Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Het leven in Rotterdam in de Gouden Eeuw

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Het leven in Rotterdam in de Gouden Eeuw

De schatten, die in ons land en voornamelijk in de zakken van de kooplieden vloeiden, brachten in het huiselijk leven en in de zeden en gewoonten een grote ommekeer. De eenvoud, die het leven van onze voorvaderen had gekenmerkt, maakte langzamerhand plaats voor een zekere weelde, die in sommige gevallen overdaad, ja zelfs verkwisting werd.

Een bezoek aan een der "koopmanspaleizen", die we weer het meest in de hoofdstad moeten zoeken, maar toch ook in Rotterdam konden aantreffen, zou ons verbaasd doen staan. De met schilderijen en familieportretten behangen wanden, de fraai gebeeldhouwde eiken trappen, de marmeren gangen, de prachtig gesneden schoorstenen, de kristallen of koperen lichtkronen, de kostbare tapijten, de fijne Spaanse matten, de kunstige van snijwerk voorziene "schrijnen" en stoelen met hoge rugleuningen, de kostbare serviezen van echt Japans porselein, de stapels van het allerfijnste linnengoed, zouden ons een idee kunnen geven van de rijkdom van de bewoners.

De huizen van de minder gegoede poorters waren natuurlijk heel wat eenvoudiger ingericht. Ze bestonden meestal uit een voorhuis, binnenkamer en keuken met een plaats erachter om te schuren en te boenen. De wanden werden in de regel met gekleurde tegeltjes bezet; de vloeren ingelegd met rode, blauwe en witte steen. Het voorhuis diende veelal tot woonkamer. De zolder werd gedragen door zware balken. Met de weelde in de huizen van de hogere standen ging ook een overdreven opschik in de kleding gepaard. Het best kunnen we deze afzien van de talrijke doeken, uit de 17de eeuw voor ons bewaard.

De breedgerande, vilten of zijden hoed met linten en veren versierd, werd algemeen gedragen. De stevig geplooide kragen - later vervangen door de platte, liggende - kwamen mooi uit boven het fluwelen wambuis, waarover veelal de rood-, groen- of blauwgekleurde, met goud of zilver afgezette zijden mantel hing. De korte wijde broek werd op kniehoogte met gekleurde strikken vastgebonden. De zijden kousen waren vaak, evenals de schoenen met hoge hakken, gekleurd. Waar de kleding der mannen, uit zucht om de Franse mode na te volgen, zozeer de ijdelheid verried, ligt het voor de hand, dat de vrouwen nog groter modepoppen waren.

De vrouwenportretten uit de 17de eeuw tonen ons de voorname dames in prachtige zijden japonnen, om de hals schitterende juwelen en gouden sieraden, met kostbare waaiers en rijk bestrikte sierlijke schoentjes. De kapsels, van allerlei grillige en fantastische modellen, die nu onze lachlust opwekken, maar door onze voorouders mooi gevonden werden, droegen de fijnste hoeden eveneens vaak van de zonderlingste vormen. Tegenover deze opzichtige, dure kleding van de rijkere standen stak die der mindere poorters gunstig af. De mannen droegen een eenvoudig wollen of linnen kleed, de vrouwen korte of lange jakken met een bovenrok, en huiven of kanten mutsen, alles zonder kwikken en strikken.

De deftigste burgers woonden in de Lombardstraat, de Oppert en aan de Botersloot, hoewel ook de nieuwe havenwijk, Wijnhaven en Haringvliet, velen tot zich had getrokken. De woningen in dit stadsdeel - de Buitenstad - hadden een geheel ander aanzien dan die uit de Binnenstad. Dáár geen luifels meer, die het daglicht slechts schaarse toegang verleenden, geen kleine, in lood gevatte ruitjes, geen trapgevels. Het wonen in dit stadsdeel was heel wat aangenamer en zeker ook heel wat gezonder dan in de oude dichtbebouwde binnenstad. Vooral waar de mindere man in de aan grachten en sloten grenzende sloppen en stegen huisde, was het zeer ongezond. De opeengepakte, in alle gaatjes en hoekjes neergezette woninkjes - vooral aan het Rodezand en ten noorden van het Achterklooster en de Kipsloot - maakten deze stadsdelen tot kweek- en broeiplaatsen van verschrikkelijke, besmettelijke ziekten.

