Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Een Rotterdammer vertelt over het Oude Westen

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Een Rotterdammer vertelt over het Oude Westen

Graag zou ik u de oude stadswijk laten zien. Want wie deze stadswijk kent, kent de stad. Het zijn niet de representatieve gebouwen, die de stad haar karakter geven. Het zijn over het algemeen niet de gedeelten, die men een Amerikaan laat zien, die de hartader van de eigenlijke stad vormen. Het hart van Rotterdam is de haven en het zijn de wijken, waar de havenarbeiders en de fabrieksarbeiders wonen. Het is ons om mensen begonnen. Mensen, die twee derde van elke dag in de wijk verkeren. Het is ons begonnen, niet om de mannen alleen, maar ook om de vrouwen en kinderen. De duizenden, die de wijk maken tot de volkswijk en die door de wijk gemaakt worden tot de massa. Wij willen mensen zien. Mensen, zoals ze zijn en niet zoals ze in onze verbeelding bestaan. Om ze te zien moeten we de wijk in. We moeten de woningen binnengaan. We moeten met ze spreken. We moeten wat voor ze doen en we moeten ze wat voor ons laten doen. Nee, niet als een vreemde, een toerist, die in een paar uur de stad "doet", maar als iemand, die de wijkbewoners langzamerhand hebben leren kennen. Die ze hebben leren vertrouwen. Van wie ze weten, dat hij een gewoon mens is, die het leven kent. Die hún leven kent. Die begrijpt en daarom klaar staat om te helpen met woord en daad. Die zelf ook graag geholpen zou worden. Laten we dan samen de wijk binnengaan. Zo maar een wijk uit Rotterdam. Zoals er zovele zijn. Laten we er eerst eens doorheen wandelen.

Het Oude Westen

Het Oude Westen van de stad is na het bombardement sterk toegenomen in betekenis voor geheel Rotterdam. De Kruiskade, de Middellandstraat, de Oude en Nieuwe Binnenweg behoren tot het hart van Rotterdam en in de letterlijk volgepropte straten tussen Kruiskade en Binnenweg klopt het Rotterdamse leven in al z'n spontane felheid. Het wegvallen van de oude binnenstad heeft een grote wijziging gebracht in het karakter van de wijken, die de rand van de binnenstad vormden. Vele gezinnen, die nu eenmaal van oudsher in het oude Rotterdam thuishoren en zich daar ook alleen maar thuis voelen, hebben zich in het Oude Westen gevestigd. De Gouvernestraat, de St. Mariastraat, de Van Speijkstraat - om er maar enkele te noemen - zien er heel anders uit dan 25 jaar geleden. De wijk is inderdaad volgepropt. Er wonen meer mensen, dan ooit voor mogelijk is gehouden. Van kelder tot zolder - alles zit vol. In veel woningen slapen de kinderen op matrassen, die 's avonds uitgelegd en 's morgens wegens ruimtegebrek weer opgestapeld worden in een hoek van de kamer. De wijk is ook volgepropt met bedrijven. Reparatiewerkplaatsen voor auto's, opslagplaatsen voor oud-ijzer, papier, hout, enz. Als u het echte stadsleven wilt leren kennen, loop dan eens over de Kruiskade, ga de Gouvernestraat door, helemaal tot de Binnenweg, ga rechtsaf de Binnenweg op tot de Van Speijkstraat en loop weer terug naar de Kruiskade. Dan hebt u Rotterdam gezien.

