(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Politiek en ziekenhuis te Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog
Reeds spoedig nadat het stadsbestuur in oktober 1941 in N.S.B. handen was gekomen, werd van de zijde van het stadhuis, onder aanvoering van Mr. Dykhuis (toenmaals de gevaarlijke, invloedrijke adjudant van burgemeester Müller), een actie tegen Dr. Hekman, de geneesheer-directeur van het Bergweg-Ziekenhuis, geopend. Er was in de zomer van 1941 voor het eerst een verpleegster in het ziekenhuis komen werken, die lid was van de N.S.B. In de zusterkring was dit al vanaf de eerste dag bekend geworden en met een begrijpelijke terughouding werd deze aanwinst behandeld. Toen haar tijd als vakantiezuster al voorbij was, is over deze behandeling een klacht op het stadhuis aangebracht, die aanleiding gaf tot een eindeloze correspondentie. Men eiste van Dr. Hekman, dat hij zou uitvinden, langs welke weg het bericht van het N.S.B.-lidmaatschap van deze zuster in het ziekenhuis was binnengekomen. Een "enquête" hierover, een half jaar na haar vertrek ingesteld, leverde dankzij de zwijgzaamheid van enkelen en de vergeetachtigheid van velen, niets op. Dykhuis bekogelde Dr. Hekman met schriftelijke verwijten; de burgemeester weigerde hem een onderhoud; tenslotte werd de correspondentie grof en werd de vraag gesteld, of Hekman onbekwaam of onwillig was, om deze "eenvoudige" zaak uit te zoeken. Daar kwam toen nog bij, dat in "Volk en Vaderland" de kameraadskes opgeroepen werden, om leerlingverpleegster te worden en de sollicitaties van veel te jonge meisjes (zestienjarigen o.a.) werden alle naar het Bergweg-Ziekenhuis gezonden, om een ruime keuze te doen uit voor de verpleging te jonge meisjes, die uit een verkeerd milieu kwamen.
Het geharrewar over deze zaken werd nog vergroot, toen de burgemeester eiste, dat een oudere verpleegster, die lichamelijk ongeschikt was, in dienst moest worden genomen. Het was duidelijk genoeg, dat men een "nazificatie" van het ziekenhuis wilde bereiken, volgens het "recept" dat door van Ravenswaay (in 1942 burgemeester van Utrecht) in zijn oude gemeente Zaandam met succes was toegepast en waarvan de bestanddelen in een, voor intern gebruik bestemde voordracht (maar op ruime schaal illegaal verspreid) aan de "Kameraden" waren onthuld. Vóór alles moest het principe zijn: partijdigheid, partij-kiezen vóór gebroodroofde kameraden en tegen de lijdelijk-verzetplegers. Ter "sanering" van het gemeente-apparaat moesten recalcitrante naturen, ondanks een vast dienstverband, worden weggewerkt en vervangen worden door lieden, die steeds klein gehouden waren, of die voor "rechtsherstel" in aanmerking kwamen. De kennis van deze N.S.B.-opvattingen heeft ongetwijfeld als reactie een starre en krachtige afweer tegen nazificatie-pogingen gesteund. Dr. Hekman besloot, na rijp beraad, tenslotte zijn ontslag te nemen, hetgeen hem met ingang van 1 mei 1942 verleend werd, blijkens een door hem op 30 april ontvangen brief.
Aan mij (Mr H.C. Hazewinkel) was automatisch de waarneming van het directoraat opgedragen. Alle kwesties, die Hekman tot heengaan hadden genoopt, waren binnen veertien dagen van de baan. Toen ik weigerde het steriele werk van de enquête weer op te vatten, werd het niet meer nodig geoordeeld; de ziekelijke verpleegster behoefde niet te worden aangenomen - en de leeftijdsgrens voor toelating van de leerlingen werd op 19 jaar bepaald! Vier maanden was het in het ziekenhuis pais en vree, al begreep ieder, dat er wel iets uit de N.S.B.-koker te voorschijn zou komen. En dit was een Haags medicus, L.J. DelBaere, lid van de N.S.B. en van de Nederlandse S.S., die op 25 augustus 1942 kwam mededelen, dat hij 1 september het directoraat zou overnemen. Vóór de komst van deze N.S.B.-figuur en reeds bij het vertrek van Dr. Hekman, had het een punt van ernstige overweging uitgemaakt, of de staf van het ziekenhuis óók zijn vertrek zou aankondigen. Na enkele besprekingen viel het besluit, dat men vooral in een kwetsbaar bedrijf als een algemeen ziekenhuis, zijn patriottisme niet op één lijn mocht stellen met negativisme en dat getracht zou worden, door eendrachtige samenwerking en door het bieden van weerstand de belangen van het ziekenhuis en van de Rotterdamse gemeente-patiënten zolang mogelijk te dienen. Bij dit besluit steunden wij ook op de radio-bevelen van onze regering in Londen, die sabotage op het gebied van volksgezondheid en voedselvoorziening ten sterkste ontraadde. Het bleek helaas niet mogelijk, om hierbij een eensgezind "homefront" tegen de dreigende penetratie te voorkomen.
