Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Leiddraad bij het verlenen van E.H.B.O. door leken te Rotterdam in 1916

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




Leiddraad bij het verlenen van E.H.B.O. door leken te Rotterdam in 1916

Hertaling.

Uitgegeven door de Nederlandse Vereniging "Eerste Hulp bij Ongelukken", afd. Rotterdam, opgericht in 1894, ten dienste van hen die de cursus der afdeling Rotterdam hebben gevolgd. Januari 1915.

De Nederlandse Vereniging Eerste Hulp bij Ongelukken, afd. Rotterdam, stelt zich ten doel:

    a. Het geven van onderricht, zowel theoretisch als praktisch, in alles wat bij eerste hulp bij ongelukken vereist wordt;

    b. Het verschaffen van materialen;

    c. De vestiging, of het bevorderen der vestiging van stations voor eerste hulp bij ongelukken. Leden der Vereniging zijn:



WELKE HULP KAN EEN LEEK VERLENEN TOT EEN GENEESHEER AANWEZIG IS:


In de eerste plaats geen nadeel teweegbrengen, bijvoorbeeld door aanraking met onreine vingers, vuil linnen, oude sponsen, door afspoelen met onzuiver water, door het opleggen van pluksel, afsluiten met pleisters enz. Is de wond verontreinigd (met zand, aarde, slijk enz.) zo worden zij en haar omgeving afgewassen met zuiver (liefst gekookt) water, het best met een antiseptische vloeistof, bijv. sublimaatoplossing 1 gram op 1 liter water, waarmee men een zuivere doek ( handdoek, servet) bevochtigt. Bevindt zich op de wond een laagje geronnen bloed, zo wordt dat niet weggespoeld. De wond wordt bedekt met een stuk zuiver linnen of gaas, in zuiver water of sublimaatoplossing gedrenkt, of men drukt er een prop watten op (salicyl-, sublimaat-, boorzuurwatten in gaas). Dit wordt op de wond bevestigd door een zwachtel of een driekante doek, die tevens dienen kan: a. Als bedekkend verband tegen vuil, insecten, zonnehitte. b. Als drukkend verband, om de wondvlakten op en tegen elkander te drukken of bloeding te stelpen. c. Als steunverband, om de gewonde delen rust te geven, of ze te spalken of tegen 't lichaam te bevestigen.


Men gebruikt geen zogenaamde bloedstelpende middelen (spinnenwebben, ijzerchloride, terpentijn), daar zij nadelig kunnen zijn. Het voornaamste middel is drukking op de wond of op de bloedende vaten, zeer nuttig het hoog houden van het gewonde lichaamsdeel. Lichte bloedingen uit kleine bloedvaten houden spoedig van zelve op; sneller als de wond sterk gedrukt wordt (met zuivere vingers, met een in zuiver water gedrenkte doek, door inwikkeling met een natte zwachtel). Bloedingen uit verwonde aderen (donker bloed zoals uit gesprongen aderspatten) houden op, wanneer men te sterk afsluitende (kousenbanden) losmaakt, het lichaamsdeel hoog opheft en de bloedende plaats drukt. Wanneer een slagader verwond is (lichtrood bloed met sterke voortdurende straal), wordt onmiddellijk voor geneeskundige hulp gezorgd. Tot de geneesheer aanwezig is tracht men de bloeding te stelpen door krachtige druk op de wond (die eerst zo nodig door opensnijden van kledingstukken zichtbaar wordt gemaakt) met de vinger of door het opleggen van een stuk gaas; dikke prop linnen (gevouwen zakdoek), welke door een zwachtel of driekante doek stevig wordt vastgedrukt. Dringt het bloed door of onder het drukkend verband, dan moet het bloedende vat meer naar het hart toe, d. i. tussen de wond en het hart, dichtgedrukt worden. Bij de bloeding aan een der ledematen kan geforceerde buiging in het eerstvolgende, tussen de wond en het hart gelegen gewricht, en bevestiging in die houding, van groot nut zijn. De grote slagader van de arm kan aan de binnenzijde van de bovenarm (binnennaad van de mouw) met twee vingers worden dichtgedrukt, beter doordat men een stok, paraplu of dergelijk voorwerp tussen borstkas en arm legt en dan de arm door een doek vast tegen de borst aangedrukt houdt.

