Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Pieter Jansz van der Venne, perkamentmaker aan de oostzijde van de Schie in de Gouden Eeuw

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Schie en klik op ENTER




Pieter Jansz van der Venne, perkamentmaker aan de oostzijde van de Schie in de Gouden Eeuw

Perkament is een wit/geel halfdoorschijnend materiaal. Het wordt gemaakt van ongelooide huiden van kalveren, geiten, schapen etc. Het dunste soort perkament is velijn, afkomstig van pasgeboren lammeren.

De bewerking van de huiden gaat als volgt: de dierenhuid wordt geweekt in stromend water en soepel gemaakt, waarna een drie tot tien dagen durend kalkbad, dat haren en vlees losweekt, volgt. Vervolgens wordt de huid gereinigd met water en op een raam gespannen om in de zon te drogen. Als de huid droog is, worden de rest van de haren en het vlees met een bijlvormig mes weggeschraapt, de huid glad geschuurd met een puimsteen en bedekt met krijt. Het laatste gebeurt om te voorkomen dat de inkt te snel doordringt en uitloopt. Tenslotte worden eventuele scheuren dichtgenaaid en soms worden gaatjes met kleine stukjes perkament dichtgemaakt.

perkamentmaker (40K)

In de winkel van een perkamentmaker met een monnik als klant

Perkament is genoemd naar de stad Pergamum in Klein-Azië. Daar werd het reeds in de tweede eeuw voor Christus vervaardigd om op te schrijven. In de Middeleeuwen werd perkament veel gebruikt voor oorkonden of akten. Het was de ideale drager van woord en beeld. Gladder en sterker en gemakkelijker in gebruik dan papyrus. Papier komt in Nederland pas in de vijftiende eeuw in gebruik.

pergamum (9K)

Het bereiden van het perkament is een onsmakelijke bezigheid. De perkamentmaker stond in een kwade reuk, omdat hij werkte met rottende en hevig stinkende vellen van kadavers tussen mest en maden.
De perkamentmakers moesten buiten de stadspoorten werken en ze werden als uitschot behandeld. Waarschijnlijk was dat vanwege de onwelriekendheid die ontstond bij het prepareren van de dierenvellen.

Pieter Jansz van der Venne is in 1630 vijftien jaar oud en jonggesel. Hij vertrekt dat jaar als cayuitwachter met het jacht de Delfshaven, waarop Johan Burgaer coopman is, naar Oost-Indië in dienst van de Oostindische Compagnie. Pieter benoemt als erfgenamen zijn broer Jan of in zijn plaats zijn zuster Ariaentgen.

Om het familieverband duidelijk te maken, wijk ik even af van de chronologische volgorde en behandel eerst een notariële akte uit 1646.

Op 28 januari 1646 benoemen Pieter Jansz van der Venne, parkementmaecker, en zijn vrouw Cornelia Willems Verbeeck, wonend in de Westwagenstraet, elkaar wederzijds tot universeel erfgenaam. Bij hun huwelijk ontvangen de kinderen een bedrag van 600 gulden. Als Pieter de eerststervende is, is Cornelia gehouden aan zijn naaste familie een bedrag van 6 gulden te vermaken. Als Cornelia de eerststervende is, is Pieter gehouden aan haar naaste familie 300 gulden te vermaken.

Cornelia was de dochter van Willem Willemsz Verbeeck en zijn tweede vrouw Pietertje Marcelisdr, die samen drie dochters hadden.

Reeds in 1641 had Pietertje Marcelisdr aan haar dochter Cornelia de winkel met alle waren, een bedrag van 200 gulden dat zij aan haar schuldig was, evenals nog andere goederen gelegateerd. Verder benoemt ze haar vier kinderen tot erfgenaam.

Marcelis Verbeeck, schoolmeester en vader van Pietertje Marcelisdr, en Pieter Venne, parckementbereijder, bekennen op 31 juli 1645 400 gulden schuldig te zijn aan Adriaen Emmersael.

Op 6 januari 1647 verkoopt Jacob Sijmonsz zijn huis en erf aan de westzijde van de Vijversteech aan Pieter Jansz van der Venne voor een bedrag van 400 gulden.

Harman Harmans, leydecker, verklaart op 8 augustus 1648 van verscheidene mensen geld tegoed te hebben. Hij verzoekt notaris Arent van der Graeff deze schulden te controleren. De schulden zijn o.a. ten laste van Pieter van der Venne met Jan Melten als borg, nog twee schulden ten laste van Pieter van der Venne met Marcelis Verbeeck als borg. Verder hebben veertien andere personen nog financiële verplichtingen aan Harman Harmans.

Pietertge Marcelis, weduwe van Willem Willemsz Verbeeck, geeft op 10 december 1648 te kennen dat zij van haar zoon, Marcelis Verbeeck, 300 gulden heeft ontvangen als restant van 600 gulden die hij schuldig was aan zijn oom Gabriel Marcelis, die te Hamburg woonde en op wiens verzoek hij aan zijn zusters Cornelia en Soetgen Verbeeck resp. 200 en 100 gulden heeft uitgekeerd, als legaat door hun oom aan hen vermaakt.

Pieter van der Venne, parckementbereyder, bekent op 6 januari 1649 300 gulden schuldig te zijn aan Gerrit Barentsz Hassingh, wijncoper, voor het verrichten van werkzaamheden in zijn tuin met materiaal van Lodewijck Tack. De schuld is op 12 februari 1649 afgelost. Borg hiervoor stond Salomon Louriss Withoux.
Dezelfde Withoux machtigt diezelfde dag Pieter van der Venne, om aan Adriaen Willems Balckenende een tuin/boerderij, gelegen aan de westzijde van de Vijverstege, in eigendom over te dragen.

Op 3 maart 1649 verklaart Pieter van der Venne, parckementbereyder, de somma van 400 gulden schuldig te zijn aan David Michielsz van der Linden. De schuld is afgelost op 29 mei 1649.

Annetje Willemsdr, weduwe en - volgens testament d.d. 1 januari 1642 gepasseerd - erfgename van Lodewijck Tack, machtigt op 27 oktober 1649 haar zoon Pouwels Tack, om aan Pieter van der Venne, parckementbereyder, over te dragen een tuin met tuinhuisje en loods, gelegen aan de oostzijde van de Schiekade buiten Rotterdam, op voorwaarde dat Van der Venne een custingbrief zal verlijden t.b.v. Jan Cornelisz Meppel, alhier.
Op 9 november 1656 machtigt Cornelia Willemsz Verbeeck, weduwe en boedelhoudster van Pieter Jansz van der Venne, Jan Cornelisz Bodegraven om geld te vorderen en te ontvangen van debiteuren te Amsterdam en Utrecht en in Zeelant dat haar privé of in compagnie met de voornoemde Bodegraven toekomt en om haar belangen te behartigen en de zaken verder af te wikkelen.

Hiermee eindigt de geschiedenis van Pieter Jansz van der Venne, perkamentmaker aan de oostzijde van de Schie in de Gouden Eeuw.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

18 Maart 2015