Neem er de tijd voor

Zo'n wandeling kunt u eigenlijk alleen maken, als u in de Ongevallenwet loopt, of een snipperdag moet opmaken. En u moet uw vrouw thuislaten. Want die komt niet verder dan de Kruiskade. Daar strandt ze beslist in één van de vele mooie winkels. Nee, u moet er de tijd voor nemen en alleen gaan. Dan ziet u alles wat Rotterdam te zien geeft. Op de achtergrond de Coolsingel met z'n machtige gebouwen, dan dat wonderlijke Bouwcentrum, dat, toen het er alleen stond, zo groot leek, maar dat nu het tuinmanhuisje schijnt te zijn van kasteel Groothandelsgebouw. Kijk daar alleen maar even heen, maar bewaar in uw achterhoofd de gedachte, dat u daar wel eens een aparte snipperdag voor nemen moet. En nu bent u ineens opgenomen in de gezellige roezige drukte van de Kruiskade. Ik zou u raden, neem eerst een harinkie, zo maar even aan de kraam. Laat het dooie visje vakkundig in uw mond verdwijnen en veeg uw vingers af aan een stukje papier, anders loopt u de hele dag met een minder frisse zakdoek.

Neem de hele Kruiskade

Nu ik er goed over nadenk, geloof ik, dat u de verleiding niet weerstaan kunt om eerst de hele Kruiskade af te lopen. De rechterkant heen en de linkerkant terug. Winkels kijken, daar houdt u niet van, maar vandaag merkt u, dat het toch zijn bekoring hebben kan. Die éne Kruiskade is in staat u diep inzicht te verschaffen in het ingewikkeld economisch leven. De prijzen van een werkbroek, die u zo hard nodig heeft; van een trui voor Marietje, daar heeft ze al zo lang over gezanikt; van een deken voor Jans bed, het is zo'n afgetobd gevalletje, waar hij nu onder ligt; van een racefiets voor Klaas, zo'n glimmend ding, dat al vaart heeft als het stilstaat, och, ga zo maar verder. Al die prijzen dwarrelen als sneeuwvlokken door uw hoofd. Je zou er koud van worden, als je bedenkt, dat het bijna allemaal onbereikbare idealen zijn. Toch misschien, als "de slag" komt zouden die deken en die trui en die broek gekocht kunnen worden. Die fiets, tja, Klaas zal eerst zelf moeten sparen en je weet nooit of er niet eens een extraatje te verdienen valt buiten de loonbelasting om. Dat zou er dan bij kunnen.

Neem de Middellandstraat erbij

Als u nu toch de Kruiskade bent afgelopen, waarom zou u er de Middellandstraat niet even bijnemen? Tot de verkeerslichten. U moet toch oversteken. Doe het onder leiding van die machtige verkeersagent. Dat zijn toch maar jofele lampies, die door de man uit z'n ijzeren duinentil bediend worden. Hij heeft er ook nog zo'n mooi fluitje bij. Je kunt je voorstellen, dat ie de gedachte heeft een achter-achter-kleinzoon van Napoleon te zijn. Zelfs de minister-president moet stoppen, als de rode lamp brandt. Als u dat allemaal rustig heeft bekeken, neemt u zich voor eens met meester te gaan praten. Politieagent, dat zou een mooie job voor Klaas zijn. Als de jongen op school z'n best maar doet. Net zult u oversteken, maar mis. Het rode licht zegt: "Stop - onveilig". Sta niet te suffen in het stadsverkeer. De auto's komen brommend in beweging. En u moet maken, dat u gauw terug stapt op het veilige trottoir. Eerst wachten tot opnieuw het groene licht gaat branden en het rode aan de andere kant een vrije baan geeft aan de wandelaar.

De Kruiskade terug

We laten nu de in uniform gestoken "man in ijzeren broek" achter ons en we lopen weer langs de winkels van de Kruiskade in de richting van het Hofplein. Niemand zal kunnen ontkennen, dat er nu letterlijk niets te bedenken valt, of je vindt het op de Kruiskade en in de aangrenzende straten. Daar heb je nu die winkel met accordeons. Mensenlief, wat zijn er weer mooie apparaten te koop. "Met zo'n dingetje eens een fijne avond in elkaar zetten. Geef mij maar een accordeon en dan mogen ze van mij alle andere rommel houden. Doorlopen maar, want ze zijn toch veel te duur". We vragen ons af hoe het mogelijk is, dat er nog altijd op de Kruiskade een ruïne is. Een stuk muur eromheen gezet. Er zou best een mooi winkeltje kunnen komen. Ze zijn het zeker vergeten. Dat komt wel meer voor. Even verder: een snelbuffet. Daar heeft m'n vrouw zo bar veel op tegen. Ze zegt: "Mijn buffet is snel genoeg en jij hoeft je goeie geld niet uit te geven aan al die liflaffies. Ik laat je toch zeker niet hongerlijden?" Gelijk heeft ze, maar toch stappen we even binnen. Het is al zo lang geleden, dat we een kroketje geproefd hebben en we hebben niet elke dag een snipperdag of "dag om te wandelen".