Is de grote armslagader in de okselholte gekwetst, dan tracht men de grote slagader in de hals boven het sleutelbeen tegen de ribben te drukken. Ook door sterk trekken van de schouder naar achter en beneden (naar de andere arm), kan het sleutelbeen zo neergetrokken worden, dat de daaronder liggende slagader wordt dichtgedrukt. De twee grote halsslagaderen van het hoofd liggen vóór aan de hals, aan beide zijden van het strottenhoofd, waar men ze aan de binnenzijde der buigspieren met de vinger tegen de wervelkolom kan aandrukken. Beter is bij sterk bloedende wonden aan het hoofd en de hals, de vinger omgeven met zuiver gaas, op de wond te zetten en sterk te drukken. De grote slagader van het been kan op het midden der liesplooi met de vingers worden dichtgedrukt. Beter dan drukken met de vingers, werkt aan de ledematen de omsnoering boven de wond met een elastieken band of buis. Heeft men deze niet bij de hand, dan kan men door om het lid geknoopte doek, welke door een stok, huissleutel, bajonet wordt aangedraaid, voldoende drukking uitoefenen. Daar zulke sterke omsnoeringen niet lang zonder nadeel worden verdragen (in enkele uren kan versterf, koud vuur, intreden), moet zo spoedig mogelijk geneeskundige hulp worden gehaald of de gewonde onder toezicht naar een arts gebracht worden. Bij hevige bloedingen uit wonden aan romp, borst, onderlijf, bekken, hals of hoofd, bestaat geen ander middel voor de leek dan drukking op de wond zelf. Bij bloedspuwing (veelal lichtrood bloed, dat schuimend met hoestaanvallen uit de mond komt) half zittende houding, grootste rust, niet spreken, alle banden, die drukken, losmaken; men mag koele drank (vrij van alcohol) geven en een theelepel vol keukenzout laten slikken. Bij bloedbraking (donkerrood bloed, soms met spijzen vermengd, dat onder braking uit de mond wordt ontlast) de patiënt rustig neerleggen, drukkende klederen losmaken; grote rust, niet slikken, alleen bij dorst mag een weinig koele limonade of ijswater gedronken worden.

BIJ VERGIFTIGDE WONDEN?

(Slangenbeet, hondenbeet, vergiftigde pijlen.) Directe omsnoering van het lid tussen de wond en het hart, zoals bij bloeding. Vernietiging van het gif door uitbranding (gloeiende naald, salpeterzuur, helse steen). Onmiddellijk een geneesheer roepen. Verdachte honden niet doden, maar laten onderzoeken; geen hondenhaar in de wond brengen.

BIJ BEENBREUKEN?

Klederen en laarzen opensnijden, niet uittrekken. Spalken maken uit spaan, plankjes, paraplu's, boomtakken, ijzerdraad enz. en ze bevestigen met doeken, zwachtels (zie driekante doek). Voorzichtig de gewonde naar een geneesheer of een ziekenhuis brengen.

BIJ ONTWRICHTING OF VERSTUIKING?

Bij ontwrichting mag de leek geen poging doen om het lid weer op zijn plaats te brengen, maar het wel rust en steun geven door een drukverband. Bij verstuiking, rust, koude omslagen. In beide gevallen transport naar een arts.

BIJ VERBRANDING?

De vlammen doven door dekens , kussens, doeken, rokken; de patiënt op de grond rollen, dan eerst met veel water begieten, onmiddellijk een geneesheer ontbieden; klederen voorzichtig verwijderen door opensnijden of knippen (niet afscheuren, niet uittrekken, brandblaren ontzien). De brandwonden bedekken met zuivere olie, vaseline, jodoformgaas, daarover watten. Bij verbranding met bijtende zuren: afspoelen met veel kalkwater; bij verbranding met loog: afspoelen met veel kalkwater en azijn; gelijk daarna bedekken met olie of jodoformgaas. Ongebluste kalk in het oog kan daaruit met olie verwijderd worden.

BIJ VERDRINKING?

    1. Geneesheer laten ontbieden; dekens en droge klederen halen.

    2. Klederen van het bovenlichaam verwijderen.

    3. De mond openen en reinigen, de neus reinigen, de tong naar buiten halen en zo mogelijk op de kin bevestigen.

    4. De patiënt op de rug leggen, borst en gelaat met doeken droog wrijven en zien of de ademhaling (borst beurtelings op en neergaande) niet stilstaat.

    5. Ademt de patiënt niet, met kunstmatige ademhaling beginnen en dit zeer lang voortzetten.

    6. Kunstmatige ademhaling maakt men door de borstkas afwisselend samen te drukken en uit te doen zetten.

    7. Daartoe legt men de patiënt op de rug met een kussen (opgerolde kleren) onder de schouderbladen.

    8. Vat de armen onder de ellenbogen, breng ze langzaam boven het hoofd, laat ze dan zakken en druk ze vast tegen de zijvlakte van de borstkas.

