Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De Quarantaine- en Havendienst te Rotterdam in 1926

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




De Quarantaine- en Havendienst te Rotterdam in 1926

De uitvoering der Quarantainewet geschiedde op de gebruikelijke wijze.

Besmet verklaard waren:

wegens pest: de havens van Brits-Indië, behalve Singapore en de Straits Settlements (een verzameling van gebieden van de Britse Oost-Indische Compagnie in Zuidoost-Azië), Griekenland, Turkije, de havens aan de Zwarte Zee, behalve die in Roemenië en Bulgarije, de haven van Lagos, het eiland Madagaskar vanaf 18 november 1926;

wegens pokken: de haven van Rio de Janeiro en Sao Luiz de Maranhao vanaf 30 september 1926.

Gedurende het verslagjaar werden 14511 schepen voor de haven van Rotterdam en 1713 voor die van Schiedam ingeklaard.

Hiervan kwamen 244 schepen met de quarantainevlag binnen en ondergingen quarantaineonderzoek:

Op de overige was ten onrechte de quarantainevlag gehesen; meestal door een misverstand van de kapitein.

Eén schip, namelijk het S.S. "Strathfillam" werd op grond van het feit dat een der opvarenden een liesbubo vertoonde, waarvan de oorzaak niet duidelijk was, in de haven van Schiedam aan quarantainemaatregelen onderworpen, die bestonden uit bunkeren onder toezicht, het aan boord houden van de bemanning en het weren van ieder, die niet om dringende redenen aan boord moest zijn, terwijl de bootwerkers met het kolen laden belast zoveel mogelijk na afloop hunner werkzaamheden een bad kregen, met desinfectie hunner kleren.

Van quarantaineonderzoek waren vrij:

aangezien zij in het bezit waren van een geldig ontrattingsbewijs.

Op 99 schepen werd een rattenonderzoek ingesteld. Vanaf 1 september werd dit zeer beperkt en geschiedde dit door de door het Rijk daarvoor ter beschikking gestelde quarantainebeambte. Deze beambte kreeg opdracht de hem opgegeven schepen dagelijks te bezoeken, totdat zij vertrokken of hun lading geheel gelost hadden en om daarbij het gehele schip na te zien op de aanwezigheid van dode ratten. Indicatie voor het instellen van een rattenonderzoek was in hoofdzaak het vervoeren van rattenlokkende lading na het laatste ontratten in door pest besmette havens ingenomen. Rattensterfte werd geen enkele maal geconstateerd, noch leverde het onderzoek van naar Utrecht gezonden scheepsratten ooit een voor pest positief resultaat op.

In september 1926 werd van het alhier gelegen S.S. "Gunver" opgenomen een patiënt met de waarschijnlijkheidsdiagnose vlektyfus. In afwachting van de uitslag van serologisch bloedonderzoek werd het schip geïsoleerd, het logies ontsmet. Nadat uit Utrecht bericht was ontvangen, dat de Weil-Felix negatief was, werd het schip weer vrijgelaten; de bemanning werd aan boord gehouden, terwijl anderen zoveel mogelijk werden geweerd van het schip. Verder verdachte ziektegevallen deden zich niet voor.

Gedurende het verslagjaar kreeg de Geneeskundige Dienst slechts ééns kennis van het aankomen van een lading ferrosilicium.

In maart deden zich 4 niet dodelijk verlopende gevallen voor van intoxicatie ten gevolge van Calabarbonen, die bij het vervoer per sleperswagen uit een kapotte baal op straat waren gevallen. Een jongen had een 50-tal bonen opgeraapt en er 's avonds met 3 familieleden enkele doorgebeten, resp. een stukje ervan opgegeten. Deze bonen worden hier slechts zelden in kleine partijen voor doorvoer aangebracht voor de geneesmiddelenindustrie, die er physostigmine uit bereidt. Met de importeurs werd, voor zover zij tenminste bekend zijn, afgesproken dat de Geneeskundige Dienst van iedere zending bericht zou krijgen (hetgeen tweemaal gebeurde), terwijl bij het vervoer door de stad politiegeleide aanwezig zou zijn.

In juli bereikten de Geneeskundige Dienst klachten omtrent een invasie van zogenaamde koprakevers in de huizen gelegen in de omtrek van het snijpunt van Leuve- en Scheepmakershaven. Daar ter plaatse werd veel kopra overgeladen uit lichters en in de zeer warme julidagen ontlastten deze een enorm aantal kleine torren, die de huizen binnendrongen en daar veel last veroorzaakten door overal in te kruipen. De havenmeester wees voor dergelijke koprabinnenschepen een andere ligplaats aan. Enige maanden later is aan de Aelbrechtskade een dergelijke plaag waargenomen, afkomstig van kopra en olienoten.

In de aanvang van 1926 deed een cargadoorsfirma het verzoek aan de Geneeskundige Dienst om toezicht uit te oefenen op de uitvoering van enige door de Australische regering voorgeschreven maatregelen tegen het aan boord gaan van ratten op schepen voor Australië bestemd, terwijl tevens gevraagd werd daarvoor een certificaat af te geven. In de loop van het jaar sloten zich twee andere firma's hierbij aan en werd 32 maal het verlangde bewijs afgegeven, nadat gebleken was, dat voldaan was aan de daarin vermelde voorschriften.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

20 Maart 2021