortuinlijk. Na een "narrow escape" uit de haven van Tjilatjap op 1 maart 1942, werd de "Zaandam" enkele maanden later, op 2 november, op weg van Kaapstad naar New York, met 169 passagiers aan boord, op enkele honderden mijlen afstand van Recife getorpedeerd en ging verloren. Drie van de overlevenden dreven 83 dagen op een vlot rond, alvorens door een Amerikaans patrouillevaartuig te worden opgepikt, hetgeen een tragisch record betekent in de annalen van de zeegeschiedenis.
Met het stoomschip "Edam" behoort de "Leerdam" tot de enige overlevenden van een klasse van vier schepen, die kort na de Eerste Wereldoorlog werd gebouwd. De "Spaarndam" en "Maasdam" gingen beide in de oorlog verloren: eerstgenoemde liep eind november 1939 in de monding van de Theems op een magnetische mijn, terwijl de "Maasdam" eind juni 1941 viel als één van de slachtoffers van de Slag op de Atlantische Oceaan. Deze vier schepen, die in 1921/'22 waren gebouwd op de Nederlandse werven, waren speciaal ontworpen voor de lijn op Cuba en Mexico en het vervoer van tussendekspassagiers. Toen in de crisisjaren deze dienst niet meer rendabel was, moesten deze ruim 8.800 B.R.T. metende passagiersschepen worden opgelegd. Enkele jaren daarna werden zij verbouwd en ingericht tot normale vrachtschepen, met slechts beperkte passagiers-accommodatie, en als zodanig waren zij onafgebroken tot mei 1940 in de vaart, met uitzondering dan van de hierboven genoemde "Spaarndam". De overige drie schepen waren in mei 1940 's buitenlands, en hiervan ging de "Maasdam" nog verloren. Het schip dat in een beschermd konvooi voer, werd door een vijandelijke onderzeeboot getorpedeerd. Tevens werd nog een tweede schip, dat naast de "Maasdam" voer, en met munitie was geladen, getroffen, en vloog in de lucht, waardoor de schade aan de "Maasdam" nog ernstiger werd, en het schip tenslotte moest worden opgegeven. De "Leerdam" en "Edam" hebben beide gedurende de gehele oorlog gevaren, voornamelijk op de Atlantische Oceaan. De "Leerdam" maakte bovendien van december 1943 tot juli 1944 tochten om de wereld: van Liverpool, via de Middellandse Zee, Karachi, Bombay, Madras, Fremantle, Sydney, Panama en Cuba naar Liverpool terug. De "Edam" werd in april 1941, op weg naar New York, op de Atlantische Oceaan, ter hoogte van de Hebriden, door een Duits vliegtuig aangevallen, doch wist onbeschadigd te ontkomen. Zij maakte enige reizen naar Oost Afrika en de Rode Zee, zowel vanuit Engeland, als vanuit de Verenigde Staten. Na de oorlog zijn beide schepen weer op de trans-Atlantische route in gebruik genomen: de "Leerdam" was het eerste schip van de N.A.S.M. dat de dienst op New York na de oorlog heropende op 13 september 1945. Zij voeren tussen Rotterdam en New York, Baltimore, Newpont News, Boston en Philadelphia. Aan boord bevond zich accommodatie voor 32 passagiers, terwijl deze beide turbineschepen een snelheid hadden van 13 mijl.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|