(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Rotterdam, augustus 1819
Genoeg! Het is de tweede zondag van augustus in het jaar onzes Heren 1819 en men zou de Rotterdammers gevoeglijk in twee klassen hunnen verdelen, waarvan de ene peinst en prakkiseert hoe het aan te leggen om gedurende de komende kermisweken het meeste geld uit des burgers zakken te kloppen, terwijl de andere klasse, die er niets aan kan verdienen, overlegt op welke wijze er voor het minste geld de meeste pret te maken valt. Boeren en burgers, boerinnen en burgeressen, dienstboden en modemaaksters, met hoeden of mutsen op, dames in zijde, heren als modeplaatjes, bedelaars en zakkenrollers woelen ondereen, dringen, stoten, zingen, vloeken, trappen elkaar op de tenen, knijpen - terwijl de lucht vervuld is van duizenderlei geluiden: "Bom, bom, bom!" - "Een cent een magie!" - "Kling, kling, kling!" - "Jufvrelief, eetes en bordje bij me!" - "Neeme jullie nou vast lootjes, dan hoef je straks niet te wachten!" - "Schei uit, je hebt de verkeerde voor!" - "Ha-a-a, hier mot je wezen! Maak dat je d'r bij komt, op het ogenblik begint de explicatie en de uitleg!" - "Houdt de dief!, houdt de dief!" - "Kijk, vijf kippen met één haan!" - "Hier die hoei!" - "En die hoed, die hoed staat je belachelijk" - "Boemerette, pf, pf, boemerette, boemboemboem." - "Ben je nog kwaad op me?"
Boniseur, gestoken in een Turks kostuum, dat de hele wereld kan dragen behalve de Turken, voert een dialoog met Paljas. Boniseur: "Ziezo, mesjeu Paljas, laat nu de muzikanten maar ophouden." Paljas: "Ben je tevreden over de muziek?" Boniseur: "Jawel. Maar ga nu heen en maak het geëerde publiek bekend, dat de door geheel Nederland zo bekende heren etc." Paljas: "Als jullie zo bekend bent, waarvoor mot ik je dan bekend maken?" Boniseur: "Hou je mond, schurk!, (geeft een oorvijg) en laat mij spreken. Hij haalt even adem en schreeuwt dan door de scheepsroeper: "Heden een extra-ordinaire en buitengewone voorstelling door de dames en heren van het groot gepriviligeerde Spaanse paardenrijders-spel" - maar de menigte luistert amper naar hem en blijft even kijken naar de kleine troep op de parade; een enkele vrouw blikt van onder haar hoed-met-lintenwinkel nog eens om naar die ene kunstrijder met zijn zwarte krullenbol, zwarte snor en een paar zwarte ogen die je hypnotiseren, het zal wel de chef van de troep zijn, want hij heeft de grote zweep in de hand. In de ogen en om de scherpe, gesloten mond ligt een eindeloze minachting voor de menigte die door schuifelt naar de zaak van een ander, naar het "Cirque Olympique" van monsieur Blondin. Daar, uit dat van hout en zeil opgetrokken circus, klinken luide toejuichingen, het applaus is er niet van de lucht en zo te horen zit het tot berstens toe volgepakt met mensen. Geen wonder. Want de grote beschilderde doeken en borden op de parade schreeuwen het uit dat als bijzondere attractie geëngageerd is de beroemde Engelse kunstrijder van Ashley's, de grote Andrew Ducrow!
Wil je in de komende weken op de sociëteit en in het koffiehuis nog meetellen dan moet je Ducrow gezien hebben; Ducrow met Marengo, "de schimmel van Bonaparte", Ducrow als Mercurius, Ducrow als gladiator en al die andere plastische standen, die deze begaafde artiest op de rug van het galopperende paard aanneemt, het is de sensatie van deze kermis. De mensen drommen samen voor het etablissement van Blondin, om bij de volgende voorstelling toch maar zeker te zijn van een plaatsje, de toeloop is er zo enorm, dat het "groot gepriviligeerde Spaanse paardenrijdersspel met zijn Turk", zijn donkere directeur en de Paljas helemaal niet meer aan bod komt. 's Avonds laat staat in een koffiehuis aan de Korte Hoogstraat de donkere directeur uit de Spaanse paardenrijderstent aan het buffet. Hij blijkt nog een jonge snuiter te zijn, hij is niet groot en hij heeft zwart kroezend haar. Hij is alleen. Maar juist als hij naar de deur loopt, komt er een ander binnen die hem staande houdt. "Bonsoir, Monsieur le Directeur! Et alors, les affaires?"
De twee mannen schudden elkaar warm de hand. In de stilte die er valt na het korte maar veelbetekenende antwoord van de "directeur", neemt de ander hem even van teen tot kop op. Dan plotseling het onderwerp veranderend: "Die Ducrow is enorm als trekpleister, maar een babbels meneer! Verschrikkelijk! Het zit Blondin tot hier! Vanavond vertelde hij rond, dat hij gewend is om voor koninklijke families op te treden! Hij zal zijn contract hier afwerken en dan gaat-ie door naar Parijs, naar Franconi. En eerlijk gezegd, mon ami, geloof ik dat de baas blij zou zijn als je weer teugkwam! Wat die Ducrow maakt, ken jij ook! Enfin, je hebt nu je eigen zaak. Je hebt nog wel een minuutje? Kom mee, dan drinken we er nog een op de schoonheid van de Rotterdamse mademoizellekes, ha, ha!" Lachend knijpt de ander een dienstertje in de blozende wangen, steekt dan zijn arm door die van de directeur en loodst hem mee naar het buffet.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|