    9. Zijn er twee helpers, dan neemt ieder ter zijde van de drenkeling één arm, overigens als bij 8.

    10. Deze bewegingen worden rustig en gelijkmatig, 15 maal in de minuut, voortgezet tot de schijndode zelf ademt en blijft ademen óf tot een geneesheer de dood constateert.

    11. Is er nog een derde helper, dan moet deze met de zakdoek de tong aan de punt vatten en deze gelijkmatig doch krachtig 15 á 20 maal per minuut naar buiten trekken en dat minstens tien minuten volhouden.

    12. Ademt de patiënt zelf rustig, dan wordt de lichaamswarmte opgewekt door de huid te wrijven met warme doeken, inwikkeling in warme klederen, aanleggen van warme kruiken (goed te sluiten), en wanneer de patiënt kan slikken, toedienen van warme thee, grog, wijn (eerst theelepelsgewijze).

WAT DOET MEN BIJ HET BREKEN VAN EEN DRAAD, DIE STERKE ELECTRISCHE ELEKTRISCHE STROMEN GELEIDT, BIJVOORBEELD BIJ DE ELECTRISCHE TRAMS MET BEUGELSYSTEEM?

Wanneer een telefoon-, telegraaf-, schut- of schoordraad op de bovenleiding van de beugeltram valt, zal de eerste meestal afsmelten. Hangt hij echter over de arbeidsdraad naar beneden, dan moet men de omstanders waarschuwen deze draad vooral niet aan te raken. Met een flinke, dikke, doch vooral droge doek, die de hand geheel bedekt, kan men de draad aanvatten en van de bovenleiding aftrekken. Heeft men droge planken bij de hand, dan kan men hierop gaan staan en dan de draad met de blote hand aanvatten, ofwel men kan bij een der huizen een stoel vragen en daarop gaan staan. Krijgt men door een of ander ongeluk toch een schok en kan men de draad niet meer loslaten, dan moet men trachten de draad op de rails neer te drukken en dit vol te houden tot de draad stroomloos is gemaakt. Indien een persoon door een schok van een stroom-voerende draad getroffen is, ontbiedt men terstond een geneesheer; intussen brengt men de getroffene snel naar een koele plaats, ontkleedt hem zacht en voorzichtig, wendt de kunstmatige ademhaling aan, neemt men met een zakdoek de punt van de tong vast en trekt daaraan gelijkmatig en krachtig 20 á 24 maal per minuut gedurende minstens 10 minuten, laat hem tegelijkertijd ammoniak ruiken, begiet hem met koud water en wrijft daarop het gehele lichaam zolang krachtig met de blote handen, tot zich zijn huid rood kleurt en hij weer begint te ademen. Van een getroffene, wiens huid verbrand is, mag het lichaam niet gewreven worden.

BIJ VERSTIKKING?

    a. Door vergiftigde gassen?

    De bewusteloze eerst in frisse lucht overbrengen; daarna kunstmatige ademhaling toepassen. De helper is voorzichtig, opent eerst vensters en deuren; in putten giet men water, werpt men brandend stro, of lost pistoolschoten. In putten daalt men af met een in azijn en water gedrenkte spons voor de mond en een koord om het lichaam dat buiten wordt vastgehouden.

    b. Door ophanging?

    Het touw onmiddellijk afsnijden, waarbij men het lichaam ondersteunt, opdat het niet neervalt. Kunstmatige ademhaling.

    c. Door spijzen enz. in de luchtpijp?

    Dadelijk een geneesheer ontbieden, met instrumenten voor een luchtpijpsnede. Snel de neus dichtknijpen met de linkerhand; wijsvinger en duim van de rechterhand over de tong in de keel steken en trachten het ingedrongen voorwerp te verwijderen.

BIJ BEWUSTELOOSHEID?

    1. Laat dadelijk een geneesheer ontbieden.

    2. Tracht de oorzaak te weten te komen (ruik of er alcohol in de uitgeademde lucht is en let op de houding van het lichaam).

    3. Bevrijd de hals van nauwe banden, maak knellende kledingstukken los.

    4. Verwijder de omstanders en laat frisse lucht toe.

    5. Leg het lichaam op de rug met het hoofd hoog, wanneer het aangezicht rood is (beroerte, dronkenschap), laag, wanneer het bleek is, (onmacht, verbloeding), draai het terzijde wanneer braking intreedt.

    6. Zorg bij vallende ziekte, dat de patiënt zich niet verwondt, wacht overigens rustig tot de aanval voorbij is.

    7. Wanneer de patiënt niet ademhaalt: kunstmatige ademhaling.

BIJ BEWUSTELOOSHEID DOOR GROTE HITTE (ZONNESTEEK)?