Er komt geen eind aan

Zo bar is die Kruiskade niet. En er komt bijna geen eind aan. Er is ook zo alle menselijk veel te zien en te beleven. Hier klopt een hartader van de stad. Het verkeer jaagt onafgebroken langs ons heen. Steeds mensen in en voor de winkels. Het regent een beetje, maar wat geeft dat? Het is toch gezellig. Hé, een loterij. Dat wist ik niet eens, dat je hier ook lootjes kopen kon. Daar verzet ik trouwens geen stap voor. Ik wil graag wat verdienen. Maar als ik er voor werk, weet ik tenminste waar ik mee thuiskom. En ik heb kameraden genoeg gekend, die hun laatste gulden naar een loterij brachten en nooit anders trokken dan nieten. Ze konden er de kamer wel mee behangen. Dat is net zo iets als de borrel. Als het je te pakken heeft, ga je eraan kapot. Nee, dan blijf ik liever even staan bij dat bloemenstalletje. Als ik straks naar huis ga moet ik toch een bosje bloemen meenemen. M'n vrouw is er zo gruwelijk gek op.

Iets van Parijs

Als jongen heb ik vaak meegezongen met m'n vrinden: "Ik ben in Parijs geweest. Het was er een reuze feest". Dat feest werd dan blijkbaar gevierd in de "Moulin Rouge". Wij zouden zeggen: "In de rode molen". Nu, daar hoef je niet eens voor naar Parijs toe. Een restaurant op de Kruiskade draagt de bekende naam : "Moulin Rouge." Toch loop ik maar door. Ze willen in die tenten altijd geld van je hebben. En dan ben ik niet thuis. Op de hoek van een zijstraat, de St. Mariastraat, staat een kerkgebouw. Ik heb eigenlijk nooit kunnen begrijpen, waarom vele kerkgebouwen er van buiten zo somber uit moeten zien. Het lijkt wel of ze tegen de gewone voorbijganger zeggen willen: "Loop maar gauw verder. Hier is niks voor jou!" De boodschap van de kerk is toch een Blijde Boodschap? Waarom moet die Blijde Boodschap dan onder de mensen gebracht worden met behulp van sombere gebouwen? Je ziet soms kerkgebouwen met heel hoge puntige hekken eromheen, die voorzien zijn van een "brandkastslot". Nee, ik geloof, dat de Kerk nog leren moet om iets van de blijdschap van de Boodschap, die zij te brengen heeft, tot uitdrukking te brengen in de uiterlijke vormen, waarmee zij zich tot de mensen richt.