Reeds in het begin van de Gouden Eeuw heerste hier de pest en wel zo erg, dat de vroedschap verbood, dat de vrouwen ter begrafenis meegingen. Gelukkig dat het Pesthuis op het einde van de Hoogstraat toen juist voltooid was. In 1624 heerste de "zwarte dood" nog erger. Van de 855 personen, die in het Pesthuis verpleegd werden, stierf de helft. In 1635 was het nog vreselijker. Toen vielen er zoveel slachtoffers, dat men zelfs een nieuw kerkhof in gebruik moest nemen: het zogenaamde St. Janskerkhof, achter het Predikherenklooster, waar later de St. Jansstraat was. Juist dit begraven midden tussen de levenden was weer een bron van besmetting. Rondom de Grote Kerk, op het Bombazijnenkerkhof ten zuidwesten van de Hoogstraat en zo genoemd, omdat er een bombazijnfabriek aan grensde, en nu weer hier, werden de doden in de drassige bodem begraven. Is het te verwonderen, dat de ziekte telkens weer het hoofd opstak, dat de gehele Gouden Eeuw berucht is om haar kwaadaardige koortsen of "pestilentiën"?

Daar kwam nog bij, dat men in de tweede helft van deze eeuw voortdurend met hoog water in de stad te kampen had. Door de vervening waren in Schieland veel plassen ontstaan. Sommige hiervan, onder andere de Wilde Venen onder Moerkapelle, werden drooggemalen, waardoor de Rotte teveel water kreeg af te voeren. In de stad was het dientengevolge bijna voortdurend hoog water, zodat de kelders en de benedenhuizen herhaaldelijk onderliepen. Ook dit was een reden temeer, dat Rotterdam telkens door kwaadaardige ziekten werd geteisterd. Vooral 1664 was een verschrikkelijk jaar. De hele zomer was de sterfte vreselijk, ja zelfs werden er in de winter nog de gehele dag mensen begraven. Zo erg was de toestand, dat men op de kerkhoven pektonnen moest branden om de ondragelijke lucht te verdrijven. En wat deed men om de ziekte te bestrijden, wat om besmetting te voorkomen?

Uit een woning, waar een pestlijder was, mocht geen linnen of wollen goed verkocht of stro op straat geworpen worden. Het is mogelijk, dat deze dingen werden verbrand, maar zeker is het niet. Afzondering van een lijder of ontsmetting van de goederen paste men niet, of zeer onvolkomen toe. Was er een zieke gestorven, dán pas kreeg het huis een kenteken: de doodgraver spijkerde een grote blikken P aan de voordeur. De woning moest dan zes weken gesloten blijven, terwijl de bewoners zich gedurende die tijd niet op het stadhuis, in de kerk of in de school mochten vertonen. De naaste verwanten alleen was het vergund in rouwmantels achter de doodsbaar te lopen. Deze klederen werden echter gehuurd en dus door ieder gedragen, zodat ze vaak een bron van besmetting vormden. Al waren deze maatregelen nog verre van voldoende, toch zullen ze wel ten goede hebben uitgewerkt.

Pas in de twintigste eeuw heeft men echter de middelen gevonden om de meeste besmettelijke ziekten in de aanvang te stuiten. Het gevaar voor een epidemie is dan, in Rotterdam al zeer gering en het zou nog geringer geweest zijn, indien allen de gegeven voorschriften zouden hebben opgevolgd. Helaas werden er nog steeds eigenzinnige mensen gevonden, die - we mogen wel zeggen misdadige - domheden begingen, en daardoor hun eigen leven en dat van hun medemensen in gevaar brachten.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

5 Augustus 2019