Men heeft bij de Universiteiten, naar analogie van de groepering van de geestesinrichtingen tijdens het Twaalfjarig Bestand, gesproken van de "precysen" en de "rekkelijken". Ook in ons ziekenhuis kwam onder de assistenten een soortgelijk verschil in opvatting tevoorschijn, en drie "precysen" verklaarden niet onder een N.S.B.- directeur te kunnen werken en namen demonstratief hun ontslag. Desondanks werkten zij een "rekkelijke" tijdstermijn verder, twee bleven nog ruim één jaar, en de derde zelfs langer dan twee jaar hun functie vervullen. Het vraagstuk van de assistenten en hun wisseling bleef in de volgende bezettingsjaren een brandende kwestie, o.a. omdat er verschil van opvattingen was over het al-of-niet "besmet" zijn van de twee afdelingen, die niet onder de medische leiding van de N.S.B.-er stonden en waarvan het meningsverschil bij iedere vacature fel naar voren kwam. Deze moeilijkheden werden nog vergroot door het feit, dat het hoofd van de heelkundige afdeling, Dr. Kingma Boltjes, die door een ooglijden zijn taak al enige tijd niet had kunnen vervullen, in het najaar van 1942 met pensioen was gegaan. De nieuwe directeur maakte niet veel moeilijkheden met zijn personeel, en onthield zich vrijwel van iedere N.S.B. propaganda; hij was inwonend in het ziekenhuis en had zijn huis en gedeeltelijk ook zijn praktijk in Den Haag aangehouden. Men beweerde al spoedig, dat het stadsbestuur zijn N.S.B.-houding te slap vond en men kreeg ook de indruk, dat hij het Rotterdamse ziekenhuis meer als een doorgangsstation voor verdere plannen beschouwde. Een professoraat in Leiden heeft voor hem in 1943 vrij vaste vormen aangenomen, maar ging tenslotte niet door, omdat het, na het "uitbranden van dit horzelnest" (zoals van Genechten de maatregelen tegen de Leidse Universiteit betitelde) niet gelukte, de gesloten oude Oranje-Universiteit met een aantal N.S.B.-hoogleraren weer op gang te krijgen. Daarna kwam, na het ontslaan van enkele medische professoren, een hoogleraar-stoel in Utrecht vacant. Geruchten stelden DelBaere's kansen voor één dezer vacaturen gunstig, maar andere N.S.B.-autoriteiten beslisten, dat DelBaere zou worden " ingezet" bij de Hitler-trawanten en in augustus 1944 vertrok deze medicus, om, zoals de geruchten zeiden, als "pantsergrenadier" te worden opgeleid.
Intussen hadden de verschillende gemeentediensten "gevolmachtigden van de burgemeester" toegewezen gekregen, wier taak o.a. daadwerkelijke N.S.B. propaganda onder het personeel was en die ook de personeelsvoorziening in handen kregen. In snelle opvolging zagen de Gemeente Ziekenhuizen binnen één jaar drie van deze heren de strijd tegen de anti-N.S.B. geest van het overgrote deel van het ziekenhuispersoneel aanbinden. Terecht beschouwden zij daarbij o.a. de adjunct-directrice Zuster Willems als een der figuren, die hun daarbij dwars zat. Haar "weg-te-werken" gelukte pas de derde gevolmachtigde Th. J.M. Hendrikse. In vele adviezen, die hij over personen of zaken van het ziekenhuis aan de burgemeester uitbracht, kwamen stereotype zinnen voor, die het smeulende ontslagvuurtje moesten aanblazen. Samenwerking met deze gevolmachtigde bleek volstrekt onmogelijk. Over zijn pressie, uitgeoefend op een onzer verpleegsters, een geboren Oostenrijks meisje met een Nederlandse opvoeding en Nederlandse opvattingen, die genoodzaakt zou worden, verpleegdienst in haar Heimat te gaan verrichten, ontstond tenslotte een conflict. Nadat de directrice, zowel op vriendelijke als op de meest onhoffelijke wijze, al was aangezegd, dat zij beter deed, haar ontslag te vragen, werd dit conflict aanleiding tot het barsten van de bom: 13 december 1943 kreeg directrice Willems 's avonds haar ontslagbriefje met de mededeling, dat zij de volgende ochtend het ziekenhuis moest hebben verlaten. Ook voor mij was de maat vol, ik vroeg dezelfde avond mijn ontslag als eerste geneesheer en als waarnemend directeur. Een onderhoud met wethouder Klumper op de volgende dag, ter toelichting van deze aanvrage, verliep stormachtig en leverde alleen mijn ontslag als waarnemend directeur op en de toezegging dat ik als afdelingshoofd kon vertrekken, als een opvolger mijn medisch werk kwam overnemen. Het was duidelijk, dat er iemand, die meer in de flank van de N.S.B. heren viel en sympathieën had voor deze post, als nieuwe directrice klaar stond. Inderdaad deed al heel spoedig een zuster Dros, die kennelijk aan deze eisen voldeed, haar intrede.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|