We gaan de Gouvernestraat in

We hadden afgesproken, dat we de Gouvernestraat zouden doorlopen. Niet, omdat het zo'n mooie straat is en omdat er zulke mooie gebouwen staan. Dat zie je zo wel. Het is een ouwe boel bij elkaar. Maar toch heeft die straat iets eigens, iets heel aparts. In het klein zie je hier, wat Rotterdam in het groot is. Een beweeglijke drukte, aan weerszijden auto's, die alsmaar proberen een plaats te vinden of hun plaats kwijt te raken. Een paar grote, min of meer imposante gebouwen en verder een verzameling oude huizen, werkplaatsen, opslagplaatsen en kelders. Als we doorslenteren, bekruipt ons de neiging eens zo'n ouwe, verveloze deur binnen te gaan. Alleen omdat we doodnieuwsgierig zijn naar wat er achter die deur zit. Het is helemaal niet onmogelijk, dat er een keurig ingericht kantoor te vinden is. Maar er kan evengoed een voddenopslagplaats te vinden zijn, waar ratten krijgertje spelen. Het is zelfs niet onmogelijk, dat er een paar donkere woonkamers te vinden zijn, waar een kinderrijk gezin probeert in leven te blijven. In de Gouvernestraat is alles te beleven wat Rotterdam te beleven biedt. De straat is bezaaid met kinderen. De portieken en stoepen zitten vol. Hier en daar ook de goot. Elke vierkante centimeter is speelplaats. Een mens zou versteld staan van zoveel vindingrijkheid van al die kinderen om met zo weinig mogelijkheden er toch zoveel van te maken. Er wordt wel eens gezegd, dat ze lastig zijn en brutaal; ik geloof er niets van. Ze verdedigen alleen met leeuwenmoed het heel kleine beetje levensruimte, dat ze nog gelaten wordt in de opeengepakte oude binnenstad. Bij de herbouw zou mogelijkheid geweest zijn om ruimte te vinden voor honderden jongens en meisjes, die jarenlang op de gebombardeerde terreinen hun "puin-voetbalwedstrijden" hielden, om een "blikkie" vochten en na nederlaag of overwinning om het hardst schreeuwden: "Onze club gaat nooit verloren". Het schijnt niet te kunnen. De bodem van het oude Rotterdam is kostbaar. Veel kostbaarder dan het geluk van kinderlevens. Zeker, er zijn sportvelden aan de buitenkant van de stad. Maar deze zijn niet toegankelijk voor de jeugd van de oude stadswijken. Op papier misschien wel. Maar in de praktijk niet. Denkt u, dat een jongen uit de Gouvernestraat met een paar oude werkschoenen van z'n vader naar de velden aan de Gordelweg gaat, om daar netjes in de maat te voetballen? Nee, de kaart ligt anders en de kaart ligt heel ongunstig voor de jeugd.

We gaan weer verder

U ziet, waartoe je komen kunt, als je de Gouvernestraat doorloopt. We zijn al een heel stuk verder gekomen en we hebben eigenlijk alleen maar kinderen gezien en nog eens kinderen, die er allemaal op uit waren iets van levensvreugde te vinden, maar die van de wieg af aan moeten vechten voor een heel klein beetje plezier. De moderne maatschappij gunt ze de ruimte niet. Klaagt alleen over de brutaliteit en baldadigheid. We gaan weer verder. Er valt zoveel te zien. Daar komt een moeder aan met vijf broden tegen haar borst geklemd en een klein meisje jengelend aan haar rokken. Ze moet voortmaken, want nog even en dan is haar man weer thuis van zijn werk en dan lust hij wel het een en ander. Eerst even wachten. De straat is versperd. Hoe die auto's zo in elkaar gekomen zijn is mij een raadsel. Maar zelfs een wandelaar komt er niet voorbij. Een paar chauffeurs zijn uitgestapt en confereren in gezond Rotterdams over de vraag wie achteruit moet en wie vooruit mag. Als ze het er eindelijk over eens geworden zijn, kan het niet meer. Ieder wil verder en niemand kan. Alleen lawaai maken, dat kunnen ze allemaal. Het lijkt wel een "toeter-concert". Het wachten verveelt me. Als ik er niet langs kan, dan er maar overheen. Eerst een spatbord genomen. Dan een cabine, daarna een laadbak, weer op een cabine, overspringen op een andere laadbak en eraf. Wie doet je wat? Ik ben erdoor en van mij mogen ze nog een uur langer ruzie maken. Als iedereen stilstaat hebben we zo een optocht bij elkaar. Odeon