Leg de bewusteloze met verhoogd bovenlichaam op een koele plaats, verwijder alle nauwe en warme kledingstukken; waai frisse lucht toe, begiet hem met koud water, maak koude omslagen om het hoofd en de borst; laat hem zo mogelijk drinken en doe, zo nodig, kunstmatige ademhaling.

BIJ VERGIFTIGING?

Tracht het gebruikte gif te weten te komen; zend deze informatie naar een geneesheer of apotheek. Is een zuur (vitriool, sterk water, geest van zout) ingeslikt, dan dient men soda, potas, magnesia, in veel water opgelost, toe; is loog ingeslikt, dan geeft men zuur (azijn, citroen) in veel water. Bij verdovende vergiften (opium, morfine, veel vergiftigde planten, alcohol) wekt men braking op door het prikkelen van de keel, drinken van veel warme zoutoplossing of door een braakmiddel. Ook belet men het inslapen door sterke koffie te geven, ijs op het hoofd of over-gietingen met koud water.

Bij rattenkruid-vergiftiging haalt men terstond het tegengif bij de apotheker en geeft hiervan alle 5 minuten 1 á 2 eetlepels (later met grotere tussenpozen). Zolang dit middel niet voorhanden is, laat men melk of water met geklopte eieren drinken en wekt braking op (als boven). Ook bij andere bijtende vergiften (sublimaat, antimonium, enz.) geeft men melk, eiwit en slijmige dranken.

Bij fosforvergiftiging (luciferkoppen) tracht men braking op te wekken, laat intussen grote hoeveelheden dun stijfsel of meelpap drinken; met deze dranken verdund, geeft men elk kwartier 6 á 10 druppels oude terpentijnolie. Vooral geen vette oliën of melk.

HOE BRENGT MEN EEN PATIëNT NAAR EEN GENEESHEER OF HOSPITAAL?

Het best op een draagbaar (raderbaar). Drie dragers zijn daartoe gewenst. 1 en 2 dragen de baar, 3 zorgt voor de gekwetste en wisselt zo nodig met 1 en 2 af. De baar wordt op één lijn met de gewonde geplaatst: het voeteinde achter diens hoofd. No. 1 en 2 plaatsen zich ieder aan één zijde, geven elkander de handen onder de rug en dij van de patiënt , lichten hem tegelijk op, tot boven de baar en laten hem daarop zacht neer. No. 3 steunt daarbij het gewonde deel. No. 1 en 2 plaatsen zich aan het hoofd- en voeteneinde, lichten de baar gelijktijdig op. No. 3 loopt ernaast en let op de patiënt. De gewonde wordt op dezelfde wijze van de baar genomen. De baar wordt het best met de handen of met draagriemen gedragen. De dragers lopen met ongelijknamige voet en maken korte, gelijke passen zonder springen of stoten (liefst dragers van gelijke lengte). Is geen baar aanwezig, dan maakt men er een uit: deuren, ladders, bedden, matrassen, hangmatten. Bij ontbreken van deze dingen moet de patiënt met en op de handen vervoerd worden. Twee helpers omvatten met de rechterhand elk hun linker pols of voorarm, plaatsen zich tegenover elkander en omvatten met hun linkerhand elkanders vrij gebleven pols of voorarm, heffen op deze draagvlakte de patiënt op, die daarbij zijn armen om hun hals slaat. Is de gewonde bewusteloos, dan neemt één drager het bovenlijf onder de oksels, zonder op de borst te drukken, een tweede de benen onder zijn beide armen. Bij het halen van een geneesheer, laat men deze zo goed mogelijk van het gebeurde en de toestand op de hoogte stellen.

RADERBRANCARD "E.H.B.O."

De vereniging belast zich met het vervoeren van zieken en gewonden door geoefend personeel met haar raderbrancards, voorzien van ziekenraam - systeem generaal De Mooij - en van gummi wielbanden. Deze transportmiddelen zijn gestationeerd aan het Hoofdkantoor der Nederlandse Maatschappij tot Algemene Dienstverrichting, Wijnstraat no. 70 te Rotterdam ( telefoon 5535 of 5555) en aan enkele bijkantoren van die maatschappij. Voor eventuele transportkosten wendt men zich tot de Dienstverrichting. Het ziekenraam is ook afzonderlijk beschikbaar. Voor hulp bij ongevallen in het havenbedrijf kan ten alle tijde telefonisch hulp gevraagd worden bij het gebouw van de "Eendracht" motordienst, Willemsplein no. 2 (telefoon 635 en 654).




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

17 October 2022