Ik sta nu vlak voor het bekende "Odeon". Maar blijkbaar met een lelijk gezicht. Eigenlijk wilde ik het niet weten, maar met die klauterpartij heb ik m'n voet verzwikt. En dat is zeker van m'n gezicht af te lezen, want zo'n aap van een jongen zegt prompt: "Hei meester, je had me effe motte roepe, dan had ik je kenne opfange". Hij vond het beter een tikkie uit de buurt te blijven tot de pijn wat afgezakt was, maar kwam toen zonder vrees naast me staan. Aandachtig sta ik te lezen, wat er zoal in Odeon te beleven valt. Dat achter deze simpele ingang een schouwburgzaal te vinden is van 1000 zitplaatsen, wil je alleen geloven als je er binnenstapt. Deze zaal en andere zalen, die er blijkbaar ook nog verborgen zijn, dienen voor de volgende doeleinden: feest, toneel, film, sport, dans, cabaret, vergadering, congres, examen, wedstrijd, tentoonstelling enz. Zo staat het er en als u me niet geloven wilt, gaat u zelf maar eens kijken. "Ben je er ook geweest, meester. Hebbe die mekaar effies geraakt. Die ene had een kapotte kaak, de andere een blauw oog en de derde kreeg een klap op z'n kop, dat ie op de grond bonkte en weer overeind sprong. Je kon het achter in de zaal hore. Z'n nekspiere ware een duim dik. Een moord-avond, meester."

Staan blijven

Eigenlijk zou ik op dit punt wel kunnen blijven staan. Zoveel is er te zien. Daar heb je, maar een paar meter verder, het van ouds bekende ijswinkeltje van Opa. U moet er niet te gering over denken. Wat Opa door de jaren heen voor de wijk heeft betekend, dat is met geen pen te beschrijven. Honderden ja duizenden kinderen heeft hij binnen zijn winkeldeur ontvangen. Er zullen niet veel volwassenen in de omgeving te vinden zijn, die niet te eniger tijd hun troost bij Opa hebben gezocht. En dat voor enkele centen. Zonder dat hij er erg in heeft, sta ik naar hem te kijken door z'n winkelruit. Hij staat voor de toonbank. Een paar kinderen aan de andere kant. Eén voor één telt hij de droppies af en ondertussen bewegen zijn lippen. Zou hij weer één van zijn verhalen aan het vertellen zijn? Over Spanje of over een ander land waar hij op z'n reizen geweest is? Of zou hij een Bijbelverhaal vertellen? Aan de kindergezichten te zien, zou ik zeggen, dat dit wel eens het geval kon zijn. Ze staan tenminste zo gespannen te luisteren. Meester op school kan heus nog wel iets van Opa leren. Hij kan uit de Bijbel vertellen als een dominee en ondertussen telt hij de droppies en zuurballen. Een kinderhand is gauw gevuld, maar een kinderhart vraagt altijd meer. U moet maar eens opletten hoe graag uw kinderen luisteren naar een verhaal over de Here Jezus. Opa staat heel dicht bij de kinderen. Het is jammer, dat hij niet vaak meer in z'n ijswinkeltje is te vinden. De rimmetiek plaagt hem zó, dat hij bijna geen ijs meer scheppen en zuurballen aftellen kan.

Ga nog niet verder

Nee, ik ga nog niet direct verder. Er valt zoveel te beleven op dit ene punt. Aan de overkant stroomt net de Stereo-fabriek leeg. Hoe bestaat het! Heel de Gouvernestraat is opeens vol mensen. Jongens en meisjes, mannen en vrouwen. En ze zijn allemaal: "Ronduit voor vierkante beschuit". Als ik al die mensen zie, krijg ik het idee, dat de Stereo-fabriek z'n handen vol heeft om beschuit te maken voor z'n eigen personeel. In de Gouvernestraat lééft Rotterdam. Ook de textiel-koning Vroom en Dreesman heeft er zijn garages opgeborgen. Als Stereo roet uit z'n schoorsteen blaast krijgt V&D het op z'n dak. Met verwondering kijk ik naar het wagenpark van dit grote bedrijf. Wat een auto's! Mijn jongste zoon zou me precies kunnen vertellen met welk automerk V&D zijn klanten bedient. Ik weet het echt niet, maar de wagens glimmen je tegen. Als ik niet een beetje voortmaak kom ik de Gouvernestraat niet meer uit. En aan te laat thuiskomen heb ik een hekel. Dat wil zeggen: mijn vrouw houdt er niet van. Toch gaat het niet vlug, want de weg is weer versperd. Nu niet met auto's, maar met kinderen. Wat moeten die allemaal hier doen? Ik behoef het niet eens te vragen. Ze zijn er veel te vol van. En als het hart vol is loopt de mond over. Al gauw weet ik het. In Odeon wordt een groot feest van "de Jeugdhaven" gevierd. Al deze kinderen gaan generale repetitie houden. Ik heb te doen met die juffrouwen en meesters. Honderden kinderen met even zoveel mondjes, hou die maar eens in het gareel.

Nu echt verder

Nu ga ik toch echt verder. Een mens kan niet altijd voor Odeon blijven staan, hoe verleidelijk het ook is. Met moeite maak ik me los uit dit levend stads-beweeg. Ik neem me voor ineens door te lopen naar de Binnenweg. Maar mis hoor. Dat gaat zo maar niet. Een winkelruit met allerlei oude spullen trekt mijn aandacht. Daar moet ik het mijne van hebben. Het is een tweedehands-zaak in lompen, metalen en antiek. Je kunt er alles kwijt en je kunt er alles kopen. Vooral ouwe dingen. Want daar is "Willem", zo heet de eigenaar, gek op. Alles wat maar op antiek lijkt, wordt door hem uitgestald. Ik kan er niets aan doen, maar ik zie liever de etalage van Willem, dan die van de Bijenkorf. In die van Willem zit veel meer leven, hoe oud alles ook is. En Willem moet liefde voor z'n vak hebben. Hij lijmt en repareert alles. Zijn lijfspreuk is:

Nu vraag ik: Getuigt dat van levenswijsheid of niet? Als we niet allemaal elke dag opnieuw aan het lijmen en krammen waren, dan zou het er nog veel gekker in de wereld uitzien. Dan was er nog veel meer voor de vuilnisman. Willem, hou maar vol. Repareer kapotte vazen. Lijm gebroken armen en benen. Zet de stukken weer aan elkaar. Gun niks aan de vuilnisman. Help mee aan het herstel van het mensenleven. Stoffelijk en ook geestelijk. Ik neem me voor nu eindelijk eens een beetje door te lopen, anders zou ik op m'n snipperdag nog overuren moeten maken en ik krijg ze toch niet betaald. Bijna ben ik de Gouvernestraat uit, maar eerst zet ik nog grote ogen op bij het passeren van "Ons Huis". Van vroeger had ik altijd nog de indruk van een vrij donker en somber gebouw. Er is blijkbaar gebouwd en verbouwd. Het is modern geworden. "Ons Huis" gaat met z'n tijd mee. De film heeft z'n intrede gedaan. Een aparte bioscoop is tegenwoordig aan "Ons Huis" verbonden. In grote letters staat het erop: "Het Venster". Toen ik informeerde bleek, dat dit een heel aparte bioscoop is. "Het Venster" geeft niet toe aan de sensatiezucht van velen, draait geen gooi- en smijtfilms, maar zoekt met zorg alleen die films uit, die men verantwoord acht. Ik heb zo de indruk, dat vele bioscoopbezoekers er zeer bij gebaat zouden zijn, wanneer ze wat meer aandacht gaven aan dit weggedoken bioscoopje, dat het aandurft te zeggen: Wij draaien niet alles wat los en vast zit.

Naar de Binnenweg

Het einde van de Gouvernestraat is in zicht. De sfeer van de Binnenweg wordt merkbaar. De neonverlichting van Lampe en Heniger brandt reeds en vanuit de nu bijna donkere Gouvernestraat is het net of de uitnodiging klinkt: "Maak voort, kom, want hier is licht en ruimte, hier heeft het leven u iets te bieden". Het duurt maar even of ik sta op de hoek van de Binnenweg. Wat is die, bij vroeger vergeleken opgeknapt. Breed en ruim, een glad wegdek, auto's, tramwagens en fietsen. Prachtige winkels. Het is een feest om er eens rustig naar te kijken. Als ik niet zo'n honger had bleef ik een uur lang staan en ik zou proberen me in te denken, waar iedere voorbijganger zich naartoe haast. Want haast heeft bijna ieder. Als ik doorloop is er toch iets, dat me opvalt op de Binnenweg. Het is net of ergens op gewacht wordt. De kentekenen van de St.Nicolaasdrukte zijn verdwenen. Men proeft het: Er is iets op komst. Maar wat? Het zou me niet verwonderen als ineens iedereen naar buiten kwam met feestkleren aan en versieringen om alles mooi te maken. Ik voel het: Er is een feest op komst. De verwachting is gespannen en de blijdschap is diep verborgen, maar het zal openbreken - dat proef je. Over de Binnenweg zelf ga ik maar niet vertellen. Daar zou geen eind aan zijn. Iedere vijf meter geeft weer wat anders te zien. De opschriften van de winkels zijn net als de koppen van de kranten. Ze proberen allemaal tegelijk de aandacht te trekken. Een stadsmens kan daar niet buiten. Het geheel geeft het gevoel: Hier ben ik thuis, hier leef ik mee. Nee, ik ga de Binnenweg maar niet verder op, ik moet weer terug naar de Kruiskade en naar huis.

De Van Speijkstraat

Eer ik de nauwe straat induik zie ik een ijs-cafetaria, die ook in de winter de gaande en komende man poogt te verfrissen. Voor ieder, die lezen kan, staat het duidelijk aangegeven: "Tompouse - 14 cent - altijd vers". Voor de winkel van de 2e-hands goederenhandel - In- en Verkoop - blijf ik niet staan, want dan ga ik vast prakkiseren wie die mooie jekker gedragen heeft, die zo netjes op een houtje hangt te wachten op de man, die hetzelfde model heeft als de eerste eigenaar. De Van Speijkstraat toont bijna hetzelfde beeld als de Gouvernestraat. Grotere en kleinere bedrijven. Garages, winkels en opslagplaatsen. Alles even vol en bedrijvig als de woningen, die tot drie- en vierhoog honderden mannen, vrouwen en kinderen opnemen en uitstoten. Het lééft er, intens. Dag en nacht. Het is de stad. Het is Rotterdam. De banketfabriek "Viool" heeft zich een plaats veroverd. De "Gemeente Bank van Lening" oftewel "de Lommerd" oftewel "Ome Jan" is blijkbaar met minder ruimte tevreden dan in vroeger dagen. Een gedeelte van het gebouw is in gebruik door een confectiefabriekje. Even verder zie ik boven een zware poort het opschrift: "Clubhuis de Jeugdhaven". Ik kan de verleiding niet weerstaan om de donkere gang door te lopen. Tot m'n verwondering vind ik op de binnenplaats een aardig gebouwtje, dat er fris uitziet, al vertoont het de sporen van intensief gebruik. Wie zou zoiets op een binnenplaats gezocht hebben? De wijk moest meer dergelijke mogelijkheden hebben. Het is tenminste iets voor de honderden jongens en meisjes, die met hun vrije tijd geen raad weten.

Toen ik weer op straat stond met een drom jongens om mij heen, kreeg ik een vriendelijke groet van een mijnheer, die met grote stappen en een grote pijp voorbijkwam. Dat is de meester van school, zeiden de jongens, hij gaat zeker naar Kees, die ziek is. Inderdaad verdween de meester in één van de trapgaten. Een muurbord, een eindje verder, trok m'n aandacht. "Kees ne Lensky - conferencier, cabaretier". Als ik tijd had ging ik met Kees een praatje maken. Blijkbaar een jongen uit de wijk, die het in de wereld een heel eind geschopt heeft. Die indruk suggereert het bord tenminste. Maar ik moet nu naar huis. Op de hoek van de Kruiskade valt dat idee: "er is iets op komst" weer op me. Zou het komen door die enorme berg kerstbomen, die juist worden afgeladen en voor kopers gerangschikt?




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

10 April 2023